35.000 Janssen-vaccins voor ziekenhuispersoneel
Bijna de helft van de eerste lading Janssen-vaccins gaat naar ziekenhuispersoneel dat in direct contact staat met patiënten. Dat heeft het demissionaire kabinet bekendgemaakt. Tot nu toe werden alleen ziekenhuismedewerkers ingeënt die met coronapatiënten werken, zoals op de IC of op speciale covid-afdelingen.
Maandag worden ongeveer 80.000 doses van het Janssen-vaccin geleverd, daarvan gaan er 35.000 naar de ziekenhuizen. Het is de bedoeling dat de komende weken alle ziekenhuismedewerkers met direct patiëntcontact worden ingeënt. De 35.000 vaccins van Janssen vormen daartoe de eerste aanzet. Met dat vaccin hoeven mensen maar één keer te worden geprikt.
Derde golf
Eerder dit jaar zijn ongeveer 40.000 artsen en verpleegkundigen op corona-afdelingen al ingeënt. Twee weken geleden werden nog eens 40.000 AstraZeneca-vaccins geleverd voor acuut zorgpersoneel, maar korte tijd daarna werd het inenten van mensen onder de 60 met dit vaccin stilgelegd. Met de 35.000 Janssen-vaccins kunnen ziekenhuizen onder meer het ontstane gat opvullen.
"Gezien de grote drukte in de ziekenhuizen met covid-patiënten in deze derde golf en de noodzaak om de reguliere zorg zoveel mogelijk op peil te houden, wil het kabinet alles doen om de mensen in de ziekenhuizen op de been te houden", schrijven de ministers De Jonge (Volksgezondheid) en Van Ark (Medische Zorg) in een gezamenlijke verklaring.
Oproep
Het overgrote deel van het ziekenhuispersoneel heeft nog geen inenting gehad. Deze week vroegen meerdere brancheorganisaties daar aandacht voor. Onder andere de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de beroepsvereniging voor verpleegkundigen (V&VN) riepen het kabinet op om ziekenhuispersoneel sneller te vaccineren.
"De roep om versoepeling begrijpen we echt wel. Maar willen we dit volhouden, dan is het vaccineren van onze medewerkers echt prioriteit nummer één", zei NVZ-bestuurder John Taks toen. Hij was naar eigen zeggen verbijsterd dat het demissionaire kabinet versoepelingen overweegt.
AstraZeneca
Het kabinet besloot donderdag dat mensen onder de 60 jaar niet meer worden ingeënt met het AstraZeneca-vaccin. Aanleiding waren meldingen van een zeldzame combinatie van trombose en een verlaagd aantal bloedplaatjes na een AstraZeneca-vaccinatie. In Nederland is dat voor zover bekend bij acht vrouwen onder de 60 voorgekomen. Een van hen is overleden.
Het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) oordeelde na onderzoek dat de bloedstollingsproblemen een zeer zeldzame bijwerking zijn waarop de kans waarschijnlijk kleiner is dan 1 op 100.000. De voordelen van het AstraZeneca-vaccin wegen volgens het EMA op tegen de risico's. Toch adviseerde de Gezondheidsraad in Nederland om mensen onder de 60 niet meer in te enten met AstraZeneca. Minister De Jonge nam dat advies over.
Het EMA doet ook nog onderzoek naar de combinatie van trombose en een verlaagd aantal bloedplaatjes na een Janssen-vaccinatie. Daarvan zijn wereldwijd vier meldingen bekend, op 4,5 miljoen gezette prikken. Nederland heeft meer dan 11 miljoen Janssen-doses besteld. Maandag komen er dus 80.000 binnen, eind deze maand volgt een tweede levering met ongeveer 90.000 doses. In totaal worden in het tweede kwartaal 3 miljoen Janssen-vaccins verwacht.