Sven Kramer
NOS Schaatsen

Sven Kramer: doelpuntenmachine en wielrentalent kiest voor schaatsen

Schaatsen, wielrennen en voetballen; Sven Kramer was in zijn jonge jaren een fanatiek sporter, maar moest uiteindelijk een keuze maken. "Ik heb ergens wel spijt gehad dat ik niet voor het wielrennen heb gekozen", zo erkende Kramer in 2018 in een interview met Wielerrevue.

Maar de beslissing om voor het schaatsen te kiezen, heeft hem wel vier gouden, twee zilveren en drie bronzen olympische medailles opgeleverd.

In de verkiezing van de beste olympiër aller tijden is Kramer met die prestatie op de zesde plek geëindigd.

Zowel het wielrennen als het schaatsen is Kramer met de paplepel ingegoten. Vader Yep combineerde het bestaan als topschaatser met het rijden van wielerwedstrijden.

De jonge Kramer moest wachten tot hij veertien was voordat hij zijn eerste koers mocht rijden. Zijn ouders vonden het voor die tijd nog te gevaarlijk. Toen hij eindelijk toestemming had gekregen, sloeg Kramer in zijn eerste wedstrijd over de kop.

Kramer kan ook goed uit de voeten op de racefiets

Schaatsen en wielrennen was echter niet genoeg voor de Kramers. Net als zijn vader Yep, ging Sven voetballen en ook op het voetbalveld bleek hij erg fanatiek.

"Het was een gedreven mannetje. En de wil om te winnen was heel groot, net zoals we nu bij het schaatsen zien", vertelde Sjoerd Hoekstra, de jeugdtrainer van Kramer in de jaren negentig.

Kramer was een echte doelpuntenmachine bij vv Mildam. Hij voetbalde uiteindelijk tot de c'tjes bij de plaatselijke voetbalclub. De trainingsintensiteit bij het schaatsen ging omhoog, waardoor Kramer een keuze moest maken. "Ik denk dat Sven wel de goede keuze heeft gemaakt", aldus Hoekstra.

Dromen van de dubbel

De keuze voor het schaatsen bleek inderdaad geen slechte. Op 19-jarige leeftijd won Kramer zijn eerste olympische medaille op de Spelen in Turijn (2006). Op de 5.000 meter was alleen de Amerikaan Chad Hedrick sneller.

Vier jaar later, op 13 februari 2010, won Kramer zijn eerste gouden olympische plak op de 5 kilometer. In Vancouver verbeterde hij en passant ook het acht jaar oude olympisch record van Jochem Uytdehaage.

Ook op de 10 kilometer was de toen 23-jarige Kramer de grote favoriet, maar zijn droom om de dubbel te pakken, werd ruw verstoord door een verkeerde baanwissel, gevolgd door diskwalificatie.

2018: Kramer behaalt voor de derde opeenvolgende keer goud op de olympische 5 kilometer

In 2014 en 2018 lukte het Kramer om zijn olympische titel op de 5.000 meter te prolongeren. Alleen amazone Anky van Grunsven lukte het eerder om namens Nederland op drie opeenvolgende Spelen op hetzelfde onderdeel goud te halen.

Kramer wacht nog wel altijd op de felbegeerde gouden medaille op de 10.000 meter, want in 2014 moest hij zijn meerdere erkennen in landgenoot Jorrit Bergsma en in 2018 ging Ted-Jan Bloemen er met het goud vandoor.

De wil om deze droom in 2022 na te jagen, is er bij Kramer zeker, ondanks de fysieke problemen van de afgelopen jaren. De 32-jarige schaatser verlengde dit jaar zijn contract bij de schaatsploeg van Jumbo-Visma tot en met de Spelen van Peking.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl