NOS Sport

Caribisch eiland Grenada wint alternatieve medaillelijstjes, Nederland in top tien

Nooit eerder sloot het 'kleine' Nederland een Olympische Spelen af met zo'n hoge notering op de medaillespiegel: zesde. En ook als we andere rekenmethodes gebruiken, komt Nederland er goed vanaf en staat het in de top tien.

Voor wie van rekenen en alternatieve lijstjes houdt: lees mee. En voor wie niet van rekenen houdt: geen zorgen, dat werk hebben wij met hulp van statistiekenbureau Gracenote voor je gedaan.

We hebben gerekend met het totaal aantal medailles in onze alternatieve medaillespiegel om zo veel mogelijk landen mee te pakken. De officiële medaillespiegel is gerangschikt naar goud. De gebruikte bronnen zijn de Verenigde Naties (inwoners), de CIA (oppervlakte) en het IOC (man/vrouw).

Dit is de eindstand van de olympische medaillespiegel:

De Verenigde Staten pakten dankzij de zege in de basketbalfinale bij de vrouwen - de allerlaatste olympische wedstrijd gisteren - de eerste plek ten koste van China. Niet zo verwonderlijk dat deze landen bovenaan staan. Qua oppervlakte en inwonertal behoren ze immers tot de grootste landen ter wereld.

Medailles naar oppervlakte: Nederland op 7

De medaillespiegel ziet er heel anders uit als we rekening houden met het oppervlak van de verschillende landen.

Grenada voert de lijst aan. Het eiland in het Caraïbisch gebied behaalde twee bronzen medailles in atletiek, namelijk met speerwerpen en de tienkamp (beide bij de mannen).

Nederland staat op plek zeven, net achter Dominica, een eiland van 751 vierkante kilometer, ook in de Caribische zee.

Medailles naar inwoneraantal: Nederland op 10

Komen we bij de tweede alternatieve lijst: het aantal inwoners per gewonnen medaille. (Je kunt ook kijken naar het aantal medailles per inwoner, maar dan krijg je hele kleine getallen.)

Grenada voert met 125 duizend inwoners ook deze alternatieve lijst aan. Afgerond heeft het land voor elke 58.000 inwoners één medaille gepakt. Saint Lucia staat dankzij het sprintgoud op de 100 meter van atlete Julien Alfred op plek drie.

Nederland eindigt met een kleine 18 miljoen inwoners op plek tien. Voor elke 532.000 inwoners hebben we één medaille meegenomen uit Parijs. Samen met Hongarije is Nederland het enige land in deze top tien dat geen eilandnatie is.

Medailles naar man/vrouw-verdeling: Nederland op 9 en 6

Voor de Spelen van Parijs 2024 was het streven dat er net zo veel vrouwen als mannen zouden meedoen. Dat doel van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) is bijna gehaald: 51 om 49 procent. Ter vergelijking: bij de vorige Spelen in Parijs, honderd jaar geleden, was nog slechts 4,4 procent van de deelnemers vrouw.

We zijn dan ook benieuwd hoe mannen en vrouwen hebben gepresteerd voor hun land.

Nederland vaardigde meer vrouwen dan mannen af: 165 om 155. Dat komt ook doordat de volleybalsters, waterpolosters en handbalsters zich geplaatst hadden, in tegenstelling tot de mannenteams. Dat zie je terug in de medailles, die per onderdeel zijn geteld.

Kijken we uitsluitend naar medailles die zijn behaald bij een vrouwenevenement, dan staat Nederland op plek 6. Bij mannenevenementen op plek 9.

Maar als alleen goud de doorslag zou geven, zoals bij de reguliere medaillespiegel, zouden de Nederlandse vrouwen vierde (!) staan.

  • NOS
    De Nederlandse vrouwen staan in het alternatieve medailleklassement op plek 6
  • NOS
    De Nederlandse mannen staan in het alternatieve medailleklassement op plek 9

Mocht je in dit lijstje medailles missen, zoals het Nederlandse goud op de 4x400 meter gemengde estafette: de gemengde onderdelen zijn in deze verdeling niet meegenomen, vanwege de gezamenlijke prestatie.

De Verenigde Staten staan bovenaan. Zij hadden het grootste team op de Spelen en ook de meeste deelnemers aan vrouwenevenementen: 338, oftewel 53 procent van de 638 leden tellende delegatie.

Meer geld, meer medailles?

Speelt geld een rol bij de medailles? Dus: hoe meer een land in topsport en breedtesport investeert, hoe meer medailles er worden veroverd? "Gedeeltelijk wel", zegt Maarten van Bottenburg, bijzonder hoogleraar sportontwikkeling aan de Universiteit Utrecht in radioprogramma Met het Oog op Morgen.

Maar er is ook een kanttekening bij te maken. "Sommige landen doen het gezien hun medailles op basis van hun investeringen beter of slechter." Hoe zit dat bij ons? "Nederland doet het gezien de investeringen beter dan je zou verwachten. We hebben een heel goede structuur neergezet, waarin talenten tot bloei kunnen komen."

Van Bottenburg maakt zich dan ook grote zorgen over de voorgenomen bezuinigingen van het nieuwe kabinet op zowel breedtesport als topsport.

"Het ministerie van VWS geeft jaarlijks 46 miljoen aan het NOC*NSF. Het gaat niet om miljarden. We hebben het omgerekend over een biertje per jaar per inwoner", aldus Van Bottenburg.

"Wat hebben we er als Nederland nou voor over om van topsport te genieten? Voor mij is het meer dan een biertje waard. Het gaat niet om veel geld."

Volg de Olympische Spelen

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl