Vier crashes in een maand, hoe veilig zijn historische vliegtuigen?
Zaterdagmiddag stort een Junkers Ju-52 tegen de flank van een berg in de Zwitserse Alpen. Niemand overleeft de crash, blijkt vandaag. Het vliegtuigongeluk in Zwitserland is de vierde binnen de internationale historische luchtvaart in krap vier weken tijd.
- Op 10 juli crasht een Convair 340 van luchtvaartmuseum Aviodrome tijdens een testvlucht in Zuid-Afrika. Een persoon komt om het leven, meerdere mensen raken gewond.
- Een week later stort in de Amerikaanse staat Wisconsin een De Havilland DH-112 neer. De piloot overlijdt en op de grond raken twee mensen gewond.
- De dag erop vliegt in Texas een Douglas C-47 in brand vlak na het opstijgen. Het WO II-vliegtuig crasht, maar alle dertien inzittenden overleven het.
- Bij de vliegramp in Zwitserland komen op 4 augustus alle twintig inzittenden om het leven.
"Zo kort achter elkaar deze ongelukken, dat is heftig", zegt Arno van der Holst, bestuurslid van de Nationale Federatie Historische Luchtvaart. Maar volgens hem moet je niet gelijk denken dat er vaak ongelukken gebeuren met oldtimervliegtuigen. "De incidenten in Nederland van de afgelopen twintig, dertig jaar zijn op een hand te tellen."
Moderne vliegtuigen veiliger
Desondanks zijn moderne vliegtuigen wel veiliger voor passagiers, zegt luchtvaartdeskundige Joris Melkert (TU Delft). De veiligheidseisen zijn de afgelopen decennia immers veel strenger geworden. "Moderne vliegtuigen kunnen enorm veel hebben. Kijk maar naar dat neergestorte vliegtuig in Mexico vorige week, dat maakt een behoorlijke smak en iedereen komt er levend uit."
Die uitkomst was volgens Melkert met een historisch vliegtuig ondenkbaar geweest.
De kans dat er daadwerkelijk iets misgaat met een historisch vliegtuig in Nederland is klein, zegt Melkert. "Die vliegen naar verhouding zo weinig en worden vaak zó vertroeteld." De oude toestellen worden volgens hem over het algemeen door liefhebbers onderhouden. "Mensen die in het verleden betrokken waren bij het opereren van het vliegtuig en die alle ins en outs kennen."
De vliegende oldtimers worden dus gekoesterd, maar er gelden ook strenge regels. Die zijn na de Dakotaramp in 1996 aangescherpt. Bij Texel stortte toen een historische Douglas DC-3 van de Dutch Dakota Association neer. Alle 32 inzittenden kwamen om het leven.
Sindsdien moeten passagiers van historische vliegtuigen om te beginnen "een redelijke tijd" voor de vlucht zowel schriftelijk als mondeling een soort waarschuwing krijgen. Ze moeten ervan op de hoogte zijn dat ze vliegen in een toestel, dat voldoet aan "gedateerde luchtwaardigheidseisen", zoals het letterlijk staat in de wet.
Controle
Ook moet elke kist volgens een schema worden onderhouden. De eigenaar mag volgens Van der Holst alleen onderdelen kopen bij of onderhoud laten uitvoeren door officieel erkende luchtvaartbedrijven. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) controleert of de vliegtuigen in orde zijn. "Dat wordt netjes in de gaten gehouden", beaamt Melkert.
De oorzaak van de vier recente vliegtuigongelukken is overigens nog onduidelijk. Zowel in Zuid-Afrika, Amerika als Zwitserland is het officiële onderzoek naar de toedracht in volle gang.
Van der Holst, ook oud-directeur van Aviodrome, is erg benieuwd naar de resultaten. "Het is afschuwelijk wat er is gebeurd. En ook bijzonder slecht voor het imago van de historische luchtvaart."