Mulamfu aan het werk
NOS Nieuws

Techniek wil meer statushouders inzetten, 'doe wat aan de opvang'

Een 'aanvalsplan' om mensen te vinden voor de 60.000 onvervulde vacatures in de techniek, bouw en energie. Zo noemen brancheorganisaties het plan dat ze vanmorgen aan het kabinet hebben gepresenteerd.

Bouwend Nederland, FME, Koninklijke Metaalunie, Techniek Nederland, WENB, VNO-NCW en MKB-Nederland willen inzetten op automatisering maar ook op statushouders en arbeidsmigranten: over tien jaar zouden 10.000 van hen in de techniek moeten werken.

De vraag is hoe realistisch dat is, maar volgens Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, is er in ieder geval geen tijd te verliezen. "De arbeidsmarkt is de showstopper van de energietransitie. Zonder de techniek gaat het gewoon niet gebeuren. We hebben nu al een hardnekkig probleem en dat wordt alleen maar groter. Als we nu niet als de wiedeweerga aan de slag gaan, loopt het compleet vast."

Steeds meer asielzoekers

Op dit moment zijn er volgens de organisaties 60.000 vacatures in de techniek en bouw, terwijl de ambities van het kabinet hoog zijn. Zo is het doel om in 2030 900.000 nieuwe woningen gebouwd te hebben, en in datzelfde jaar moet Nederland 55 procent minder broeikasgassen uitstoten. Volgens een belangrijk rapport lukt dat op dit moment niet, en stokt het onder meer door personeelstekort.

Daarom zijn er meer vakmensen nodig, bijvoorbeeld voor de verzwaring van het elektriciteitsnet, het bouwen van windmolenparken, het installeren van zonnepanelen, warmtepompen, en laadpalen voor elektrische auto's. Statushouders zouden hier dus een rol in kunnen spelen. Het kabinet verwacht dat het aantal asielzoekers toeneemt tot het hoogste aantal sinds de vluchtelingencrisis in 2015.

Statushouder Mulamfu Siamweene werkt nu als bouwvakker:

Handen tekort in de bouw: Mulamfu schiet te hulp

Maar ook als asielzoekers een verblijfsvergunning krijgen, duurt het in de praktijk lang voordat zij aan het werk gaan. Een half jaar na het krijgen van een vergunning heeft gemiddeld 3 procent van de vluchtelingen een baan, dat loopt na 3 jaar op tot 19 procent en na zes jaar tot 46 procent.

Voor arbeidsmigranten is het vinden van een baan dan weer geen probleem - dat is immers de voorwaarde waarop ze naar Europa mogen komen - maar draait het meer om gebrekkige huisvesting.

Aandeel vluchtelingen met werk, een half jaar na hun verblijfsvergunning

Herkomstland Na 6 maanden
Afghanistan 9 procent
Eritrea 1 procent
Irak 2 procent
Iran 5 procent
Syrië 2 procent
Bron: CBS Cohortstudie asiel 2020

Aandeel vluchtelingen met werk in de jaren na hun verblijfsvergunning

Herkomstland na 1 jaar na 3 jaar na 6 jaar
Afghanistan 16 procent 37 procent 52 procent
Eritrea 1 procent 15 procent 56 procent
Irak 6 procent 20 procent 38 procent
Iran 3 procent 17 procent 43 procent
Syrië 2 procent 18 procent 42 procent
Bron: CBS Cohortstudie asiel 2014

Hoogleraar en SCP-onderzoeker Jaco Dagevos doet al lang onderzoek naar de arbeidsparticipatie van vluchtelingen en waarom die relatief laag is. "Soms is hun Nederlands niet goed genoeg of hebben ze alleen buitenlandse diploma's. Ze hebben zelden een sociaal netwerk in het begin, dat hen kan helpen om een baan te vinden. Ook hebben ze vaak psychische problemen door wat ze hebben meegemaakt in de oorlog, op de vlucht en in de opvang."

Ook als het gaat om de opvang, heeft hij een aantal zorgpunten. "Daar maken ze een enorm slechte start en gaat hun mentale gezondheid vaak nog verder achteruit. Daarnaast houdt ons beleid mensen weg van de arbeidsmarkt."

Het eerste halfjaar mogen vluchtelingen niet werken, en daarna mogen ze met een tewerkstellingsvergunning slechts 24 weken per jaar werken. Dat is voor een werkgever minder aantrekkelijk, denkt Dagevos.

Aparte status

Als asielzoekers uiteindelijk een verblijfsvergunning krijgen, moeten ze nog inburgeren en Nederlands leren. "Ook dat kost tijd en in de praktijk gaan mensen daarna pas de arbeidsmarkt op, al probeert de nieuwe Inburgeringswet werk en taallessen wel beter te combineren."

Oekraïense vluchtelingen daarentegen hebben een aparte status waarmee ze wel meteen aan het werk mogen en ook niet hoeven in te burgeren. "Het is belangrijk om te leren van de ervaringen die we nu opdoen bij de Oekraïners," vindt Dagevos. "Schaf voor hen bijvoorbeeld ook de tewerkstellingsvergunning af." Zo'n 80 procent van de Oekraïners die hiernaartoe zijn gevlucht sinds het uitbreken van de oorlog in februari heeft al een baan gevonden.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl