De 'integratieparadox': hoe langer in Nederland, hoe meer onbehagen
In politiek Den Haag wordt als verklaring voor de gebeurtenissen in Amsterdam gesproken over een "integratieprobleem". Ook premier Schoof sloot zich daar gisteren bij aan: volgens hem heeft dat probleem zich "in de afgelopen vijftig jaar" ontwikkeld. Vandaag onderstreepten diverse politici van coalitiepartijen deze analyse.
Is er inderdaad sprake van zo'n 'integratieprobleem'? Een lastig te beantwoorden vraag, vindt Jaco Dagevos. Hij doet bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) al jaren onderzoek naar het thema.
Ja, zegt hij, veel jongeren met een migratieachtergrond hebben niet het gevoel dat ze een volwaardig onderdeel van de maatschappij zijn. "Dat komt doordat ze vaak niet als burger worden gezien, maar slechts als deel van een problematische groep, een etnische of een religieuze."
Groeiend onbehagen
En dat er gescheiden werelden zijn in Nederland, staat volgens de SCP-onderzoeker ook vast. "Maar uit onderzoek blijkt ook dat de tweede generatie juist veel meer contact heeft buiten de eigen groep. Dat is echt een verschil met de eerste generatie migranten, die vaak de taal niet goed sprak en vooral in eigen kring verkeerde."
Ook op sociaaleconomisch vlak doen de migrantenkinderen en -en kleinkinderen het beter dan hun ouders. Dagevos: "Als je kijkt naar bijvoorbeeld de arbeidsparticipatie en het opleidingsniveau, dan gaat het echt de goede kant op."
Toch groeit het onbehagen onder de tweede en derde generatie. Dit noemen wetenschappers de 'integratieparadox': degenen die het meest zijn 'geworteld', ervaren het vaakst discriminatie en uitsluiting.
Discriminatie en uitsluiting
Mensen die meer zijn geïntegreerd en participeren, worden juist meer blootgesteld aan uitsluiting, bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt of in het onderwijs, schrijft het SCP in het twee jaar geleden gepubliceerde onderzoek 'Gevestigd, maar niet thuis'.
Aspecten als ervaren uitsluiting, het gevoel dat personen met een migratieachtergrond niet dezelfde kansen hebben en er uiteindelijk niet bij horen, lijken volgens de onderzoekers een rol te spelen bij sociale samenhang, politieke representatie en institutioneel vertrouwen. "Dit onderstreept nog maar eens dat integratieprocessen niet los gezien kunnen worden van discriminatie en uitsluiting."
Ook speelt mee, constateert het SCP, dat de tweede generatie meer meekrijgt van de politieke en maatschappelijke discussie over integratie, migratie, racisme en de islam. "Dit alles geeft voeding aan sombere opvattingen over de mogelijkheden en kansen van personen met een migratieachtergrond in Nederland."
Als je problemen wil oplossen, is het belangrijk dat je geen groepen wegzet.
De jongere generaties worden hier extra door geraakt, zegt Dagevos. "Veruit de meeste jongeren zijn hier geboren, opgegroeid en naar school gegaan. Ze voelen zich Turk of Marokkaan, maar zeker ook Nederlander. De tweede en derde generatie probeert hun plek op te eisen, feitelijk gezien een vorm van emancipatie. Maar in maatschappelijke discussies worden ze vaak gereduceerd tot onderdeel van een probleemgroep."
De SCP-onderzoeker pleit ervoor dat soort frames niet te gebruiken. "Daarmee span je het paard achter de wagen. Schoof heeft ook gezegd dat hij bruggen wil slaan, dat we met elkaar verder moeten. Als je problemen wil oplossen, is het belangrijk dat je geen groepen wegzet. Mensen, en vooral jongeren, krijgen dan het idee dat ze geen volwaardig burger zijn. Het draagt dus niet bij aan de oplossing."
Onderdeel van Nederland
Politici krijgen inmiddels van meerdere kanten het verwijt dat zij olie op het vuur gooien en zich gematigder zouden moeten uiten. Zelf vinden zij dat onterecht. Caroline van der Plas (BBB): "Het is onze taak om dit te benoemen, te signaleren en er iets aan te doen."
Ook PVV-leider Wilders begrijpt het verwijt niet. "Ik zeg gewoon wat waar is. En eindelijk wordt het nu ook door andere mensen benoemd." Dilan Yesilgöz van de VVD: "Als ik dit niet kan benoemen, wat doe ik hier dan?"
Dagevos wil niet pleiten voor het onbenoemd laten van problemen, zoals antisemitisme of intolerantie ten opzichte van lhbti'ers. De SCP-onderzoeker erkent dat het misschien weinig concreet klinkt, maar de enige manier om mensen de kans te geven om te integreren is ze te beschouwen als individu en "serieus te nemen als burger".
Of zoals het in zijn publicatie staat: "Er is niet alleen beleid nodig dat gericht is op sociaaleconomische participatie, maar ook beleid dat groepen insluit en duidelijk maakt dat zij onderdeel zijn van Nederland."