Sjors Hofstede
datajournalist Nieuwsuur
Ondanks de krappe woningmarkt slaagden jongeren er het afgelopen jaar weer vaker in om een koophuis te bemachtigen. Maar niet iedereen zag zijn kansen even snel groeien: voor de modaal verdienende vrijgezel blijft het aanbod in veel regio's bijna gelijk aan nul.
Het deel van de bevolking dat alleen woont, is de afgelopen vijftig jaar verviervoudigd: bijna één op de vijf Nederlanders woont tegenwoordig alleen. Met de huidige rentestand kan een alleenstaande met een modaal salaris (44.000 euro bruto) ongeveer 195.000 euro lenen.
Hypotheekbemiddelaar de Hypotheker berekende dat voor dat bedrag momenteel 1,7 procent van de te koop staande huizen bereikbaar is. In de provincies Flevoland, Noord-Brabant en Noord-Holland is dat zelfs niet meer dan een half procent.
Voor tweeverdieners met modale inkomens is een veel groter deel van de te koop staande woningen betaalbaar:
Voor starters leek er afgelopen jaar juist weer iets meer ruimte te ontstaan op de woningmarkt. Uit cijfers van het Kadaster blijkt dat het aantal huizen gekocht door 35-minners op het hoogste niveau ligt sinds begin 2022.
Dat jongeren vaker hun slag weten te slaan, komt eerder door de economische omstandigheden dan door een groter woningaanbod, aldus woningmarkt-onderzoeker Matthijs Korevaar (Erasmus Universiteit Rotterdam). "Begin 2022 stegen de energiekosten en de inflatie heel snel, waardoor mensen minder geld overhielden", zegt hij. "Nu is de inflatie lager en stijgen de lonen, waardoor mensen weer meer geld neer kunnen leggen." Ook de gestegen verkoop van - vaak goedkopere - huurwoningen speelt volgens Korevaar een rol in de toename.
Hoe kan het dan dat de alleenstaande achterblijft? Een logische verklaring is dat twee personen al snel meer verdienen dan één, en zich daardoor meer kunnen veroorloven. Zeker als de huizenprijzen zo snel stijgen als het afgelopen jaar, met 11 procent volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), is het makkelijker voor koppels om de markt bij te benen.
Maar volgens Korevaar speelt er meer: "Als je vroeger als alleenverdiener een jaarinkomen had van 80.000 euro mocht je meer lenen dan twee mensen die alle twee 40.000 euro verdienen. In de afgelopen tien jaar is dat gelijk getrokken." Alleenstaanden en tweeverdieners met hetzelfde inkomen mogen nu dus evenveel lenen.
Zelfs kleine appartementen zijn voor modale alleenwonenden nauwelijks te betalen, zien deze makelaars:
Korevaar ziet in zijn werk wat de hoge huizenprijzen betekenen voor vrijgezellen. "Het percentage alleenwonenden jonger dan 40 jaar dat jaarlijks van een huurwoning naar een koopwoning verhuist, is gedaald van 3 procent in 2010 naar zo'n 2 procent in 2020", zegt hij op basis van een lopend onderzoek. "Terwijl dit voor stellen redelijk gelijk is gebleven rond de 7 procent."
En gezien de krappe markt schat Korevaar in dat de positie van alleenstaanden er de afgelopen jaren alleen maar benarder op is geworden.
Tegelijkertijd houdt ook het aanbod van betaalbare huurhuizen niet over, met de grootste huurprijsstijging in 30 jaar. Het CBS ziet dat jongeren door de hoge huizenprijzen langer bij hun ouders blijven wonen, en volgens Korevaar geldt dit in hogere mate voor singles. Snel verbeteren ziet hij hun situatie niet. "Daar zijn vooral meer woningen voor nodig."
Toch oppert hij nog wel twee andere maatregelen die kunnen bijdragen. De eerste: "Andere normen voor hypotheken, waardoor alleenstaanden iets meer kunnen lenen en tweeverdieners met een vergelijkbaar inkomen wat minder."
'Maak huren fiscaal voordeliger'
Een tweede oplossing is ons minder blind staren op koopwoningen, zegt hij: "In Nederland wordt eigenlijk iedereen richting een koopwoning geduwd, want dat is fiscaal aantrekkelijk. Er bestaat ook het idee dat het goed is om een koopwoning te hebben. Door die fiscale voordelen zijn er best wel grote belastingverschillen tussen iemand die in een particuliere huurwoning woont en iemand die een koopwoning bezit. Op lange termijn zou je dat verschil kunnen verkleinen."
De nieuwe minister van Volkshuisvesting, Mona Keijzer, wijst er in een reactie op dat in 2024 de leenruimte voor alleenstaanden al is verruimd met gemiddeld 16.000 euro, maar erkent dat het aanbod beperkt blijft. "Daarom zet ik er op in om zo snel mogelijk naar een productie van 100.000 woningen per jaar te komen, waarvan tweederde betaalbaar.
Ook wil ze de huidige voorraad beter benutten voor singles: "Ik denk hierbij onder meer aan flexwoningen, hospitakamers en gesplitste woningen. Elke woning is er één."