Epke Zonderland: die ene minuut waarin heel Nederland de adem inhield
Als je met 'slechts' één gouden medaille op de zevende plek in de lijst van grootste olympiërs van Nederland terechtkomt, moet het wel een hele bijzondere zijn. En dat was de gouden medaille van Epke Zonderland ook, op 7 augustus 2012 aan de rekstok.
Zonder overdrijven kan gezegd worden dat heel Nederland die middag, kijkend naar de televisie, de adem inhield terwijl Zonderland zichzelf in de geschiedenisboeken turnde. Die historische medaille, het eerste turngoud voor Nederland in de geschiedenis, brengt de Fries op nummer 7 in de verkiezing van beste Nederlandse olympiërs.
Iedereen stond toen de destijds 26-jarige Fries na zijn afsprong in Londen zonder nahupje de armen in de lucht stak. Mede dankzij het trio Cassina, Kovacs en Kolman was de eerste individuele turnmedaille voor een Nederlander een feit.
Dat ging natuurlijk niet vanzelf. Jarenlang hard werken en trainen ging eraan vooraf. En het had zelfs niet veel gescheeld of Zonderland was er niet eens bij geweest in Londen. Hij wist zich niet via het WK te kwalificeren, waarna de turnbond hem aanwees, tot ongenoegen van collega-turner Jeffrey Wammes. De rechter moest er zelfs aan te pas komen.
Maar dat was allemaal vergeten toen Zonderland op de eerste dag van de Spelen als eerste sporter in de turnhal stond voor de kwalificatie aan de rekstok. Zijn konijn - de drie vluchtelementen achter elkaar - bleef nog in de hoge hoed, maar de Fries plaatste zich alsnog met de beste score voor de finale.
Het moment van zijn leven
Tien dagen later stond Zonderland opnieuw in de turnhal voor de finale. De hal was uitverkocht en Zonderland was onder de indruk. Nerveus trok hij zich al snel terug in de inturnhal, om zich in zijn eigen wereld te herpakken voor het moment van zijn leven.
Zonderland was als zesde aan de beurt. "De komende minuut gaat het leven van Epke Zonderland veranderen", waren de profetische woorden van tv-commentator Hans van Zetten.
Alles draaide natuurlijk om de Cassina-Kovacs-Kolman-combinatie: drie vluchtelementen, drie verschillende dubbele salto's, achterelkaar. Dat was nog nooit vertoond, en Zonderland deed het. "Het ging goed, maar het scheelde niet veel", sprak Zonderland nuchter. "Je kan er net zo goed af vallen."
Dat wist Zonderland maar al te goed. Vier jaar eerder, in Peking, kwam hij tijdens de olympische rekstokfinale ten val. Vier jaar later, in Rio de Janeiro, zou dat opnieuw gebeuren.
En hij staat
Maar in Londen ging het foutloos, ook de afsprong. "En hij staat! Hij staat! Het is ongekend!", klonk het welbekende commentaar van een jubelende Van Zetten.
En dat Zonderland stond, was belangrijk. Een nahupje had een aftrek van 0,3 punt kunnen opleveren. En dan had hij niet alleen geen goud gewonnen, maar was hij zelfs naast het podium komen te staan.
Maar hij stond. En turnde de oefening van zijn leven. Waarna hij alleen nog op zijn score moest wachten. En wat duurde dat staren naar het scorebord lang. Er leek zelfs even ergernis en ongeduld op het stralende hoofd van Zonderland door te schemeren.
En toen stond het op het bord: 16,533. Ongekend en goed voor goud. "Hij staat één! Hij staat één!", klonk het als een herhaling van Van Zetten. "Die smile kun je nu tot in lengte van dagen op je hoofd houden. Je bent olympisch turnkampioen. Een droom is waargemaakt."
Top-15 beste Nederlandse olympiërs
Plaats | Olympiër |
8. | Anky van Grunsven |
9. | Anton Geesink |
10. | Ard Schenk |
11. | Ellen van Langen |
12. | Dorian van Rijsselberghe |
13. | Yvonne van Gennip |
14. | Ranomi Kromowidjojo |
15. | Nicolien Sauerbreij |