'Toplaag 'onzichtbare' Brabantse drugsbazen bepaalt alles'
Tien tot vijftien mensen maken de dienst uit in de drugswereld in Noord-Brabant en Zeeland, maar tot nu toe blijven ze buiten schot. Dat staat in een rapport van onderzoeksbureau Beke. Volgens het onderzoeksbureau wordt de toplaag gevormd door autochtone Nederlanders en een paar mensen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond, die vaak al 20 tot 30 jaar actief zijn in de wereld van de drugshandel.
Om onder meer de jacht op deze groep te intensiveren, heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid eerder al 25 miljoen euro vrijgemaakt. Daarmee kan de Taskforce Brabant-Zeeland, die de ondermijnende drugscriminaliteit bestrijdt en samenwerkt met verschillende diensten zoals de FIOD, meer doen aan opsporing van bijvoorbeeld de geldstromen.
'De Onzichtbaren'
Uit het rapport van onderzoeksbureau Beke blijkt dat de mannen aan de top zich de afgelopen jaren min of meer 'onzichtbaar' hebben gemaakt, via ingewikkelde fiscale en juridische constructies. Ook proberen ze zo min mogelijk op te vallen in het dagelijks leven: zo houden ze er, in tegenstelling tot de middenlaag, geen exorbitante levensstijl op na en wonen ze niet in opvallende huizen.
Het werkterrein van de drugsbazen, beperkt zich niet tot het zuiden van Nederland, maar ze hebben wel allemaal hun wortels in Brabant. De mannen vormen samen de spin in het web van een deel van de Europese drugsmarkt en hebben op hoog niveau contact met Colombia en Pakistan. Ze reizen daar regelmatig naartoe.
Onderzoeker Van Wijk van Bureau Beke noemt in het NOS Radio 1 Journaal greep krijgen op deze geldstromen en het uit elkaar rafelen van de constructies een tijdrovende en moeilijke klus.
In het AD zegt politiechef Hanneke Ekelmans dat de politie "aardig in beeld" heeft wie de drugsbazen zijn. Om deze figuren beter aan te kunnen pakken, is veel geld nodig en de 25 miljoen euro zou dan ook niet genoeg zijn. Burgemeester Theo Weterings van Tilburg pleit in de krant voor het opzetten van een fonds specifiek gericht op het afpakken van crimineel geld.
Dat de top tot nu toe minder hard is aangepakt, komt onder meer doordat de Taskforce zich eerst richtte op het aanpakken van de zichtbare kant van de drugsproblematiek, zegt Van Wijk. De nadruk lag volgens hem op het oprollen van hennepplantages en xtc-laboratoria, om duidelijk te laten zien dat drugshandel niet wordt gepikt.
Het nadeel is dat de opdrachtgevers in de drugsscene buiten schot blijven. De mensen die de productielocaties in de praktijk runnen of hun schuren verhuren aan criminelen, zijn makkelijk te vervangen. De mannen aan de top die miljoenen euro's winst maken, voelen het amper als een plantage of laboratorium wordt gesloten, zegt Van Wijk.
Bovendien doen de topmensen er dus alles aan om onzichtbaar te blijven voor instanties.
'Meer dan gemiddelde intelligentie'
Volgens de onderzoekers hebben de topmensen een meer dan gemiddelde intelligentie en is kortetermijnwinst niet hun doel. Ze zijn bereid om minder te verdienen als dat betekent dat ze minder risico lopen. Voor het geld hoeven de grote jongens overigens niet te blijven handelen in drugs. Ze beschouwen de drugshandel volgens de onderzoekers als een spelletje: politie en justitie te slim af te zijn wordt ervaren als een kick.
Opbrengsten worden geïnvesteerd in onroerend goed of nieuwe partijen drugs. Een deel van het geld is opgeslagen in loodsen of onder de grond en wordt beschouwd als werkkapitaal. Sommigen wassen hun geld inmiddels wit via digitale valuta zoals bitcoins.