'Honderden burgers gedood bij militaire operatie in Mali'
Westerse landen willen dat Mali een onafhankelijk onderzoek instelt naar een vermoedelijke massamoord op burgers. Mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) sprak met 27 mensen die weet hebben van de moordpartijen in de plaats Moura, onder wie ooggetuigen.
Het leger van Mali maakte vrijdag bekend dat het bij lucht- en landaanvallen in Moura in de laatste week van maart 203 terroristen had gedood. Doelwit van de operatie was volgens het leger een bijeenkomst van militante strijders. 51 verdachten zouden zijn aangehouden en wapens en munitie zouden in beslag zijn genomen.
Maar volgens HRW is dat niet het hele verhaal. Zo zouden veel meer mannen, vermoedelijke terroristen maar ook veel burgers, zijn opgepakt en zouden Russen bij het offensief betrokken zijn geweest.
Standrechtelijk geëxecuteerd
Negentien getuigen zeggen tegen HRW-onderzoekers dat in de ochtend van zondag 27 maart op de veemarkt van Moura een vuurgevecht plaatsvond tussen militairen en jihadisten. De stad werd omsingeld en honderden mannen werden meegenomen en verdeeld in groepen.
Sommigen werden vrijgelaten, maar in de vier dagen erna werden naar schatting zeker 300 mensen standrechtelijk geëxecuteerd. Dat zou zijn gebeurd door Malinese en buitenlandse militairen, mogelijk Russen. In het land zijn Russische huurlingen actief - iets dat door beide landen overigens wordt ontkend. Ook een journalist van de Franse krant Libération sprak met inwoners van Moura, die de getuigenissen van HRW ondersteunen en ook de Russen noemen.
Frankrijk, Duitsland en de Verenigde Staten hebben hun ernstige zorgen uitgesproken over de berichten over burgerdoden en willen dat er onderzoek wordt gedaan. EU-buitenlandchef Borrell zegt dat leden van de VN-missie Minusma toegang moeten krijgen tot het gebied. Minusma heeft een basis in Mopti, zo'n 50 kilometer verderop.