Aangepast

Justitie tapte klokkenluider in onderzoek naar de WODC-affaire

  • Bas Haan

    verslaggever

  • Bas Haan

    verslaggever

De klokkenluider in de WODC-affaire, over de politieke beïnvloeding en sturing van wetenschappelijk onderzoek, blijkt maandenlang te zijn afgetapt door justitie. Die vergaande stap nam de rijksrecherche tijdens het strafrechtelijk onderzoek dat na aangifte van minister Ferd Grapperhaus door het OM was gestart. Afgelopen zomer onthulde Nieuwsuur het bestaan van dat onderzoek, wat in de Tweede Kamer en op het ministerie van Justitie zelf tot grote verontwaardiging leidde.

De klokkenluider, de inmiddels gepensioneerde Marianne van Ooyen, werkte bij het wetenschappelijk onderzoeks- en documentatiecentrum, toen ambtenaren van Justitie daar tegen de regels in probeerden invloed uit te oefenen op formeel onafhankelijk onderzoek. Van Ooyen had de misstanden aangekaart bij de leiding. Daarvoor werd ze zelfs door minister Grapperhaus publiekelijk uitbundig gecomplimenteerd. Nu blijkt dat zij door justitie werd afgeluisterd op haar privé-telefoon.

In het strafrechtelijk onderzoek naar de journalistieke bronnen van Nieuwsuur in de WODC-affaire is naast Van Ooyen ook een nog werkzame ambtenaar van het ministerie getapt door de rijksrecherche. Daarnaast is ook een rechter (rechter-plaatsvervanger) getapt die eerder als vertrouwenspersoon en integriteitscoördinator op het ministerie werkte.

Ik had er nooit bij stilgestaan dat ze zo ver zouden gaan.

Marianne van Ooyen in interview met NRC

Marianne van Ooyen wilde niet reageren op de kwestie tegen Nieuwsuur, maar gaf een exclusief interview aan NRC. In de krant vertelt Van Ooyen dat ze nooit had gedacht dat ze zou worden afgeluisterd. "Ik had er nooit bij stilgestaan dat ze zo ver zouden gaan. (...) Dat is een enorme inbreuk op mijn privacy en voelt heel onveilig", is te lezen in het interview.

De WODC-affaire: een kort overzicht

Het was de interne klacht van klokkenluidster Van Ooyen, die de basis vormde voor de Nieuwsuur-onthullingen over politieke invloed op onafhankelijk onderzoek waarmee de WODC-affaire eind 2017 begon. Er volgden drie onderzoekscommissies; de WODC-directeur stapte op; en minister Grapperhaus kondigde vergaande verbeteringen en maatregelen bij het WODC aan, waarmee de WODC-affaire leek afgesloten.

Maar afgelopen zomer onthulden we dat justitie een strafrechtelijk onderzoek was begonnen naar degene die de klacht van Van Ooyen naar Nieuwsuur gelekt had. Tijdens dat onderzoek blijkt nu dus dat ook de klokkenluidster zelf door justitie is afgeluisterd.

Zowel in de Tweede Kamer als in persverklaringen prees minister Grapperhaus tot nu toe de rol die Van Ooyen in de WODC-affaire speelde. "Wij beschouwen mevrouw van Ooyen als een klokkenluidster die daarvoor alle respect verdient. Zij heeft intern tevergeefs aan de bel getrokken," aldus een schriftelijke verklaring van het ministerie.

Tijdens een Kamerdebat in maart dit jaar, waar Van Ooyen op de publieke tribune zat, zei de minister: "Ik begin met direct te zeggen dat de klokkenluidster in deze zaak complimenten verdient. En complimenten is misschien nog wat stijfjes uitgedrukt. Het verdient groot respect dat je als individu op enig moment in een organisatie aan de kaak stelt dat je de stellige overtuiging hebt dat iets niet goed loopt." Ook zei minister Grapperhaus: "Dit is het individu tegen organisatie. En ik vind dat dat altijd bescherming verdient."

Ambtenaar moet het veld ruimen

Wat de minister niet vertelde, is dat Van Ooyen op datzelfde moment door het Openbaar Ministerie werd getapt in het strafrechtelijk onderzoek dat juist na aangifte door de minister zelf was gestart.

Na dat debat vroeg Ronald Barendse, de een na hoogste man van het departement, of hij Van Ooyen mocht bellen om terug te kijken op de situatie, vertelt ze in NRC. "Ik wilde niet. De zaak was voor mij eindelijk afgedaan en ik had grote behoefte aan rust. Ik wilde met mijn man op vakantie. Gewoon, drie weken kamperen."

De minister verdedigde afgelopen zomer het nieuws over het strafrechtelijk onderzoek naar het lekken, door te stellen dat het een kwestie was van het Openbaar Ministerie waar hij zich niet mee kon en wilde bemoeien. Maar enkele weken later onthulde Nieuwsuur dat de ambtelijke top van het departement zich helemaal niet onafhankelijk opstelde, en zelf intern jacht maakte op het lek. Dat leidde de volgende dag tot het vertrek van de een na hoogste ambtenaar, plaatsvervangend secretaris-generaal Barendse.

Dat nieuws leidde op Van Ooyens kampeervakantie tot veel stress. "Zittend voor mijn tent hoorde ik dat Nieuwsuur opnieuw over het WODC had bericht, dat Barendse was opgestapt en dat de Ondernemingsraad van het departement aan de bel had getrokken over de aangifte. Ondertussen zat ik te stuiteren op de camping." Van Ooyen ging een week eerder naar huis, daar werd ze door de rijksrecherche uitgenodigd om als getuige te worden verhoord.

In het verhoor herhaalde ze wat ze al meerdere keren had gezegd: "Dat ik mijn klokkenluidersmelding niet gelekt heb en dat ik niet weet hoe mijn melding ooit bij Nieuwsuur-journalist Bas Haan terecht is gekomen. Daarna kon ik weer gaan."

Als ik niets had gezegd, had niemand ervan geweten.

Marianne van Ooyen

De situatie heeft veel effect op de klokkenluider gehad. "Ik ben bang geworden voor de macht van de staat en het ministerie. Ik durf mails en berichten over het WODC nauwelijks te lezen, uit vrees dat ze weer een akelig juridisch geintje hebben bedacht." Spijt van iets heeft ze niet. "Ik heb gedaan wat iedere beleidswetenschapper in mijn functie zou moeten doen, namelijk aankaarten dat mijn onderzoek werd gecompromitteerd door ambtenaren op het departement. Als ik niets had gezegd, had niemand ervan geweten."

Toch vraagt Van Ooyen zich af of er iets is veranderd bij het ministerie. "Het ministerie zegt het één, maar doet het ander. Ik krijg complimenten omdat ik gemeld heb en beland vervolgens bij de rijksrecherche in een opsporingsonderzoek. De minister zegt dat ik respect verdien, maar ondertussen wordt mijn telefoon afgetapt. (...) Ik hoop dat het ministerie mijn zaak eindelijk kan laten rusten. Ze hebben drie commissies op mij afgestuurd, intern onderzoek gedaan, de rijksrecherche ingeschakeld, mij laten verhoren, mij maanden laten afluisteren, mijn vakanties vergald. Dat lijkt mij wel genoeg", sluit ze af in NRC.

Zoektocht naar concrete verdachten

Het strafrechtelijk onderzoek naar de lekken van Nieuwsuur heeft tot nu toe overigens nog geen concrete verdachten opgeleverd. Het Openbaar Ministerie zal op korte termijn de resultaten van het onderzoek bekend maken.

Tegen de ambtenaren die in de WODC-affaire politiek invloed uitoefenden op het wetenschappelijk onderzoek, zijn nooit maatregelen getroffen.

Verontwaardigde reacties op afluisteren klokkenluider door justitie

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl