'Er wordt bij de corona-aanpak te weinig gekeken naar economische afweging'
De coronamaatregelen leiden tot minder besmettingen en slachtoffers, maar veroorzaken ook economische en sociale schade. Hoeveel kost het redden van een coronapatiënt en staat dit in verhouding tot de maatschappelijke kosten?
Het is een wrange vraag die in het begin van de coronacrisis niet of nauwelijks werd gesteld, zeggen experts. Het beleid was (en is) gericht op het redden van mensenlevens en het beheersbaar houden van de druk op de zorg.
"Logisch", redeneert gezondheidseconoom Maarten Postma. "We willen voorkomen dat er op de IC's onmenselijke keuzes gemaakt moeten worden. Tot nu toe was de nood zo hoog dat er weinig aandacht was voor kosteneffectiviteit. Iedereen voelt op zijn klompen aan dat de corona-aanpak niet kosteneffectief is. Maar dat hoeft ook niet leidend te zijn", zegt Postma. "We zijn vooral gericht op het voorkomen van doden. Toch denk ik wel dat er te weinig gekeken wordt naar de economische afweging."
Hoewel het onderwerp gevoelig ligt, zijn dit soort maatschappelijke kosten-batenanalyses voor economen juist gebruikelijk. Om sommen te maken, hanteren ze de gezondheidskosten per gewonnen gezond levensjaar: de zogeheten 'quality adjusted life year', afgekort QALY. Zo beoordelen ze wat reële kosten zijn voor nieuwe behandelingen en geneesmiddelen. De standaardgrens ligt op 80.000 euro per gewonnen gezond levensjaar (QALY).
Standaard losgelaten
Maar in de bestrijding van de coronacrisis is deze standaard losgelaten: de kosten liggen (veel) hoger. Hoeveel hoger, daar zijn experts het niet over eens. De schattingen lopen uiteen van 5 tot 10 keer meer dan de 80.000 euro per gewonnen levensjaar, tot zelfs honderd keer meer.
"Ik zit er tussenin", merkt econoom Postma op. Hij berekende dat de lockdowns grofweg 100 miljoen euro per dag kosten. Daarmee voorkwamen we ongeveer 40.000 sterfgevallen en kostte een gewonnen gezond levensjaar in zijn berekening 1 miljoen euro.
Dat de schattingen enorm verschillen, verbaast hoogleraar beleidsevaluatie aan de Vrije Universiteit Carl Koopmans niet. "Het is heel moeilijk om te bepalen wat de kosten en baten zijn", zei hij in november al. Alles hangt af van welke maatschappelijke kosten je meeneemt in de berekeningen.
Om deze "onmogelijke som" te maken, moet je aanname op aanname stapelen, want veel gegevens zijn (nog) onzeker. "Dat is sinds eind vorig jaar niet veranderd", zegt Koopmans nu. "We weten wel iets meer, maar er zijn nog steeds te veel onzekerheden."
Postma beaamt dit. "We weten wat de medische kosten zijn: twaalf dagen op de IC kost zo'n 20.000 euro bijvoorbeeld, en we kunnen exact berekenen wat de economische schade is als iemand uitvalt op werk door ziekte. Normaal gesproken zijn bij de weging van een medicijn, de kosten van dat medicijn de enige variabele."
"Nu moeten we alle kosten van de lockdown schatten: hoe moeten we de terugval in economische groei doorrekenen, en de kosten voor overheidssteun? De macro-economische effecten, de werkloosheid die oploopt, de kosten van uitgestelde zorg en psychische klachten en verminderde lichaamsbeweging door gesloten sportscholen? Methodologisch is dat nieuw."
Nog steeds wagen weinig economen zich aan analyse. TU-Delft onderzoeker Bas Kolen was een van de eerste onderzoekers in Nederland die het aandurfde om een kostenbatenanalyse te maken van de coronabestrijding. Zijn conclusie is dat op de lange termijn de kosten van een lockdown niet opwegen tegen de baten, vanuit een puur economisch oogpunt. Dat wil zeggen dat de kosten van de coronamaatregelen op blijven lopen, terwijl de baten - onder meer het aantal levens dat wordt gered - niet oplopen.
"We weten intussen wel dat we veel hogere kosten maken dan de gebruikelijke QALY-standaard. De vraag is: is dat erg? En waar ligt de grens? Dat moet beantwoord worden in een politiek maatschappelijk debat dat maar niet wordt gevoerd", aldus Kolen.
'Hoe komen we hier uit?'
De kosten-batenanalyse is belangrijk, maar er is volgens Kolen een veel relevantere vraag: hoe komen we hier uit? "Het is interessanter om te kijken naar wat nu wel zou kunnen als we de acceptabele risico's centraal stellen, omdat het verbieden van activiteiten alleen zin heeft als het risico's verkleint. Dit testen we nu, tijdens Fieldlab testevenementen. Hierdoor kunnen we economische schade verkleinen en mensen meer handelingsperspectief geven."
Onderzoekers van de TU Delft bekijken welke versoepelingen de meeste maatschappelijke waarde opleveren. "Uit ons onderzoek in mei onder 30.000 Nederlanders bleek bijvoorbeeld dat het openen van contactberoepen en het samenkomen met familieleden meer opleverde qua maatschappelijke waarde, dan het openen van de horeca," zegt onderzoeker Niek Mouter, eveneens verbonden aan de TU Delft.
Nederlanders zijn bereid om 29 cent per huishouden uit te geven aan het voorkomen van een coronasterfgeval.
Hij keek samen met Caspar Chorus naar de bereidheid om geld uit te geven voor de coronabestrijding. Uit dit onderzoek blijkt dat Nederlanders bereid zijn om in totaal 2.32 miljoen euro aan extra belasting te accepteren, om een coronasterfgeval te voorkomen. Dat komt neer op ongeveer 29 cent per huishouden.
Ook bleek dat burgers evenveel waarde hechten aan het voorkomen van een coronasterfgeval, als aan het voorkomen van 15 gevallen van blijvend psychisch letsel en het voorkomen van langdurig inkomensverlies voor 77 huishoudens. "Dit soort cijfers kan de overheid gebruiken bij het maken van afwegingen tussen gezondheid, economie en sociale schade", aldus Mouter.
Ethisch gezien de enige keuze
Maar vooralsnog blijft het opstellen van zoiets als 'dé coronarekening' een onmogelijke opgave, zegt hoogleraar Carl Koopmans. "Als dit alles voorbij is, dan zou het een goed idee zijn om een parlementaire enquête te houden en als onderdeel daarvan ook een kosten-batenanalyse te doen. Maar daarvoor is het nu nog te vroeg."
Ook Postma wil op termijn terugkijken. "Je moet niet praten in termen van goed of fout, maar wel transparant zijn over de kosten. Misschien blijkt over een jaar uit de berekeningen wel dat de kosten extreem hoog zijn per QALY, ver boven die 80.000 euro. Maar dat betekent niet dat we dit niet hadden moeten doen. We doen in de medische wereld wel meer dingen die niet kosteneffectief zijn, omdat het ethisch gezien de enige keuze is."