Zaterdag begint voor de 25ste keer de Pride Amsterdam. De jubileumeditie moet het door corona stellen zonder grote feesten en de bekende botenparade. Een flink uitgedund programma dus, maar toch is er discussie over hét symbool van de Pride: de regenboogvlag.
Bij de vorige Pride verving Amsterdam die 'klassieke' vlag voor de zogenoemde Progress Pride-vlag, met daarop naast de bekende regenboogkleuren ook zwart, bruin, lichtblauw, lichtroze en wit. Die laatste drie kleuren komen van de transgendervlag, zwart en bruin staan voor zwarte mensen en andere personen van kleur.
Ook andere gemeenten en bedrijven kiezen steeds vaker voor de Progress-vlag in plaats van de traditionele regenboogvlag. De nieuwe variant zou meer groepen binnen de lhbti-gemeenschap representeren, maar niet iedereen is het daarmee eens.
"Blijf verdorie met je poten van m'n vlag af", was naar eigen zeggen het eerste dat Hans Verhoeven dacht toen hij het ontwerp van deze vlag zag. Verhoeven is lhbti-activist en eigenaar van een winkel waar hij onder meer regenboogvlaggen verkoopt. "Sinds 1978 heeft de gemeenschap zich geschaard onder de traditionele regenboogvlag. Ik hobbel er al 40, 50 jaar achteraan."
Verhoeven moedigt het aan dat subgroepen binnen de lhbti-gemeenschap zich gerepresenteerd willen zien op een vlag. Maar dat kan ook met eigen, individuele vlaggen, vindt hij. Hij verkoopt zelf meer dan vijftig verschillende Pride-vlaggen, van de lesbische vlag tot de panseksualiteitvlag. "Agender, androfiel, aromantic, aseksueel, ze hangen op alfabet."
Een greep uit de vele vlaggen waarmee verschillende groepen zich uitdrukken:
"Met al die losse vlaggen kan elke community zich identificeren op hun eigen manier", zegt Verhoeven. "En daarnaast hebben we de regenboogvlag en daar valt iedereen onder."
Die traditionele vlag aanvullen met extra kleuren, vindt hij daarom onnodig. "Dan gaan we 'm heel erg toespitsen op drie groepen terwijl er nog heel veel meer groepen zijn die je vertegenwoordigd wilt zien."
'Interseksesymbool er ook bij'
Brand Berghouwer, voorzitter van belangenorganisatie Transgender Netwerk Nederland, vindt het juist een uitstekend idee. "Deze groepen - de zwarte, bruine, non-binaire en trans-mensen - worden het meest gemarginaliseerd. Juist daarom is het belangrijk dat ze extra zichtbaar zijn in de vlag."
Wat hem betreft wordt de vlag nog verder uitgebreid met de cirkel die staat op de vlag van mensen met een intersekseconditie, die zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken hebben. "Als we het hebben over lhbti, dan is de 'i' misschien nog wel de meest onzichtbare."
Maar moeten dan niet ook andere, relatief onzichtbare groepen een plekje krijgen op de vlag? Berghouwer erkent dat dat nooit gaat passen. "Natuurlijk is dat ondoenlijk. Maar het probleem met de regenboogvlag is dat die zó geassocieerd wordt met homo's en lesbo's, dat heel veel groepen zich er niet meer in herkennen."
Een aantal mensen kaapt een algemeen symbool.
Oorspronkelijk was het idee van de regenboogvlag juist dat álle lhbti'ers zich erdoor vertegenwoordigd kunnen voelen. De Amerikaanse ontwerper van de vlag, kunstenaar Gilbert Baker, benadrukte dat later ook: "Waarom ik denk dat het ontwerp zo resoneert, is dat het symbolisch gezien álle kleuren bevat: het is inclusief. En het gebruikt iets uit de natuur, de regenboog, om te laten zien dat onze seksualiteit een mensenrecht is."
Aan dat ontwerp zou niet getornd moeten worden, vindt Verhoeven. "Anders kaap je als het ware met een aantal mensen een algemeen symbool. Omdat in de nieuwe vlag maar drie groepen worden gehighlight, kun je de vraag stellen hoe inclusief de vlag eigenlijk is."
Berghouwer vindt de Progress-vlag ook niet optimaal, maar denkt dat die zich steeds verder zal ontwikkelen. "Wij als regenbooggemeenschap worden steeds breder, steeds meer groepen vinden daar een stem en een plek. Dus het is een zoektocht naar een vlag waarin de meeste groepen zich herkennen. Wellicht is dat een totaal andere vlag, geen idee. Dat is iets wat we in de komende jaren vast gaan uitvinden."