Sudanese protestgeneratie verbitterd: 'Alles is uit elkaar gevallen'
Het lijkt nu bijna onvoorstelbaar, maar vier jaar geleden vormden de straten van Khartoem nog een symbool van hoop. Terwijl burgers de Sudanese hoofdstad massaal ontvluchten, lijkt de euforie van 2019, toen de lang zittende dictator Omar al-Bashir werd afgezet, verder weg dan ooit.
Hoe beleeft de protestgeneratie de oorlog die in hun land is losgebarsten? En is er nog een sprankje over van de hoop op een democratische omwenteling?
Mohamed klinkt gelaten. "Ik maak me erg veel zorgen over mijn land", zegt de jonge filmproducer aan de telefoon. "We zijn denk ik op een punt beland dat we niet meer terug kunnen. Dit valt niet meer te repareren."
Op de achtergrond klinkt het geblaf van een straathond, het geweervuur is even gaan liggen. Op het moment dat de NOS hem spreekt, bevindt hij zich op enkele honderden meters van het vliegveld, een van de plekken waar de afgelopen weken hard is gevochten.
Inmiddels zit hij na een moeilijke tocht door Khartoem in het naastgelegen Omdurman, aan de andere kant van de Nijl. Daar bereidt hij zijn volgende reis voor: weg uit Sudan. "Ik wilde al weg, naar de Golfstaten, later dit jaar. Iedereen die ik ken was al vertrokken of was hetzelfde van plan. Wie een betere toekomst wil, moet het land wel verlaten."
De hoop van toen
Vier jaar geleden leek alles nog anders. In 2019 brak een grootschalige volksopstand uit tegen Omar al-Bashir, die het land destijds al dertig jaar met harde hand regeerde. Een grote groep Sudanezen was helemaal klaar met de het repressieve bewind onder al-Bashir, met de vrouwenonderdrukking en de deplorabele staat van de economie. Ze namen het heft in handen.
"Het was een strijd van lange adem," zegt Ibrahim Babiker, van Girifina, een jeugdbeweging voor geweldloos verzet. Vanuit de Verenigde Staten is Babiker al sinds 2010 betrokken bij het leiden van de protestbeweging. "Uiteindelijk slaagden we erin om de dictator te verdrijven."
Het is dankzij deze protestgeneratie, waar Mohamed en Babiker deel van uitmaakten, dat al-Bashir in het voorjaar van 2019 uiteindelijk aftrad, al kostte dat vele mensenlevens. Een militair bewind nam het over, maar deelde enkele maanden later de macht met een burgerregering onder leiding van Abdalla Hamdok.
"In die tijd geloofden we echt dat ons land de goede kant op ging", zegt Mohamed. "We gingen er economisch op vooruit, kregen steun van de internationale gemeenschap. Ordetroepen en de geheime dienst lieten ons met rust, we hadden meer vrijheid."
Die hoop werd in het najaar van 2021 weer ruw de kop ingedrukt, toen het leger onder generaal Abdel-Fattah al-Burhan, samen met RSF-leider Mohamed Hamdan Dagalo de macht greep, waardoor Hamdok enkele maanden later moest aftreden. "Sindsdien is alles verwoest", zegt Mohamed. "Alles waar we voor stonden is nu helemaal uit elkaar gevallen".
Nieuwe straatprotesten werden beantwoord met traangas en kogels, onderhandelingen met burgerpartijen, gesteund door de internationale gemeenschap, liepen op niets uit. "We kregen al teleurstelling na teleurstelling over ons heen," zegt Mohamed. "De gezondheidszorg stond al aan het randje van de afgrond. De elektriciteitsvoorziening was het afgelopen jaar ontzettend slecht. De inflatie nam steeds verder toe. En nu is het hier letterlijk oorlog."
"Ik denk dat we onze overwinning te lang hebben gevierd en andere problemen uit het oog zijn verloren", blikt Babiker terug. "We schroefden onze activiteiten te snel terug, niet wetende dat we nog een lange weg te gaan hadden naar de democratie die we allemaal zo graag wilden voor Sudan. We begrijpen nu dat het oude regime nooit echt is verdwenen. Deze oorlog is daar het bewijs van."
Waar Mohamed in 2019 nog op allerlei manieren zijn mededemonstranten hielp, van artsen assisteren tot water halen, heeft het netwerk van de straat zich nu verplaatst naar sociale media.
"Er zijn een paar WhatsApp-groepen waar informatie wordt gedeeld. Over waar het op straat veilig is, of waar je nog bepaalde spullen kan krijgen. Voor mij is dat nu genoeg. Op sociale mediakanalen zijn demonstranten ook actief, maar ik blijf daar voorlopig van weg. Het is mentaal te zwaar voor mij om de hele tijd beelden te zien van wat er honderden meters bij mij vandaan gebeurt."
Babiker's beweging Girifna buigt zich over de mogelijkheden voor een nieuwe strategie, al zijn protesten nu onmogelijk. "Het is nu zo gevaarlijk, onze prioriteit is deze oorlog zo snel mogelijk te stoppen. Want dat is het gevaar: dat het geweld zich verder zal verspreiden, binnen verschillende groepen in Sudan en buiten de regio. Het kan nog erger worden dan het nu al is."
De organisatie richt zich nu op het bestrijden van desinformatie en het lobbyen bij politici en diplomaten. "We willen dat er een coalitie komt die de onderhandelingen kan leiden. Initiatieven zijn nu nog te versnipperd. We moeten ervoor zorgen dat de internationale gemeenschap samenkomt en bedenkt hoe deze oorlog zo snel mogelijk kan worden gestopt."