Ook het kalifaat had een soort rijdende rechter. De politiemacht van terreurgroep IS, de Shurta, vervulde deze rol en was cruciaal voor de snelle groei en het relatieve succes van het kalifaat. Dat blijkt uit duizenden interne documenten van IS.
Die stukken, de IS-papers genoemd, bevatten een schat aan informatie over het functioneren van de groepering. Ze zijn in handen van The New York Times en de George Washington-universiteit.
Anatomie van het kalifaat
Terrorisme-expert Beatrice de Graaf is een van de onderzoekers die al toegang kregen tot de stukken uit de bureaucratie van IS, buitgemaakt in de periode dat coalitietroepen het kalifaat heroverden. Vandaag publiceert ze erover. "Het gebeurt niet vaak dat een staat verdwijnt en dan ook nog z'n papieren sporen achterlaat. Met het Derde Rijk gebeurde het en met de Stasi. Je kunt nu de anatomie van het kalifaat in kaart brengen."
IS werd in 2006 opgericht als organisatie van verschillende soennitische groepen, aanvankelijk gelieerd aan al-Qaida. Na een snelle opmars riep de terreurgroep in 2014 het kalifaat uit. Op het hoogtepunt had IS de controle over een gebied in Irak en Syrië waar meer dan tien miljoen mensen woonden.
Al voor het uitroepen van het kalifaat had IS "achter de schermen" politiekantoren en andere voorzieningen in bezit genomen, zegt De Graaf. "IS was van meet af aan bezig een staat te stichten en zich te vestigen in het hart van de bevolking. En dat was uniek."
Een moeder vertelde ons: Assad bombardeerde ons, met de IS-politie wist je waar je aan toe was.
Het kalifaat had verschillende politiediensten. Bekend in het Westen zijn vooral de gruwelijke daden van veiligheidsdienst Emni en de zedenpolitie, Hisba. De Graaf: "We hebben hier het beeld dat IS handen afhakt en mensen onthoofdt. Dat gebeurde ook zeker wel met de vijanden, zoals de jezidi's."
Maar in de lokale, soennitische cultuur speelde de Shurta-politie een veel belangrijkere rol. Samen met de Turks-Amerikaanse onderzoeker Ahmet Yayl komt De Graaf vandaag met een rapport over honderden documenten van de Shurta.
De politiedienst zorgde dat er orde en stabiliteit was, dat er belasting werd betaald en dat mensen zich gedroegen en het gezag van IS erkenden. Het geld dat IS-strijders roofden, stopten ze in voorzieningen voor de soennitische moslims die zich onderwierpen aan het kalifaat. De Graaf: "Ze gaven mensen zorg, eten en veiligheid en plakten overal plakkaten op waarin ze dat beloofden."
Op die manier kregen ze de steun van die lokale bevolking. "Je moet je bedenken dat dit gebied, Mosul en Raqqa, helemaal niet veilig was", zegt De Graaf. "Zoals een moeder ons vertelde: elk moment van de dag konden de soldaten van Assad ons bombarderen, onze dochters verkrachten of spullen roven. Met de IS-politie wist je waar je aan toe was en ze waren eerlijk, zei ze."
Klikcultuur
In ruil voor het garanderen van die relatieve veiligheid, verlangde de politie informatie. De Graaf: "Het succes van de Shurta valt te verklaren doordat duizenden mensen hun klachten indienden en elkaar gingen verlinken. Het was in feite, net als in het Derde Rijk, een systeem dat berustte op elkaar verklikken."
De Shurta had zo overal ogen en oren. "Er waren ongeveer drieduizend politiemensen, maar ze hadden in feite veel meer mensen, informanten."
Ook Ayham al-Hussein, voormalig inwoner van Raqqa, zag met eigen ogen hoe mensen elkaar verlinkten. "Als mensen ruzie hadden, dreigden ze elkaar aan te geven."
IS dreigde met het afslachten van iedereen die zich niet voegde naar het gezag. Dat hing voortdurend boven de markt.
De Shurta was ook "een soort rijdende rechter", zegt De Graaf. "Mensen stuurden allerlei klachten op, hele banale klachten. Zoals 'de geit van mijn buurman graast weer op mijn terrein' of 'die zijn dochter kleedt zich niet goed'."
De politie ging na zo'n klacht bemiddelen. "Mensen werden om tafel gezet. Het idee was: als jullie er onderling samen uitkomen en zorgen dat die geit niet meer graast, dan is het goed. Als jullie dat niet doen, dan escaleren we en dan gaat er bloed vloeien."
Het goede dingen doen ging dus gepaard met de dreiging van geweld. De Graaf: "IS bestond bij de gratie van terreur en het dreigen met het afslachten van iedereen die zich niet voegde naar het gezag. Dat hing voortdurend boven de markt."
Ook hier maakt De Graaf de vergelijking met nazi-Duitsland. "Ook toen wisten mensen dat als je in handen kwam van de Gestapo, je werd gemarteld. Iedereen ging voor z'n eigen hachje, probeerde informatie te geven aan het regime om uit handen van die martelaars te blijven. Als dat lukte had je geld, licht, water en veiligheid. Het was een heel dubbel regime, het had een januskop."
Zelfde strategie in Afrika
In 2019 raakte IS de laatste gebieden van het zelfverklaarde kalifaat kwijt. In maart van dat jaar meldden de Amerikanen dat het kalifaat "100 procent" verslagen was.
Maar in Afrikaanse landen is de terreurgroep nog springlevend. Ook daar passen de jihadisten de 'strategie van twee gezichten' toe, zegt De Graaf. "Zeker in Mozambique halen ze hetzelfde kunstje uit. Naar de buitenwereld toe zie je veel geweld, de aanslag op het hotel in Palma. Maar wat wij niet zien is dat ze geld onmiddellijk gebruiken om dingen te doen voor de lokale bevolking, die achtergesteld is, die grieven heeft, die in Mozambique door de regering niet wordt gezien en gekend. Zo krijgen ze een basis onder de bevolking."
"IS komt met donder en geweld, maar ook met manipulatie en met informanten. Beide kanten heb je nodig om te verklaren hoe IS werkt."