Bemanning Britse tanker nog altijd vast op schip Iran
De bemanning van de geconfisqueerde Britse olietanker Stena Impero mag het schip nog altijd niet verlaten. De Zweedse eigenaar, rederij Stena Bulk, zegt dat Iran nog geen toestemming heeft gegeven de 23 bemanningsleden, vooral Indiërs, te bezoeken.
"We blijven de families van de betrokkenen in India, Rusland, Letland en de Filipijnen steunen en we blijven onze volledige steun geven tot alle 23 bemanningsleden zijn vrijgelaten en veilig terug bij hun families zijn", schrijft de rederij in een verklaring.
Vrijdag enterde de Iraanse Revolutionaire Garde de Britse olietanker toen die op de Straat van Hormuz voer. Iran zei daarover dat dat gebeurde na een incident met een vissersboot. De tanker zou een noodsignaal hebben genegeerd. Het schip werd naar de Zuid-Iraanse havenstad Bandar Abbas gesleept en ligt daar sindsdien aan de ketting.
'Geen bewijs voor incident'
Het Verenigd Koninkrijk vermoedt dat de inbeslagname een wraakactie is voor de Iraanse olietanker die begin deze maand door de Britten werd geconfisqueerd bij Gibraltar. Dat werd gisteren ontkend door de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Zarif.
Volgens Stena Bulk zijn alle noodzakelijke stappen genomen om de Straat van Hormuz te mogen passeren. De tanker handelde volgens de rederij in volledige overeenstemming met internationale maritieme wetten. "We kunnen bevestigen dat we geen weet hebben van een botsing waarbij Stena Impero betrokken was. Daar is ook geen bewijs voor."
Iran publiceerde gisteren een video van, naar eigen zeggen, de bemanning van Stena Impero. In de vermoedelijk geënsceneerde beelden zijn bemanningsleden te zien in een vergaderruimte, de machinekamer en keuken van een schip. De authenticiteit van de beelden is niet bevestigd.
Het Verenigd Koninkrijk probeert nu bij Europese bondgenoten steun te vergaren voor een maritieme beschermingsmissie in de Straat van Hormuz. Daarmee moet de veiligheid van schepen in de economisch belangrijke zeestraat worden gegarandeerd.
Ook met Nederland is contact gezocht, bevestigde het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken gisteren. Vandaag meldt persbureau Reuters op basis van drie anonieme EU-functionarissen dat Nederland welwillend staat tegenover de missie, net als Frankrijk, Italië en Denemarken.
In een reactie op dat bericht laat het ministerie weten dat er pas na de zomer een besluit wordt genomen over eventuele deelname aan een missie in de Straat van Hormuz. Eerder verzochten de Verenigde Staten Nederland en andere bondgenoten een bijdrage te leveren.
Vandaag liet de Iraanse onderminister van Buitenlandse Zaken Araqchi bij een bezoek aan Frankrijk weten dat ook Iran geen verstoring van het vaarverkeer in de zeestraat wil toestaan.