Trollen, Russische nepberichten, beïnvloeding: de impact van nepnieuws
Er wordt al maanden gewaarschuwd voor de mogelijke invloed van nepnieuws in Nederland. Vanochtend gaf minister Ollongren van Binnenlandse Zaken daar een nieuwe slinger aan door te waarschuwen voor de gevaren. Maar haar verhaal blijft vaag en uiteindelijk maar beperkt tot één voorbeeld. Het roept in ieder geval een hoop vragen op. Hoe herken je nepnieuws? En hoe gaan omliggende landen ermee om?
Dreiging
Het begon vanochtend met een Kamerbrief, waarin de minister waarschuwt voor de dreiging vanuit Rusland. Daarbij wordt een website over de vliegramp met de MH17 als enige voorbeeld genoemd. En daar blijft het bij. Ook na vragen van de NOS wil Ollongren geen andere voorbeelden noemen. Ook "heeft ze geen aanwijzingen" dat nepnieuws een grote impact heeft.
Ik vind het belangrijk dat onze veiligheidsdiensten opener zijn over de bewijzen die ze hebben.
Tegelijkertijd blijft Ollongren benadrukken dat er wel degelijk iets aan de hand is en dat we moeten oppassen, "ook met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen en het referendum volgend jaar". Daarnaast wil ze met Facebook, Google en Twitter om de tafel om te horen waar verbeteringen mogelijk zijn. De Tweede Kamer is geschrokken van de brief.
Onverstandig
Die houding vindt Tim Sweijs, veiligheidsanalist bij het Den Haag Centrum voor Strategische Studies, onverstandig. "Ik vind het belangrijk dat onze veiligheidsdiensten opener zijn over de bewijzen die ze hebben. Dat is nodig om mensen te overtuigen van de noodzaak om iets te doen."
Dit gebeurt al in andere landen zegt de analist. "In Finland speelt de overheid bijvoorbeeld een actievere rol in de communicatie. Diplomaten zitten er nu op Twitter en ministers zijn tegen journalisten open over voorbeelden van Russische inmenging."
Hoe herken je nepnieuws?
Soms is nepnieuws heel duidelijk herkenbaar en is afgaan op je eigen gevoel al genoeg. Een bericht als "een baby van 20 kilo is geboren" roept zoveel vragen op dat de kans groot is dat het nepnieuws is. Maar het kan ook veel slinkser.
Het is daarom altijd goed om te checken waar het bericht vandaan komt: wie is de bron en hoe betrouwbaar is deze? Als het nieuws maar door één partij wordt gemeld, kan dat een teken zijn dat het niet klopt.
RT (het vroegere Russia Today) wordt gezien als een belangrijk voorbeeld van een nieuwszender die doelbewust desinformatie verspreidt. Die omroep wordt gefinancierd door het Kremlin.
Zogenaamde trollen willen vooral verdeeldheid zaaien, blijkt uit een analyse van advertenties die vrijgegeven werden door het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden. Dit portret van iemand die nepnieuwsberichten schrijft (en daar veel geld mee verdient) geeft een goed inzicht in de werkwijze en de succesfactoren om een bericht "viraal" te laten gaan.
Een bekend voorbeeld is een verhaal over een Russisch-Duits meisje van 13 jaar dat beweerde verkracht te zijn door Arabische mannen. Russische media doken daar vol op en de Russisch-Duitse gemeenschap in Duitsland organiseerde een protest. Het nieuws bleek achteraf verzonnen door het meisje zelf, maar voor Berlijn was een het wake-upcall.
Ook hier in Duitsland kan desinformatie onze maatschappij ontwrichten, was de gedachte; alle informatie kan misbruikt worden, was de les. Het was tenslotte het jaar van de Europese verkiezingen. Naast Nederland gingen ook Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en dus Duitsland naar de stembus.
Maar, constateerde factcheck-site Snopes onlangs, Duitsland lijkt veel minder last te hebben gehad van nepnieuws dan bijvoorbeeld de VS. De site haalt daarbij een onderzoek van de Universiteit van Oxford aan: "Socialemediagebruikers in Duitsland hebben veel links gedeeld over politiek nieuws (in de aanloop naar de verkiezingen daar, red.), maar het aantal links naar professionele sites is vier keer zo groot als het aantal links naar nepnieuws-sites." Emmanuel Macron, toen nog presidentskandidaat in Frankrijk, had wel last van Russische hackers.
De situatie in West-Europa lijkt daarmee anders dan in de VS. In aanloop naar de Amerikaanse verkiezingen werd juist meer nepnieuws verspreid op sociale media dan nieuws van bronnen als The New York Times en CNN.
Waarschuwen is belangrijk
Dit neemt niet weg dat de waarschuwing van Ollongren belangrijk is, zegt de Leidse universitair docent Peter Burger, die onderzoek doet naar nepnieuws. "Ik denk dat het goed is dat minister Ollongren het gevaar erkent en dat we hier, net als andere Europese landen, last van kunnen krijgen."
Maar tegelijkertijd kent Burger weinig voorbeelden van nepnieuws in Nederland. "Ik ben heel benieuwd waar de minister op doelt." Burger checkt samen met Nu.nl voor Facebook nepnieuws. Het platform stuurt meldingen van gebruikers door, die de twee partijen controleren. Vervolgens kan er een melding onder het bewuste bericht worden geplaatst dat het bericht volgens nieuwsorganisaties onjuist is.
De universiteit en Nu.nl begonnen hier in maart mee en hebben het sindsdien relatief rustig. De grote hoeveelheid nepnieuws die er in Amerika wél was, lijkt hier te ontbreken. In juni werd het eerste nepnieuws pas gevonden en geëlimineerd.
Heeft Nederland dan helemaal geen last van Russische desinformatie? Dat is niet te zeggen, maar als het er is, dan lijkt de impact beperkt. Daarnaast speelt mee dat we vermoedelijk nog niet alles weten.
Trollen
Het kostte Facebook, Google en Twitter maanden om te ontdekken hoe Russische trollen actief waren en ze hebben dit alleen uitgezocht voor de Verenigde Staten. De bedrijven zeggen wel dat ze nu geen aanwijzingen hebben dat het niet in Europa speelt, maar die formuleringen gebruikten ze eerder ook toen het over de VS ging. En dat kwam doordat de berichten van Russische trollen subtiel waren. Het ging onder meer om (al dan niet) gesponsorde berichten die politiek getint waren.
De trollen organiseerden ook evenementen in de VS. NRC schrijft vandaag dat pro-Russische activisten in 2015 ook in Nederland protesten organiseerden.
Interessant voor Rusland
Experts zeiden eerder al dat Nederland vooral interessant lijkt te zijn voor Rusland op het MH17-dossier en het Oekraïne-referendum. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Finland, dat grenst aan Rusland en dus veel meer last heeft van desinformatie.
Veiligheidsanalist Sweijs denkt dat als het MH17-dossier weer vol in het nieuws komt, het zomaar kan zijn dat Rusland een nieuwe desinformatiecampagne opzet om Nederland te beïnvloeden.