Rotterdamse Syriëganger veroordeeld tot zes jaar cel
In een extra beveiligde zaal van de rechtbank in Rotterdam is de Rotterdamse jihadist Adil B. (26) bij verstek veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf. Hij had zich in Syrië aangesloten bij Jabhat al-Nusra, een organisatie gelieerd aan al-Qaida.
Behalve de zaak van Adil B. werden vandaag de zaken van nog acht jihadisten behandeld, onder wie de Overijsselse bekeerling Zakariyya (Victor) D. en de Arnhemse rapper Maru-One (Marouane B.). De meeste zaken zijn pro-forma, dus niet inhoudelijk, behalve die tegen Adil B. en Marouane B.
'Geen afscheid'
Geen van de verdachten was zelf aanwezig in de rechtbank. De meeste mannen, in de leeftijd van 21 tot 30 jaar, bevinden zich waarschijnlijk nog in het strijdgebied of zijn dood.
Het Openbaar Ministerie wil niet wachten tot ze eventueel terugkeren, maar nu al tot vervolging overgaan om te benadrukken dat "de rechtstaat geen afscheid heeft genomen van de uitreizigers".
Afgetapte gesprekken
Tegen Adil B. had het OM vorig jaar negen jaar cel geëist. Zijn stem zou te horen zijn in door de AIVD afgetapte telefoongesprekken met zijn familie. De afgelopen tijd is hier door de inlichtingendienst AIVD onderzoek naar gedaan en de conclusie is dat het voldoende vaststaat dat het inderdaad zijn stem is.
Adil B. heeft afstand gedaan van het recht om zijn rechtszaak bij te wonen. Hij heeft gezegd dat hij nooit meer terug wil naar Nederland. Daarom heeft de rechtbank hem nu bij verstek veroordeeld. De rechter liet bij de hoogte van de straf meewegen dat hij geen spijt heeft getoond en nog steeds vecht in het gebied.
Dood of niet?
Ook de zaak van rapper Marouane B. (22) is behandeld. Aangenomen wordt dat hij dood is, maar zeker is dat niet. Om daar onderzoek naar te kunnen doen, wordt de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden.
De overige zaken waren pro-forma. Daarin ging het vooral om de vraag of de verdachten nog in leven zijn, of ze bij de strafzaak aanwezig willen zijn en of hun zaak nog langer moet worden aangehouden.
Het OM vindt dat de verdachten nu wel genoeg tijd hebben gekregen om zich te melden als ze dat willen. De advocaten vroegen meer tijd en de rechter besliste dat de inhoudelijke behandeling 21 juli van start zal gaan.