Duidelijkheid over oorzaken Fyra-debacle in zicht
Meer dan vijftien jaar politieke besluitvorming over een trein die uiteindelijk maar een paar weken heeft gereden. Vandaag maakt de parlementaire enquêtecommissie Fyra in haar eindrapport bekend waardoor dit heeft kunnen gebeuren en wie fouten heeft gemaakt.
De kabinetten-Kok besloten in de regeerperioden van 1994 tot en met 2002 tot de verzelfstandiging van de NS en de openbare aanbesteding van de hsl-zuid. In de jaren daarna werkten opeenvolgende kabinetten in overleg met de NS, België en de Belgische spoorwegen aan een treinverbinding tussen Amsterdam en Brussel waar met 250 kilometer per uur kon worden gereden.
Op 9 december 2012 rijdt, met vijf jaar vertraging, de eerste Fyra op het traject Amsterdam-Brussel. Op 17 januari 2013 worden de V250-treinstellen al weer van het spoor gehaald omdat er in België een onderdeel van een trein is gevallen. Het is de druppel die de emmer doet overlopen, want in de weken daarvoor viel meer dan de helft van de treinen al uit of had vertraging. Op 3 juni besluit de NS helemaal te stoppen met de Fyra, en te gaan werken aan een dienstregeling met gewone treinen.
Op 4 juni 2013 besluit de Tweede Kamer dat er een parlementaire enquête moet komen omdat er veel belastinggeld in het mislukte project is gestoken. De commissie noemt zelf een bedrag van bijna 11 miljard euro. "10,8 en een beetje", zei commissievoorzitter Van Toorenburg op de voorbereidende persconferentie. "En de reiziger heeft niet gekregen wat hem is voorgehouden."
De commissie sprak achter de schermen met meer dan tachtig betrokkenen. Veertig daarvan werden ook in het openbaar onder ede verhoord, onder wie topmensen van de NS, de Belgische spoorwegen, de Italiaanse fabrikant en de (oud-)ministers en staatssecretarissen die al die jaren met de hogesnelheidslijn zijn bezig geweest. Allemaal hebben zij hun eigen visie op wie welke fouten heeft gemaakt en wanneer.
De Nederlandse Spoorwegen
Voormalig president-commissaris van de NS Jan Timmer zegt bijvoorbeeld dat de privatisering van de NS de grootste fout van de politiek is geweest. De strijd van de NS met buitenlandse concurrenten is volgens Timmer ten koste is gegaan van geld voor de reiziger.
Hij zegt dat de NS bij de aanbesteding veel te hoog heeft geboden om de hogesnelheidslijn te mogen uitvoeren. Door het hoge bod aan de overheid hield de NS te weinig geld over om goede treinen van te kopen.
De Belgische spoorwegen
Bestuursvoorzitter Marc Descheemaecker van de Belgische spoorwegmaatschappij NMBS legde tijdens zijn verhoor uit dat België had geprofiteerd van verwarring en slechte communicatie bij de NS en de Nederlandse overheid.
De Belgische spoorwegen lagen regelmatig dwars en waren afspraken over rijtijden niet nagekomen. Ze moesten daarvoor eigenlijk 300 miljoen euro boete betalen. Nederland heeft die claim kwijtgescholden op voorwaarde dat België een paar Fyra's zou bestellen. België beloofde dat, maar heeft ze nog op tijd en zonder kosten kunnen afbestellen.
De technici
Inspecteur Jonkers van Lloyd’s Register Rail Europe controleerde namens de NS de bouw van de Fyra's bij de Italiaanse fabrikant AnsaldoBreda. Hij was op de hoogte van alle gebreken die de treinen nog hadden, en van het feit dat zo'n beetje elke trein op een andere manier in elkaar werd gezet. "Ze hadden nog niet uit de fabriek gemogen", zei hij.
De Fyra zou de eerste trein worden die met 250 kilometer per uur door Nederland ging rijden. De Inspectie Leefomgeving en Transport, die treinen controleert, blijkt helemaal niet naar de Fyra gekeken te hebben. "Het was niet de taak van de inspectie om afzonderlijke treinen goed te keuren", zei inspecteur-generaal Jenny Thunnissen.
AnsaldoBreda gaf de schuld weer aan de NS. Directeur Maurizio Manfellotto noemde de NS "incompent en zeker niet coöperatief". Dat AnsaldoBreda de treinen vijf jaar te laat leverde, ligt volgens Manfellotto aan de late oplevering van de spoorlijn en de tussentijdse invoering van een nieuw Europees beveiligingssysteem.
De politiek
Oud-verkeersminister Peijs had tien jaar geleden al grote twijfels over Fyrafabrikant AnsaldoBreda. "Bij mijn weten waren ze geen hogesnelheidstreinenbouwers, ze bouwden trams." Maar Peijs mocht zich door afspraken van haar voorgangster Netelenbos met de NS niet bemoeien met de aankoop van treinen.
Oud-minister Netelenbos zei op haar beurt dat de overheid de hogesnelheidslijn aan de NS had moeten gunnen. Dan had de NS niet hoeven concurreren met buitenlandse spoorbedrijven. Maar toenmalig minister Zalm wilde de opdracht niet onderhands weggeven omdat de openbare aanbesteding al was begonnen.
Oud-minister Eurlings zei dat hij steeds van de NS te horen kreeg dat het project failliet kon gaan. Maar de cijfers die dat aantoonden kreeg hij niet. Eurlings kreeg het advies het niet tot een faillissement te laten komen. "Als dat ervoor had gezorgd dat er sneller treinen gingen rijden, had ik het laten gebeuren."
Minister Schultz zei dat ze in 2010 niet van haar voorganger Eurlings te horen heeft gekregen dat de hogesnelheidslijn snel failliet kon gaan. Twee weken na haar aantreden kreeg ze te horen dat het project op omvallen stond.
De staatssecretaris
Staatssecretaris Mansveld is nu namens het kabinet verantwoordelijk voor de Fyra. Zij kreeg het dossier weer overgedragen van Schultz, "met een korte toelichting". Schultz had gezegd dat er alleen nog maar een samenwerkingsovereenkomst met België hoefde te worden getekend en dat dan de treinen op 9 december 2012 konden gaan rijden.
Maar Mansveld kreeg te maken met een onwillige Belgische overheid en tegenwerkend Belgisch spoorbedrijf, productie-achterstand bij de fabrikant, technische mankementen aan de treinstellen, onduidelijke inspectieprocessen en meningsverschillen binnen het kabinet.
Uiteindelijk liet zij de NS een alternatief bedenken. Volgens Mansveld is dit "een volwaardig alternatief" en mag NS daarom de concessie houden. Dat betekent dat buitenlandse spoorbedrijven niet op de verbinding mogen bieden.
Het politieke oordeel of zij goed met het hoofdpijndossier is omgegaan, is aan de Tweede Kamer. Maar de enquêtecommissie liet tijdens het verhoor met Mansveld regelmatig doorschemeren dat zij de Kamer misschien te rooskleurige informatie heeft gegeven en belangrijke informatie heeft achtergehouden.
De parlementaire enquêtecommissie presenteert het rapport morgenmiddag om 12.00 uur. De NOS zendt de presentatie live uit op NPO1 en op NPO Politiek.