Het kweken van embryo's voor wetenschappelijk onderzoek moet worden toegestaan, zegt het wetenschappelijk instituut voor het CDA. Dit zou een koerswijziging betekenen binnen de partij en kan mogelijkheden bieden voor verruiming van de Embryowet door een volgend kabinet. Ook Nederlandse burgers staan positiever tegenover het idee van sleutelen aan dna.
Nu is het verboden om embryo's te maken voor onderzoek. Ze mogen alleen gekweekt worden voor een eventuele zwangerschap. "Daardoor blijft er heel veel onderzoek naar nieuwe technologieën liggen", zegt André Poortman, die voor het CDA het rapport opstelde, dat binnenkort verschijnt. "Wij vinden het dusdanig veelbelovend dat we het mogelijk willen maken om - onder voorwaarden - embryo's te kweken speciaal voor onderzoek."
In het huidige verkiezingsprogramma wordt het thema niet besproken. Het CDA is van oudsher terughoudend op medisch-ethische thema's, al zijn er twee stromingen binnen de partij. Poortman: "Je kunt zeggen dat het menselijk leven beschermwaardig is vanaf het vroegste begin. Maar in de praktijk zie je dat er uit wordt gegaan van een toenemende beschermwaardigheid. Een embryo is zeker beschermwaardig, maar die is anders dan wanneer een kind volgroeid is of volwassen is."
Wetenschappers hopen op verruiming
Wetenschappers vragen al jaren om een verruiming van de Embryowet. Het onderzoek op heel vroege embryo's is volgens hen nodig om nieuwe technieken, zoals het aanpassen van het dna van een embryo, te onderzoeken. Maar ook om bestaande behandelingen te verbeteren.
Een voorbeeld daarvan is de ivf-behandeling, waar er jaarlijks zo'n 14.000 van worden uitgevoerd. Daarvan is 35 tot 40 procent succesvol, zegt embryoloog Sebastiaan Mastenbroek van het Amsterdam UMC. "We willen dat percentage natuurlijk heel graag verbeteren. Om sommige vragen te kunnen beantwoorden, wil je de eerste dagen na de bevruchting bestuderen."
Mastenbroek is nu concreet bezig met een onderzoek naar kweekvloeistof waar embryo's de eerste dagen na de bevruchting in liggen. Hij hoopt dat de kweekvloeistof verbeterd kan worden. "Dat is van belang voor de behandeling. We hebben dit al op andere manieren getest. Maar voordat je het voor patiënten gebruikt, wil je dit uit zorgvuldigheid ook onderzoeken op hele vroege embryo's." Om dat mogelijk te maken, is een aanpassing van de wet nodig.
Heel vroeg embyro's bestuderen
Ook in het LUMC in Leiden lopen ze tegen de restricties in de wet aan, vertelt Niels Geijsen. De hoogleraar is gespecialiseerd in regeneratieve geneeskunde en doet onderzoek naar spierziekte FSHD, waarbij spieren steeds meer kracht verliezen. "Het gen dat verantwoordelijk is voor deze spierziekte staat alleen aan als een embryo nog maar een paar cellen groot is", zegt hij.
Om meer te begrijpen over dat specifieke gen moet Geijsen naar die hele vroege embryo's kunnen kijken. "Op dit moment mag dat nog niet. De ziekte komt alleen maar bij mensen voor, dus er zijn voor dit onderzoek ook geen alternatieven", zegt Geijsen.
Hoe werkt het knutselen aan dna eigenlijk? Bekijk de uitleg die we in 2019 maakten hieronder.
De discussie over verruiming van de Embryowet speelt al jaren, maar werd in 2018 plotsklaps zeer actueel. Toen werden in China de eerste twee genetisch gemodificeerde baby's geboren. Met de techniek Crispr-Cas is het mogelijk om een erfelijke ziekte uit het dna van een embryo te knippen. Zo zou een ernstige erfelijke ziekte voorkomen kunnen worden.
In de dna-dialoog is het afgelopen jaar gepraat over of 'we' het als samenleving mogelijk willen maken om embryo's genetisch aan te passen. Vandaag zijn de conclusies van dat overleg gepresenteerd. De meerderheid van de Nederlanders heeft er geen grote principiële bezwaren tegen, mits er duidelijke voorwaarden zijn. Het mag alleen worden toegestaan om ernstige erfelijke ziekten te voorkomen, is de conclusie. Wel zijn er nog zorgen over veiligheidsrisico's.
Wanneer de techniek veilig genoeg is, is volgens Niels Geijsen lastig te voorspellen. "Er is nog ontzettend veel onderzoek nodig. Daarom is het belangrijk dat de wetgeving wordt aangepast, anders zullen we nooit weten of het kan."
Op dit moment is de techniek nog niet goed genoeg ontwikkeld om in de praktijk toe te passen, zegt embryoloog Mastenbroek. "De eerste onderzoeken die internationaal zijn uitgevoerd zijn redelijk zorgwekkend", zegt hij. Mastenbroek vindt het belangrijk dat er onafhankelijk onderzoek in Nederland naar gedaan wordt.
Nieuwe wetgeving is nodig
Er is sowieso nieuwe wetgeving op dit gebied nodig, zegt André Poortman van het CDA-rapport. "De techniek is nu al verder dan de wetgeving. Als we niet willen dat de laboratoria nog verder vooruitlopen op de regels is het tijd dat de politiek knopen door gaat hakken."
En er is altijd een weg terug, benadrukt Poortman. "Het moet niet een trein zijn waar we op springen en niet meer terug kunnen. Als blijkt dat dingen niet veilig zijn of dat we op morele gronden vinden dat iets niet kan, dan moeten we op onze schreden kunnen terugkeren."
In een reactie zegt Tweede Kamerlid Harry van der Molen dat het rapport "een aanzet vormt om binnen de partij over deze gevoelige medisch ethische onderwerpen het gesprek met elkaar aan te gaan".