Een derde van de Kamer 'vernieuwd', ondanks oproep van voorzitter Arib
Een bedrijf waarvan een derde van de werknemers per direct wordt vervangen heeft een probleem, of staat op zijn minst voor een flinke uitdaging. Toch is dat waar de partijen gezamenlijk op afkoersen bij de komende Tweede Kamerverkiezingen in maart.
Nu het overgrote deel de kandidatenlijst af heeft, ontstaat het beeld dat zo'n 50 van de 149 zittende Kamerleden al dan niet onvrijwillig vertrekken (hoe het exact uitpakt is natuurlijk afhankelijk van de verkiezingsuitslag). Het is niet overdreven om dat een aderlating te noemen.
Dat vindt in ieder geval Kamervoorzitter Khadija Arib, die bekendstaat om het vermanend toespreken van parlementariërs die voortijdig vertrekken. Afgelopen zomer deed ze een oproep aan partijvoorzitters om hun vernieuwingsdrang bij de komende verkiezingen een beetje in toom te houden en "zuinig te zijn" op alle Kamerleden. Want "het Kamerwerk is een ambt" en "het collectief geheugen van de Kamer is belangrijk".
Niet voor het eerst
Gezien de kandidatenlijsten, hebben de partijen Aribs advies niet echt ter harte genomen. En dat is niet voor het eerst, ziet oud-Kamervoorzitter Frans Weisglas. Hij waarschuwde tijdens zijn voorzitterschap in 2006 al dat er "niet weer tientallen nieuwelingen hoog op de lijsten moeten worden gezet".
Volgens de VVD'er, die zelf 24 jaar in de Kamer zat, duurt het misschien wel twee jaar voordat je het werk een beetje in de vingers hebt. "Dan zit je goed in de onderwerpen uit je portefeuille, dan heb je een netwerk opgebouwd, dan ken je de procedures in de Kamer."
Dat de procedures van belang zijn had ook CDA-Kamerlid Julius Terpstra snel in de gaten. Toen hij een half jaar geleden een belletje kreeg dat hij 'aan de beurt was' om zijn blauwe stoeltje in te nemen, omdat Erik Ronnes vertrok, duurde het nog anderhalve week tot zijn beëdiging. In die tijd heeft hij het 171 pagina's tellende reglement van orde bestudeerd. "Dat klinkt misschien een beetje suf, maar als je de regels kent, kan je beter je politieke punt maken."
Want dan weet je welke soorten debatten er zijn, hoe je ze kan aanvragen, wanneer je moties kan indienen en op welke manieren je nog meer een punt kan maken. En dat zijn alleen nog formele procedures, ook in de wandelgangen moet je de weg leren kennen om effectief te zijn.
Je moet wel ballen hebben en in het diepe durven te springen.
Het op-drie-na-nieuwste Kamerlid erkent dat het even duurt voordat je alles snapt. Maar Terpstra zegt tegelijkertijd dat je niet lang de tijd hebt om de kat uit de boom te kijken. "Je bent volksvertegenwoordiger en je wil wat bereiken. Dus je moet wel ballen hebben en in het diepe durven te springen."
Lef is prima, maar ervaring in het diepe is toch ook niet mis, zegt de nestor van de Kamer, Kees van der Staaij. En hoeveel ervaring dan? Vijf jaar, als hij een getal moet noemen. "In die tijd heb je een hele cyclus meegemaakt: de formatieperiode, werken aan wetgeving, begrotingen controleren, een aantal debatten gevoerd." En eigenlijk kan je pas daarna "tot verdere bloei komen", zegt de SGP-leider.
Weisglas wijst op het belang van ervaring voor de controlerende taak van de Kamer. Als je er langer zit, kun je beter opboksen tegen de enorme kennis- en informatievoorsprong op de ministeries. Op de departementen werken bij elkaar vele duizenden ambtenaren, die gecontroleerd worden door 'slechts' 150 Kamerleden.
Hoe geniaal een Kamerlid ook is, zoiets lukt je niet als je net bent begonnen.
De ervaren Pieter Omtzigt (CDA, ruim 17 jaar in de Kamer) en Renske Leijten (SP, bijna 14 jaar) is het gelukt erdoorheen te breken in het geval de kinderopvangtoeslagaffaire, schetst de oud-voorzitter. In die affaire hebben zij de bal aan het rollen gekregen en dat is volgens hem grotendeels te danken aan hun ervaring. "Hoe geniaal een Kamerlid ook is, zoiets lukt je niet als je net bent begonnen."
'Frisheid van verwondering'
Maar er kunnen natuurlijk ook best nadelen kleven aan lang op dezelfde plek vertoeven, vindt Van der Staaij met zijn ruim 22 jaar ervaring. "Het gevaar is dat je een déjà-vugevoel krijgt", aldus de SGP'er. "En als dat ten koste gaat van je enthousiasme, of juist van je boosheid, dan moet je gaan uitkijken."
Zelf gaf hij het onderwerp 'asiel' na een tijd aan een fractiegenoot. "Ik zei al zolang hetzelfde over opvang in de regio. Het was fijn om die portefeuille over te kunnen dragen."
Van der Staaij wijst erop dat nieuwelingen "de frisheid van verwondering" kunnen brengen. In andere woorden: ze stellen nog de vragen die bij oude rotten misschien wat zijn weggezakt. Zo ziet Terpstra het ook. Veel gaat in Den Haag binnen vastomlijnde kaders, vindt de jonge CDA'er. "Je kan best wat out-of-the-box-denken gebruiken om dat te doorbreken."
Of Terpstra dat zelf kan blijven doen, is nog de vraag. Hij staat op plaats 22 van de CDA-lijst en zijn partij staat op dit moment op 14-17 zetels in de Peilingwijzer (een gewogen gemiddelde van verschillende peilingen). Van der Staaij lijkt zijn ervaring zeker nog wel met 4 jaar te kunnen uitbreiden: hij staat op 1 bij SGP, dat drie zetels peilt.
De verkiezingen zijn half maart.
Politiek verslaggever van Nieuwsuur Arjan Noorlander maakte de balans op van het afgelopen politieke jaar: