Oud-minister Peijs zag Fyra-fabrikant al niet zitten
Oud-verkeersminister Peijs had tien jaar geleden al grote twijfels over Fyrafabrikant AnsaldoBreda. "Bij mijn weten waren ze geen hogesnelheidstreinenbouwers, ze bouwden trams. Ze kregen veel klachten. Dat hoorde ik ook van de Denen."
Maar haar voorgangster Netelenbos had in het contract vastgelegd dat de staat als aandeelhouder zich niet mocht bemoeien met de aankoop van treinen. "We mochten niks. We mochten geen contact opnemen met AnsaldoBreda. Of daar vermomd een kijkje gaan nemen."
Uithoek
De parlementaire enquêtecommissie die het Fyra-debacle onderzoekt probeert vandaag te achterhalen of de overheid genoeg heeft gedaan in de jaren dat duidelijk werd dat het hsl-project met grote problemen te maken had.
Peijs was voor haar ministerschap Europarlementariër en stond volledig achter het project om Nederland te laten aansluiten op een hogesnelheidslijn naar Brussel. "Wij lagen in een uithoek, maar Nederland moest een snelle trein hebben. Vanwege de haven van Rotterdam, vanwege Schiphol. Klaar, af."
Toen bleek dat het lastig zou worden om de hogesnelheidstrein te exploiteren zonder verlies, ging zij samen met president-directeur Veenman van de NS langs bij minister Zalm van Financiën. Maar Zalm wilde niets doen omdat elke vorm van financiële steun verboden staatssteun zou zijn. "We konden dus niets en we zijn naar huis gegaan."
Amateurisme
Later stuurde Zalm een brief naar Peijs met de boodschap dat hij zich zorgen maakte over het hele project. Er waren problemen met het bestellen en laten bouwen van treinen, met de aanleg van stations, afspraken met België over snelheden en tussenstations en met verschillende spoorbeveiligingssystemen van Nederland, België en Frankrijk.
Minister Zalm schreef volgens de commissie destijds met hanenpoten op zijn stukken "amateurisme" en "wat is dit nu weer!" Maar Peijs houdt vol dat zij haar best heeft gedaan alle financiële en technische problemen op te lossen, voor zover dat in haar macht lag.
Vervelend
Peijs stelde een eigen onderzoek in, zodat haar opvolger Eurlings geen last zou hebben van het probleemdossier. "Ik heb hem gebeld en gezegd 'Camiel, ik probeer om het van tafel te krijgen zodat jij er niet mee zit'."
Maar de Algemene Rekenkamer startte ook een onderzoek. Dat rapport kwam uit toen Eurlings minister was. "Dat vond ik erg vervelend voor hem." Het rapport was vernietigend over de rol van het ministerie.
Oud-minister Eurlings verschijnt zelf vanmiddag om 15.30 uur voor de commissie.