Koeman heeft bij vernieuwing Oranje steeds meer te kiezen: op weg naar climax in 2026?
Deze interlandweek was de start van "een nieuwe periode" voor Ronald Koeman. Het begin van de weg naar het WK van 2026. Met het flitsende aanvalsspel tegen Bosnië en Herzegovina (5-2) en het sterke vervolg tegen topland Duitsland (2-2) was dat begin veelbelovend.
Over twee jaar moet er een vernieuwd en versterkt Oranje staan op het eindtoernooi in de Verenigde Staten, Canada en Mexico. Met de opties die Koeman deze week kreeg aangeboden op het veld is die hoop gegrond.
Uitblinkende spitsen en revelatie Gravenberch
Bij afwezigheid van de clubloze Memphis Depay (die tijdens de interlandperiode de opzienbarende overstap naar het Braziliaanse Corinthians maakte) was een belangrijke rol weggelegd voor de centrumspits. Joshua Zirkzee gaf met zijn beweeglijkheid en creativiteit het spel van Oranje zaterdag een heel ander gezicht. Dat optreden leek moeilijk te overtreffen.
Maar Brian Brobbey toonde tegen Duitsland aan met zijn kracht en balvastheid eveneens van grote waarde te kunnen zijn. Ook tegen Duitsland was het aanvalsspel, mede dankzij de spits van Ajax, het aanzien meer dan waard.
Zo kunnen we meer namen noemen, maar Ryan Gravenberch verdient sowieso een vermelding. De middenvelder van Liverpool behoorde in beide interlands tot de uitblinkers, met zijn oogstrelende pass op Simons tegen Duitsland als hoogtepunt.
Koemans keuze voor vernieuwing en verfrissing lijkt op het goede moment te komen. Daarbij de kanttekening dat uitblinkers Zirkzee, Brobbey en Gravenberch afgelopen zomer toch echt aanwezig waren bij het toernooi in Duitsland, Zirkzee en Brobbey moesten het toen echter doen met ultrakorte invalbeurten, terwijl Gravenberch helemaal niet in actie kwam.
Het werpt de vraag op of Koeman deze impulsen niet al op het EK aan het elftal had kunnen geven.
Kantelpunt als in 2018?
Het is niet de eerste keer dat Koeman na de zomer zijn elftal een duw in de goede richting weet te geven. Dit kan een kantelpunt zijn in zijn tweede periode als bondcoach. Zoals het kantelpunt in zijn eerste periode als bondscoach zes jaar geleden plaatshad. Ook toen zat er opeens weer muziek in het spel van Oranje.
Het was in de tweede helft van het oefenduel met Peru in de de Johan Cruijff Arena dat debutant Frenkie de Jong als vervanger van Kevin Strootman in de ploeg kwam. Opeens ging het draaien bij Oranje, dat door twee goals van Memphis Depay een achterstand omboog in een 2-1 zege.
Met de entree van Frenkie de Jong kwam de schwung in het spel en de goals van spits Depay maakten het af. Een 'nieuw' Oranje toonde in Parijs tegen Frankrijk (nipt 2-1 verlies) zijn kracht en daarop volgden aansprekende zeges op Duitsland (3-0), Frankrijk (2-0), Engeland (3-1) en Duitsland (2-4).
Het waren de hoogtepunten van de eerste periode onder bondscoach Koeman. De hoogtepunten van zijn tweede periode moeten (hopelijk) nog komen. Dinsdag in Amsterdam slaagde Koeman er opnieuw niet in een topland te verslaan. Toch was de stemming positief.
Opties te over, van verdediging tot aanval
Op het EK haalde Oranje met de halve finales een maximaal resultaat, maar was het spel wisselvallig. Soms leuk op naar te kijken, soms was het slecht en echt swingend was het niet. Dat was deze week wezenlijk anders. Het was grotendeels genieten, het aanvalsspel was bijzonder attractief.
Verdedigend ging er het een en ander fout, vooral bij Matthijs de Ligt. De fouten van De Ligt en de blessure van Nathan Aké vormden de tegenvallers bij dit nieuwe begin.
Gelukkig voor Koeman zijn de opties in de verdediging groot, zeker als de blessuregevallen terugkeren. Dat geldt ook voor het middenveld en nu zelfs voor de positie van centrumspits. Steeds meer kandidaten dienen zich aan, steeds meer internationals spelen bij grote clubs.
Koeman heeft steeds meer te kiezen. En dan is het nog wachten op een fitte Frenkie de Jong. Het beloven mooie interlandjaren te worden. Met de climax op het WK van 2026?