Politieke steun leenstelsel op dieptepunt, 'maar wéér omgooien onverstandig'
"De belangrijkste onderwijshervorming in dertig jaar", zo kondigde toenmalig minister van Onderwijs Jet Bussemaker de invoering van het leenstelsel in 2015 aan. Daarmee moest de kwaliteit van het onderwijs worden verbeterd. "Het is dus geen bezuiniging", benadrukte de minister.
Maar na vier jaar staat het leenstelsel meer dan ooit onder druk: na GroenLinks keerde ook de PvdA zich er vandaag van af. Daarmee zijn twee van de vier ondertekenaars van de onderwijshervorming afgehaakt. Alleen VVD en D66 staan er nog achter.
"Het leenstelsel is een oude wens van de PvdA", zegt Pieter Slaman, onderwijs- en beleidshistoricus aan de Universiteit Leiden. "Al in de jaren 70 werd er gezegd dat een basisbeurs de rijke mensen bevoordeelde, omdat studenten vooral uit de hogere inkomensgroepen kwamen." In 2007 pleitte toenmalig minister van Onderwijs Ronald Plasterk (PvdA) ook voor het afschaffen van de basisbeurs, om zo hogere lerarensalarissen te kunnen financieren.
Pas in 2015 kwam het leenstelsel erdoor in de Eerste en Tweede Kamer. "De slager moet niet meebetalen aan de studie van de advocaat", was het argument dat de PvdA naar voren bracht.
Kwaliteit onderwijs
In 2015, een periode van grote bezuinigingen onder het kabinet-Rutte II, werd het leenstelsel nadrukkelijk niet als bezuinigingsmaatregel gepresenteerd, maar als een verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. "Daar is te weinig van terechtgekomen", zegt Slaman nu. "Met geld dat werd bespaard zijn vooral personele zaken opgelost. Als we de universiteiten mogen geloven zijn er nu niet meer docenten op het aantal studenten."
De Sociaal-Economische Raad (SER) stelde vorige week in een rapport dat jongeren tussen de 18 en 35 jaar minder snel zelfstandig worden dan voorheen: ze kopen minder snel een huis, starten later met een gezin en het opbouwen van pensioen. Volgens SER-voorzitter Mariëtte Hamer speelt het hebben van een studieschuld daarbij een rol. Ze pleitte voor een evaluatie van het leenstelsel. "Wat betekent het voor het krijgen van een baan? Wat betekent het voor je psychische gestel dat je een schuld opbouwt?"
Het kopen van een huis is moeilijker met een schuld. Een studieschuld wordt niet geregistreerd bij het Bureau Krediet Registratie (BKR), maar vorig jaar werd duidelijk dat het hebben van een studieschuld wel degelijk van invloed is op de maximale hypotheek die je kunt krijgen.
Ook leidt het leenstelsel tot andere belemmeringen: zo is het aantal studenten dat op kamers gaat sinds de invoering van het stelsel sterk gedaald.
Zitten er ook voordelen aan het leenstelsel? Wat gebeurt er bijvoorbeeld met het geld dat door de kostenbesparingen blijft liggen? Volgens het ministerie krijgen hogescholen en universiteiten dit jaar 184 miljoen euro te besteden aan plannen die het onderwijs moeten verbeteren. Dat bedrag loopt op tot 550 miljoen euro in 2024.
Moeten we niet nog wat geduld hebben om de vruchten te plukken van het leenstelsel? "Dat zou kunnen, maar de beloofde bedragen voor investeringen in het onderwijs zijn veel lager uitgevallen. Het is heel onduidelijk wat er precies met het geld gaat gebeuren", zegt Slaman. "Een groot deel gaat naar reguliere kostenstijgingen, zoals salariskosten, inflatie, groei door de studentbevolking."
Partijen haken af
Hoe de balans ook uitslaat, politiek is de steun voor het leenstelsel op een dieptepunt beland. Coalitiepartijen CDA en ChristenUnie waren altijd al tegen, maar beloofden steun aan VVD en D66 in het huidige regeerakkoord. In maart maakte de partijen toch een statement: de studielening moest in een volgende kabinetsperiode worden afgeschaft. "Het leidt tot extra stress bij studenten", zei toenmalig CDA-leider Buma. "Ik hoop oprecht dat het leenstelsel zijn langste tijd heeft gehad", zei CU-voorman Segers, die die woorden vandaag herhaalde.
Ook GroenLinks, in 2015 nog voorstander, sprak zich eerder dit jaar uit tegen het leenstelsel. Ook die partij wees op toegenomen studiestress en leenangst. Verder zou er weinig terechtgekomen zijn van de beloofde kwaliteitsimpuls voor het onderwijs.
En nu dus ook de PvdA. De partij vindt dat de basisbeurs in deze "stressvolle tijd" beter is voor de zekerheid van studenten. "De afgelopen decennia is de PvdA heen en weer gegaan tussen die twee argumenten", zegt Slaman. "Het verhaal van de slager die niet moet meebetalen aan de opleiding van de advocaat, en het verhaal over de financiële zelfontplooiing van jongeren."
Wat nu?
Minister van Onderwijs Van Engelshoven (D66) zegt het leenstelsel te gaan evalueren. Dat zou toch al gebeuren na vier jaar. Afhankelijk van de uitkomsten zal er naar mogelijke aanpassingen worden gekeken. Ze is geen voorstander van het opnieuw omgooien van het stelsel, omdat dat weer veel geld zal kosten. Coalitiepartners CDA en CU zijn met het leenstelsel akkoord gegaan in het regeringsakkoord en zullen wachten tot een volgende kabinetsperiode.
Dat is verstandig, zegt Slaman. "Voor de continuïteit en voor de financiële zekerheid van studenten zou het slecht zijn de boel wéér om te gooien." Ongeacht of je voor- of tegenstander bent een leenstelsel, zou de overheid één betrouwbare lijn moeten uitzetten, betoogt hij.
"Ik zou nu even van het leenstelsel afblijven. Zorg dat je de knelpunten zo snel mogelijk oplost: studenten die niet meer op kamers gaan, moeilijkheden bij het kopen van een huis door schulden, een lage rentestand en lange looptijd waardoor de staat veel moet bijleggen en te weinig investeringen in de kwaliteit van het onderwijs."