De scheepswerf van scheepsbouwer Koninklijke IHC

Twijfels over Nederlandse bijdrage bij bouw onderzeeboten in Frankrijk

Vrijdag wordt de knoop definitief doorgehakt, maar alles wijst erop dat de Fransen er vandoor gaan met een miljardenorder voor vier Nederlandse onderzeeboten. Alle partijen die meedongen naar de klus moesten aantonen dat de Nederlandse economie er een graantje van zal meepikken. Maar nu de keuze op het Franse bedrijf Naval is gevallen, wordt er getwijfeld of dat in de praktijk ook zo zal uitpakken.

"De vraag is hoeveel werk bij Nederlandse bedrijven zal belanden", zegt Wouter Kruijt, marine-expert en oud-directeur van scheepsbouwer IHC. "Daar heb ik mijn twijfels over."

Een van de andere kanshebbers was het Zweedse Saab, dat samen met de Nederlandse scheepsbouwer Damen een offerte indiende. Dat verbond hoopte de order binnen te slepen door in te zetten op de meerwaarde voor de Nederlandse economie. De onderzeeërs zouden namelijk in Nederland worden gebouwd.

Het Franse staatsbedrijf Naval voert de opdracht ook uit in samenwerking met een Nederlandse scheepsbouwer: IHC in Kinderdijk. Volgens ingewijden staat in het Naval/IHC-voorstel dat 40 procent van de omzet naar het Nederlandse IHC zal gaan. Maar de directeur van IHC zei onlangs zelf in tijdschrift Schuttevaer te verwachten dat de toegevoegde waarde van de deal met de Fransen beperkt zal zijn.

Geheim

Wat er precies in het eisenpakket van Nederland stond bij de aanvraag van de offertes, is geheim. Dus ook hoe groot het aandeel van Nederlandse bedrijven moet zijn bij de bouw. Kruijt zegt van bronnen "dicht bij het vuur" te hebben gehoord dat Nederland een bijdrage van minimaal 5 procent vraagt. Kruijt verwacht daarom niet dat Naval zich in de praktijk zal houden aan het genoemde percentage van 40 procent. "Het zou me verbazen als dat is vastgelegd in harde contracten. Ik denk dat het meer richting de 10 of 15 procent zit."

Kruijt vindt bovendien dat de Fransen niet de beste voorgeschiedenis hebben als het aankomt op samenwerkingen met andere landen. Hij wijst op een eerdere moeizame deal tussen Naval en Australië. "Mijn vertrouwen in de Fransen is niet groot."

Vanavond debatteerde de Tweede Kamer over het besluit - dat dus nog officieel moet worden bekendgemaakt - om de opdracht aan de Fransen te geven. SGP-leider Chris Stoffer vroeg het debat aan en zei dat het Nederlands belang op het spel staat. En ook andere partijen, waaronder coalitieonderhandelaars PVV en BBB, willen dat een volgend kabinet pas het besluit neemt.

'Bouw kan in Nederland'

Waar het kabinet vooral de fout in is gegaan volgens Kruijt, is om het ontwerp en de bouw van de onderzeeërs op één hoop te gooien. "Dat een buitenlandse partij betrokken is bij het ontwerp, vind ik een goede actie. Want wij hebben inderdaad sinds de Walrus in de jaren negentig geen nieuwe onderzeeboten meer ontworpen en gebouwd. Maar het bouwen zou vandaag de dag voor ongeveer 80 procent in Nederland kunnen. Die technologie, kennis en kunde zijn nog steeds aanwezig."

Door de opdracht aan Naval te geven, gaat volgens Kruijt dus niet alleen veel geld naar het buitenland, maar ook kennis. "Je zit nu voor de komende dertig jaar aan de Fransen vast. Want als je hem wil kunnen onderhouden, moet je hem ook voor een belangrijk deel gebouwd hebben."

Waarom de keuze dan toch op Naval is gevallen, is gissen, zegt Kruijt. "Er is enorm gelobbyd in ieder geval. Vorig jaar april bracht Macron een staatsbezoek aan Nederland waarbij deze order hoog op de agenda stond. Kennelijk is die lobby succesvol geweest."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl