'We moeten gedupeerden niet de les lezen over teruggave roofkunst'
Decennialang vergaapten museumbezoekers in Amsterdam en Leiden zich aan 'Toi Moko', gemummificeerde hoofden met complexe Maori-tatoeages. Aandacht was er nauwelijks voor hoe ze 150 jaar geleden door lijkschennis, grafroof of zelfs moord hier eindigden. Totdat Maori zelf een campagne begonnen om hun voorouders terug te krijgen.
Het is een van de weinige echte succesverhalen die Jos van Beurden kan aanhalen in Ongemakkelijk Erfgoed, over de teruggave van koloniaal erfgoed. In dertig jaar haalde Nieuw-Zeeland 600 hoofden en lichaamsdelen terug van over de hele wereld. Ook de hoofden uit Nederland liggen tegenwoordig in een sacrale ruimte, bedoeld om de waardigheid van de overledenen te herstellen.
Hoewel westerse onwelwillendheid, stroperige bureaucratie en Oost-Indisch dove musea de boventoon voeren in het boek, is schrijver en onderzoeker Van Beurden hoopvol. Teruggave van roofkunst lijkt de norm te worden: Frankrijk kondigde baanbrekende plannen aan, Nederland volgde en verschillende musea zijn bereid topstukken af te staan.
"Vergeleken met een paar jaar geleden ben ik optimistischer geworden. Of het een waterscheiding is weten we pas achteraf, maar het is niet uitgesloten."
Procedures verkorten?
De overtuiging dat roofkunst terug dient te gaan wint terrein in de museumwereld. Dat moet onvoorwaardelijk gebeuren, maande de Raad voor Cultuur, een advies dat door het kabinet werd overgenomen. Toch ziet Van Beurden, met zijn decennialange ervaring als onderzoeker koloniale collecties en teruggavekwesties, het in de praktijk nog vaak misgaan. Hij pleit ervoor snel concrete gebaren te maken.
"Het gaat om duizenden objecten, maar als je bijvoorbeeld kijkt naar 2020, toen is er één object teruggegaan. En daar was 2,5 jaar herkomstonderzoek voor nodig. Dat schiet dus niet op."
"Je kunt een verkorte procedure instellen voor objecten waarvan algemeen wordt aangenomen dat het roofbuit is. Dan heb je tijd voor objecten die veel moeilijker zijn uit te zoeken. De huidige procedures roepen soms irritatie op: Sri Lanka heeft wel wat beters te doen dan het spelletje mee te spelen."
Hou dan je zooi maar, zei Indonesië.
Van Beurden merkt meer onvrede in gesprekken met experts uit de voormalige koloniën, over gebrek aan inlevingsvermogen bijvoorbeeld. Hij wijst op de manier waarop de collectie van Indonesië-museum Nusantara werd verdeeld: eerst mochten Nederlandse musea wensen indienen, wat overbleef kreeg Jakarta. Als Indonesië verzendkosten betaalde.
"Ik vond het een verademing toen Indonesië zei: 'Hou dan je zooi maar'. Nou ja, ze zeiden natuurlijk: 'We accepteren uw vriendelijke aanbod niet'", lacht Van Beurden. "Eindelijk werd er gezegd: zo werkt het niet meer in de 21ste eeuw. Je moet met elkaar in overleg."
Het voorbeeld laat volgens Van Beurden ook zien dat Nederlandse musea niet bang hoeven te zijn dat hun hele collectie verdwijnt. "Indonesië heeft bijvoorbeeld allang gezegd niet alles terug te willen. Waar moeten we dat allemaal laten, zeggen ze. Ze willen wel zelf komen kijken wat ze precies terug willen hebben. In plaats van dat wij zeggen: hier heb je wat."
Nu we onszelf gedefinieerd hebben als rovers, moeten we de gedupeerden niet de les gaan lezen."
Belangrijk is het daarbij dat westerse musea hun soms paternalistische houding laten varen. "Stop met stiekem denken 'jullie kunnen het niet'", hoorde Van Beurden van een Argentijnse conservator. "Nu we onszelf gedefinieerd hebben als rovers, moeten we de gedupeerden niet de les gaan lezen."
Dat betekent dat bezwaren over mindere beveiliging, slechte conservatie of corruptie misschien eens moeten worden ingeslikt als neokoloniale smoesjes. "We meten heel vaak met twee maten. In de Kunsthal kwamen dieven ook binnen vanwege een lullig slotje. Als zoiets in Nigeria gebeurt zeggen we 'zie je wel', maar we hebben zelf ook de zaak soms niet op orde."
Kopieën als topstuk
Van Beurden denkt oprecht dat er een win-winsituatie mogelijk is. "Als je een geschonden relatie herstelt, dan is dat winst voor beide partijen." Hij wijst op de tentoonstelling 100x Congo in Antwerpen, waaraan ook Congolezen en Belgen met een Congolese achtergrond bijdroegen. "Die tentoonstelling gaat niet alleen meer over de objecten, maar ook over een onderlinge relatie. Dat maakt het interessant."
Voor de lege plekken die achterblijven weet hij ook nog wel een oplossing. "In Azië wordt een perfecte kopie gezien als topkunst. Daarom bood Indonesië in de jaren 70 Museum Volkenkunde aan om vier beelden die ze graag willen hebben perfect na te maken. Ik vind dat een doodnormale oplossing. Je kweekt onderling vertrouwen en Leiden heeft een manier om de beelden te houden. Kunnen ze er bordjes bij zetten met de bijzondere geschiedenis ervan."
Jos van Beurden - Ongemakkelijk Erfgoed - Walburg - ISBN: 9789462496583