Wat doen andere landen met AstraZeneca en wat gebeurt er met voorraad vaccins?
Het AstraZeneca-vaccin wordt in Nederland alleen nog maar gegeven aan 60-plussers. Dat besluit werd genomen na meldingen van een zeer zeldzame combinatie van trombose en een verlaagd aantal bloedplaatjes, hoofdzakelijk bij vrouwen onder de 60 jaar. Hoe nu verder? Hieronder de antwoorden op een paar veelgestelde vragen.
Waarom ligt de grens eigenlijk op 60 jaar?
Minister De Jonge baseert zijn besluit op het advies van de Gezondheidsraad. Die legt de grens op 60 jaar. Het Europese Medicijnagentschap EMA maakte woensdag bekend dat de meeste gevallen van de zeldzame combinatie van trombose en een verlaagd aantal bloedplaatjes na het vaccineren zich voordeden bij mensen onder de 60 jaar. In Nederland werden de inentingen met AstraZeneca bij mensen onder de 60 eind vorige week al stopgezet.
Die leeftijdsgrens is wel arbitrair; zo leggen Frankrijk en België de grens bijvoorbeeld op 55 jaar.
Is het vaccin voor 60-plussers dan wel veilig?
Het Europese medicijnbureau EMA stelde woensdag dat de voordelen van inenting opwegen tegen het zeer kleine risico op de ernstige bijwerking. De kans op de zeer zeldzame bijwerking is waarschijnlijk kleiner dan 1 op 100.000, stelde de EMA, en de meeste gevallen doen zich voor bij mensen onder de 60 jaar.
Wat doen andere Europese landen?
In Europa besloten meerdere landen al eerder het gebruik van AstraZeneca te beperken. Spanje, Duitsland en Italië gaan alleen nog mensen boven de 60 jaar inenten met het vaccin. In Italië kunnen mensen onder de 60 jaar wel nog kiezen of ze het vaccin willen.
België legt de grens dus, net als Frankrijk, op 55 jaar. Jongere Belgen zullen tijdelijk andere coronavaccins krijgen, tenzij ze expliciet aangeven dat ze het AstraZeneca-vaccin willen, bijvoorbeeld omdat ze al een afspraak hadden voor de vaccinatie, die ze willen houden.
Ook in het Verenigd Koninkrijk wordt het inenten met het vaccin beperkt. Inwoners onder de 30 jaar kunnen een alternatief krijgen voor AstraZeneca.
Wat betekent het besluit voor de Nederlandse vaccinatiestrategie?
Volgens De Jonge veroorzaakt het wegvallen van AstraZeneca voor de groep onder de 60 jaar geen grote wijzigingen in de vaccinatiestrategie. Hij gaat er nog steeds van uit dat begin juli iedereen de eerste prik heeft ontvangen, en dat twee derde van de bevolking die gevaccineerd wil worden dan volledig is beschermd.
Het wegvallen van AstraZeneca kan namelijk volgens de deskundigen worden opgevangen door Pfizer, Moderna of Janssen. Voor 1 juli verwacht Nederland 11,1 miljoen doses van Pfizer, Moderna en Janssen. Nog 8,9 miljoen mensen moeten een prik krijgen voor die datum. Met 11,1 miljoen vaccins in bestelling zou dat dus haalbaar zijn, ook zonder AstraZeneca. Daarbij wordt er wel van uitgegaan dat de vaccinatiebereidheid (nu 76 procent) niet omhoog gaat en dat de leveringen op tijd komen.
Wat gebeurt er met de voorraad AstraZeneca die vanwege het besluit overblijft?
De minister verwacht dat er nauwelijks potjes AstraZeneca op de plank blijven liggen. Het plan is om met de groepen te gaan schuiven, zodat het vaccineren zo min mogelijk vertraging oploopt. Mensen onder de 60 krijgen een ander vaccin, van Pfizer, Moderna of Janssen. De voorraad AstraZeneca zal worden ingezet voor 60-plussers en bijna helemaal worden opgebruikt, verwacht De Jonge.
Kunnen mensen onder de 60 vrijwillig het AstraZeneca-vaccin krijgen?
Nee, op dit moment niet. Maar De Jonge sluit die mogelijkheid ook niet uit. Voordat daar een besluit over wordt genomen, wil hij eerst overleggen met vertegenwoordigers van de huisartsen.