Aangepast

Testlabs kunnen wél meer aan, maar deze concurrentiestrijd zit in de weg

  • Machteld Veen en Siebe Sietsma

  • Machteld Veen en Siebe Sietsma

En weer is er gedoe rondom het testbeleid. Vandaag meldden de GGD's zelfs dat op de helft van de testlocaties mensen niet binnen 48 uur terechtkunnen. Minister Hugo de Jonge wijkt zelfs uit naar Duitse labs om de Nederlandse tests te kunnen doen, iets wat de regering maandenlang niet wilde.

Waarom gaat straks een wattenstaafje uit een teststraat in Amsterdam helemaal naar Duitsland, terwijl die ook bij een lab om de hoek onderzocht kan worden? Een van de oorzaken dat het systeem vastloopt is de manier waarop de tests worden verdeeld over de laboratoria, zo blijkt uit onderzoek van Nieuwsuur. Dit leidt ertoe dat grote labs nog steeds niet helemaal worden gebruikt, terwijl kleinere labs regelmatig 'overlopen' en hun tests moeten doorsturen naar andere laboratoria. De toch al complexe puzzel rondom het testbeleid wordt hierdoor nog ingewikkelder.

In Nederland zijn al voor de coronacrisis relatief veel laboratoria: een aantal grote en veel kleinere. Zij concurreren hevig met elkaar. En die strijd werd goed zichtbaar tijdens de coronacrisis.

Swipe door onderstaande plaatjes om het verschil tussen de verschillende laboratoria te begrijpen:

  • Nieuwsuur
  • Nieuwsuur
  • Nieuwsuur
  • Nieuwsuur
  • Nieuwsuur

In maart duikt in de wereld van die concurrerende laboratoria corona op. Terwijl het een enorme puzzel is om de testcapaciteit (met testkits, apparaten en personeel) op orde te krijgen, woedt op de achtergrond dus een strijd om de macht op de diagnostiek-markt.

De gevestigde ziekenhuislaboratoria vrezen voor hun positie en inkomsten als ze moeten concurreren met grote zelfstandige labs. Dat blijkt ook uit een brief die de belangenvereniging van arts-microbiologen, de specialistische artsen die in laboratoria werken, in juli haar leden stuurde. De vereniging schrijft daarin dat ze vreest dat de grote zelfstandige laboratoria met het argument van 'goedkoop testen' tijdens de coronacrisis de discussie over schaalvergroting naar zich toe zal trekken.

Bij een pandemie is de snelheid van testen en de grootschaligheid van belang.

Anton van Weert, Sanquin

Ook één van de grootste centrale labs van Nederland, Sanquin in Amsterdam, voelt de concurrentiestrijd. Het bedrijf kan het grootste aantal tests van Nederland per dag doen, maar wordt niet op grote schaal ingezet.

Sanquin merkt dat er met argusogen wordt gekeken naar hun grote capaciteit en verbaast zich daarover. "Ik denk dat het belangrijk is om voor ogen te houden dat we een pandemie hebben die wij met elkaar moeten aanpakken en waarbij de snelheid van testen en de grootschaligheid van belang is", zegt Van Weert.

1 juni: testen mogelijk voor iedereen

Terwijl dit alles op de achtergrond speelt, besluit het ministerie om de testcapaciteit op te schalen. Vanaf 1 juni worden niet alleen patiënten en zorgpersoneel getest, maar mag iedereen met klachten zich melden in de teststraten van de GGD. De test krijgt daarmee ook een ander doel: zorgen dat corona zich niet kan verspreiden.

Achter de schermen wordt in de zomermaanden flink gediscussieerd over de beste verdeling van de tests en daarbij spelen grote belangen mee. Zo hebben de 25 GGD's allemaal hun eigen (contractuele) afspraken met laboratoria met wie zij normaal gesproken al samenwerken, en dat zijn afspraken die zij graag willen behouden.

Grote teststraten gelinkt aan grote labs

Het Landelijk Coördinatieteam Diagnostische Keten (LCDK) van het ministerie van Volksgezondheid moet alle tests verdelen over 64 laboratoria. In een brief aan de labs en GGD's schrijven zij begin juni dat de tests zullen worden verdeeld naar grootte van het lab en het verwachte aantal mensen dat zich laat testen in een teststraat. De bestaande relaties tussen laboratoria en GGD's zullen 'zoveel mogelijk' worden gerespecteerd.

Het ministerie verwacht kennelijk verzet, en schrijft ook: "We realiseren ons dat de uitkomst van het schema voor u niet altijd de oplossing biedt die u mogelijk zelf had gekozen."

De Nederlandse Vereniging van Medisch Microbiologen (NVMM), de specialistische artsen die vooral in de ziekenhuislabs werken, is daar niet blij mee. In een brief die zij een maand later versturen, schrijven ze dat ze de verdeling van de tests in de regio samen met de GGD's zelf willen bepalen.

Als je iets in de regio houdt, is een autootje maar een kwartier of een half uur onderweg.

Ann Vossen, NVMM

Twee weken later schrijft het LCDK in een nieuwsbrief dat de voorgestelde aanpassing er tóch niet komt. De verdeling van de tests zal lopen volgens de "huidige contracten en stromen".

De voorzitter van de NVMM, Ann Vossen, legt in een interview met Nieuwsuur de standpunten in de brief uit. "Er zitten grote voordelen aan alles regelen in de regio, bijvoorbeeld de doorlooptijd. Als je iets in de regio houdt, is een autootje een kwartier of een half uur onderweg. De doorlooptijd is een groot voordeel voor de logistiek, maar we weten ook dat het belangrijk is voor de bestrijding. Er is veel vraag om op korte termijn je uitslag te horen, ook voor de GGD is dat belangrijk."

Toch zegt ook Sanquin op korte termijn die uitslag te kunnen geven. "Wij testen nu voor verschillende GGD's in het land, van Veenendaal tot Venlo en Dordrecht tot Amersfoort en Amsterdam. Al die tests worden door ons opgehaald bij de testlocaties en iedereen heeft binnen 24 uur na de afname een uitslag binnen."

Volgens zorgeconoom Xander Koolman is de manier waarop de tests nu verdeeld worden inderdaad niet logisch. "Wat je wil is dat er concurrentie ontstaat op prijs en kwaliteit en toegankelijkheid en het gaat in dit geval ook over de snelheid. Dat je snel terechtkan bij zo'n teststraat en dat er snel een resultaat is, dat is essentieel", zegt hij. "Eigenlijk zouden de grotere laboratoria een groter deel van de markt moeten krijgen. Dat wordt nu voorkomen door dit verdeelsysteem."

Ook gebeurt het nu regelmatig dat kleinere laboratoria de aanwas van testen niet aankunnen, waardoor teststraten hun hele logistiek moeten omgooien om bij een ander lab te komen. Daarvoor moeten andere buisjes worden aangeleverd, etiketten aangepast en tijdstip voor transport gewijzigd. Sanquin heeft hier meerdere keren per maand mee te maken.

Kwaliteit of kwantiteit?

Ann Vossen begrijpt de terughoudendheid van medisch-microbiologen om de coronatests naar grote laboratoria over te hevelen. "Het is een moeilijke situatie. Laboratoria houden de kwaliteit van hun werk hoog in het vaandel en er is natuurlijk een angst dat dat afbreuk gaat lijden als het op een andere manier ingericht gaat worden. Het is heel logisch dat mensen dat voelen."

Ze benadrukt dat de kwaliteit van de tests voorop moet staan maar staat wel open voor het gebruik van grote centrale laboratoria. "Kijk, als het moet omdat we het met zijn allen niet aankunnen dan moeten we daar over praten. En dan moeten we ook over de kwaliteit praten en hoe we dat kwalitatief zo goed mogelijk kunnen inrichten."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl