Mali beschuldigt Frankrijk van wapenleveringen aan moslimextremisten
De Malinese minister van Buitenlandse Zaken heeft het Franse leger in een brief aan de VN-Veiligheidsraad beschuldigd van het steunen van extremistische groeperingen in het West-Afrikaanse land. Frankrijk ontkent alle aantijgingen.
In de brief roept minister Diop de Veiligheidsraad op een spoedbijeenkomst te houden om een einde te maken aan de "Franse daden van agressie" in het land. Diop schrijft dat "de Malinese overheid bewijs heeft van illegale Franse vluchten, met als doel het verzamelen van informatie voor terroristische groepen en hen te voorzien van wapens."
Vertrek van Frankrijk
Het is een nieuw dieptepunt in de relatie tussen Mali en zijn voormalige kolonisator. Deze week heeft Frankrijk zijn laatste troepen teruggetrokken uit Mali, die daar sinds 2013 deelnamen aan een VN-vredesmissie. De internationale missie heeft als doel de stabiliteit en de veiligheid in het land te waarborgen, juist door te strijden tegen extremistische groepen.
De Franse ambassade in Mali zegt op Twitter dat het land "natuurlijk nooit steun heeft geleverd aan deze groepen, die wij als vijanden beschouwen". De generaal die de leiding had over de Franse missie in Mali vindt de brief een belediging.
"Het is oneerbiedig tegenover mijn 59 kameraden die zijn gesneuveld in de strijd voor Mali, en de vele Malinezen die zijn omgekomen terwijl ze met ons mee vochten", zegt hij tegen radiozender RFI.
Een woordvoerder van VN-secretaris-generaal Guterres, gevraagd naar de beschuldigingen van Mali, zegt dat de VN dankbaar is voor de Franse inzet. Een anonieme diplomaat in New York zegt tegen France24 dan ook dat het "onwaarschijnlijk" is dat de Veiligheidsraad op het verzoek van Mali ingaat.
Mali wordt sinds een staatsgreep in augustus 2020 geregeerd door een junta, die de vorige democratisch verkozen leider heeft afgezet. Na de staatsgreep kondigde de Franse president Macron al aan dat de Fransen niet meer zouden samenwerken met het Malinese leger. Volgens Macron helpt de nieuwe regering niet mee om de situatie in het land te stabiliseren.
De betrekkingen tussen de twee landen werden daarna steeds slechter. Zo moest de Franse ambassadeur in januari gedwongen vertrekken, nadat hij de militaire machthebbers "onwettig" had genoemd. Vanaf februari begon Frankrijk zijn troepen definitief terug te trekken, wat werd verwelkomd door de Malinese regering.
Ook mensenrechtenorganisaties zijn kritisch op de junta. Volgens Human Rights Watch vallen er bij acties van het Malinese leger vaak burgerslachtoffers. Zo zouden in maart 300 burgers zijn geëxecuteerd door militairen, in samenwerking met buitenlandse militairen.
Russische huurlingen
De Wagner Group, een Russische organisatie van huurlingen die op papier niet bestaat, ondersteunt de junta. Dit wordt echter door beide landen ontkend. Frankrijk heeft de Wagner Group ervan beschuldigd lichamen te begraven in het noorden van Mali en vervolgens te doen alsof het Franse leger daarachter zit.
Malinese burgers zijn blij met de toenemende Russische aanwezigheid. De Franse militairen zijn er niet populair, onder meer door nepnieuws dat Frankrijk zou samenwerken met terroristische groepen.
Ook verwijt de overheid de Fransen dat zelfs na tien jaar aanwezigheid de orde in het land niet hersteld is. De Russen worden gezien als een belangrijke nieuwe bondgenoot, die het land en het bewind kunnen beschermen.
Correspondent Saskia Houttuin reisde dit jaar naar Mali en zag hoe groot de invloed van Rusland op het land is: