De plaatsvervangend secretaris-generaal Ronald Barendse van het ministerie van Justitie en Veiligheid stapt op na berichtgeving over zijn rol in het strafrechtelijk onderzoek naar lekken bij zijn ministerie.
Drie weken geleden werd bekend dat het Openbaar Ministerie bezig is met een strafrechtelijk onderzoek naar de journalisitieke bronnnen in de WODC-affaire na aangifte door het ministerie van Justitie en Veiligheid. Gisteren meldden we dat deze topambtenaar persoonlijk bleef zoeken naar degenen die informatie gelekt hadden naar Nieuwsuur in die affaire. De gelekte informatie ging over ongeoorloofde politieke invloed op wetenschappelijke rapporten van het onafhankelijk onderzoeksinstituut WODC.
Barendse deed dit, terwijl minister Ferd Grapperhaus bij herhaling had benadrukt dat het ministerie geen invloed op het strafrechtelijk onderzoek naar de lekken uitoefende, omdat dat een zaak was van het Openbaar Ministerie.
Barendse heeft de afgelopen maanden, naast het strafrechtelijk onderzoek, echter zelf meerdere mensen ondervraagd over de bronnen. Bij die gesprekken werden de potentieel verdachte justitiemedewerkers niet bijgestaan door een advocaat en ook niet op hun rechten gewezen.
De gesprekken werden overigens niet alleen door Barendse gevoerd. Hij deed dit samen met andere topambtenaren van het Bureau Secretaris-Generaal van het ministerie. Of die andere betrokkenen ook consequenties ondervinden van hun rol in de affaire, is vooralsnog onduidelijk. Ook is nog niet duidelijk of de secretaris-generaal zelf op de hoogte was van de gesprekken die zijn plaatsvervanger voerde.
Barendse heeft nu zelf zijn conclusie getrokken en heeft zijn functie beschikbaar gesteld. In een publieke reactie laat secretaris-generaal Riedstra weten: "Ik kan niet anders dan zijn beslissing respecteren, maar met Ronald verlies ik een belangrijke steunpilaar bij alle veranderingen die we binnen Justitie en Veiligheid doorvoeren."
In een toelichting op intranet bedankt Riedstra zijn plaatsvervanger en roemt hij zijn kwaliteiten. Op het feit dat hij ongeoorloofde gesprekken voerde in de zoektocht naar de lekken, gaat Riedstra verder niet in.
Minister Grapperhaus laat weten: "Ik respecteer dit zeer ingrijpende besluit. Ik ben hem erkentelijk voor het vele werk dat hij de afgelopen jaren voor mijn departement heeft verricht."
De WODC-affaire
De affaire begon in december 2017, toen Nieuwsuur documenten onthulde die aantoonden dat WODC-onderzoeken naar het Nederlands drugsbeleid door het ministerie van Justitie werden beïnvloed.
De basis voor die onthulling was de klacht van een interne klokkenluider, Marianne van Ooyen. Zij had in de afgelopen jaren bij de ambtelijke top van het ministerie bij herhaling, maar steeds tevergeefs, aan de bel getrokken. Pas toen de schriftelijke klacht van Van Ooyen via anderen bij Nieuwsuur terechtkwam, kon de WODC-affaire worden onthuld.
Daarnaast bleken er tientallen mailtjes, conceptrapporten en documenten te bestaan die de politieke manipulatie bevestigden. Uiteindelijk gaf klokkenluider Van Ooyen toestemming haar interne klacht te publiceren.