Geen enkele universiteit heeft registratie bijbanen hoogleraren op orde
Universiteiten hebben slecht zicht op de bijbanen van duizenden topwetenschappers. De verplichte registratie ervan is een chaos. Sommige instellingen hebben, tegen de afspraken in, überhaupt geen register.
Nieuwsuur kreeg voor het eerst inzage in de interne registers van veertien universiteiten en zeven academische medische centra. Tal van verklaringen worden aangevoerd voor het niet op orde hebben van de registers. Denk aan ict-systemen die haperen, administratieve fouten en onoplettendheid. Hoogleraren geven op hun beurt bijbanen lang niet altijd op, vragen niet de vereiste toestemming of klussen commercieel bij op een manier die op gespannen voet staat met hun wetenschappelijke onafhankelijkheid.
In Nederland werken bijna 7000 hoogleraren. In de aangeleverde registers staan slechts 4200 hoogleraren met hun bijbanen vermeld. Een steekproef onder hoogleraren die niet in de registers worden genoemd, wijst uit dat informatie van honderden hoogleraren mist. Informatie die wel in de registers te vinden is, blijkt bij controle vaak verouderd, incompleet of foutief.
Bekijk de verhoudingen hieronder:
De bevindingen staan in contrast met informatie die toenmalig minister Ingrid van Engelshoven in 2021 aan de Tweede Kamer stuurde. In reactie op vragen van de SP meldde zij dat 97 procent van de hoogleraren bijbanen online heeft opgegeven. Maar ook dat is niet juist. Navraag leert dat bij de meeste universiteiten vermoedelijk niet is gecontroleerd in hoeverre die opgegeven informatie ook daadwerkelijk klopt.
Bijbanen horen erbij, maar...
Dat hoogleraren bijbanen hebben is niet vreemd en wordt ook aangemoedigd. Van hoogleraren wordt namelijk gevraagd hun kennis toe te passen in de samenleving. Maar het moet wel transparant zijn welke belangen hoogleraren hebben naast hun wetenschappelijke werk. Bovendien moet de universiteit er toestemming voor geven. Zo wordt de kwaliteit en onafhankelijkheid van de wetenschap bewaakt en wordt voorkomen dat de nevenfuncties van hoogleraren botsen met het belang van de wetenschap. Denk bijvoorbeeld aan de beïnvloeding van onderzoeksvragen of conclusies door bedrijven of lobbyorganisaties.
"Spelers die belang hebben bij de kennis die je produceert willen graag zaken met je doen", zegt Arco Timmermans, hoogleraar public affairs. "Bij een eigen bv of commissariaat op het terrein waar je wetenschapper bent, ontstaat het risico van belangenverstrengeling en dat kan vanuit de wetenschap de integriteit aantasten. Dat is niet waarom we universiteiten hebben met wetenschappers die onderwijs geven en kennis produceren."
"Vertrouwen in de wetenschap en transparantie hebben alles met elkaar te maken", vult Lex Bouter aan. Hij is hoogleraar wetenschappelijke integriteit aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. "Zonder transparantie is vertrouwen lastig. Dit is niet acceptabel, het moet beter."
Dit kan niet. Hier moeten we wat aan doen.
Meaghan Polack is voorzitter van de promovendivereniging PNN. "Hoogleraren zijn onze bazen", reageert zij. "Die kunnen dus ook suggesties doen om dingen aan te passen tijdens je onderzoek. Stap voor stap worden resultaten dan beïnvloed. En dat kan gunstig zijn voor de hoogleraar zelf, als die bijvoorbeeld aandelen heeft in een bedrijf dat gebaat is bij de uitkomsten van dat onderzoek."
"Verontrustend", zegt D66-onderwijsminister Robbert Dijkgraaf in een reactie. "De wetenschap kan zich niet verbinden met de maatschappij als ze niet tegelijk 100 procent transparant is. Ik ga met de universiteiten in gesprek, want ik hoor graag wat er gedaan gaat worden."
Kleine universiteiten beter dan de grotere
Het beeld verschilt per universiteit. Kleinere universiteiten als de Open Universiteit, Universiteit Twente en Tilburg University hebben de handel en wandel van hun hoogleraren beter geregistreerd.
Bij grotere universiteiten als de Erasmus Universiteit in Rotterdam en de Rijksuniversiteit Groningen troffen we veel fouten aan. Bij de laatstgenoemde bleek meer dan de helft van het bijbanenregister fouten en onvolledigheden te bevatten. De universiteit had zelfs helemaal geen register van de hoogleraren die in het academische ziekenhuis UMC Groningen werken. Na vragen hierover van Nieuwsuur zijn medewerkers aan het werk gezet om dat alsnog aan te leggen.
Universiteiten brengen in dat de bijbanen mogelijk wel te vinden zijn in de personeelsdossiers van de hoogleraren. Het is voor Nieuwsuur niet na te gaan in hoeverre dit klopt.
Universiteitsvereniging UNL hielp Nieuwsuur bij het verzamelen van de registers van andere universiteiten. De vereniging is geschrokken van de bevindingen. "Dit kan niet. Hier moeten we wat aan doen", zegt voorzitter Pieter Duisenberg. "Transparantie is de hoeksteen. Dus als je je expertise inzet, moet iedereen af kunnen wegen of je afhankelijk bent." De universiteiten verenigd in UNL zeggen aan de slag te gaan om de registratie van nevenfuncties van hoogleraren op orde te brengen.