Intensivist Dave Tjan en longarts Jeroen Verheul

Corona is een heel andere ziekte dan gedacht, hebben deze artsen geleerd

Duizenden artsen gingen begin dit jaar de strijd aan met een onbekend virus waar geen medicijn of vaccin tegen was. Met nauwelijks kennis over corona moesten zij al improviserend beslissingen nemen die het verschil konden maken tussen leven en dood.

Nu maken artsen de balans op. Bijvoorbeeld intensivist Dave Tjan en longarts Jeroen Verheul van ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede, waar de afgelopen maanden 200 corona-patiënten lagen. Welke lessen hebben zij geleerd en wat zouden ze bij een tweede golf anders doen?

Corona is meer dan een lelijke griep

Het eerste wat beide artsen noemen is dat corona een heel andere ziekte is gebleken dan ze aanvankelijk dachten. "We dachten in het begin dat het een infectie van de luchtwegen is", zegt Verheul. "Patiënten zijn moe, kortademig, moeten hoesten, hebben koorts, soms een beetje diarree en spierpijn. Een beetje de bekende griepachtige verschijnselen dus, een soort heel lelijke griep."

Door ervaringen met patiënten en nieuw wetenschappelijk onderzoek weten ze inmiddels een corona-infectie naast ontstekingen ook kan leiden tot stollingen. En het bleek zeker niet alleen maar een longziekte, zegt Tjan. "Het is een ziekte waarvan we zien dat heel veel organen worden aangetast. We zien dat er stollingsproblemen kunnen optreden, er kan trombose optreden, de nieren raken aangetast, we zien problemen met de hersenen."

Misschien hadden we mondiaal moeten wachten op beter bewijs voordat we dit middel aan patiënten gaven.

Jeroen Verheul, longarts

Om alle corona-patiënten op te sporen, moet dus op veel meer dan griepachtige klachten worden gelet. "En dat is een heel verwarrend inzicht", zegt Tjan. "Het kan erop neerkomen dat je iedere patiënt moet verdenken van covid, waardoor de selectie heel lastig kan zijn."

Welk middel werkt?

Ook lastig blijkt het om onder grote tijdsdruk te zoeken naar een effectief middel. In het begin van de uitbraak gebruiken ziekenhuizen wereldwijd, ook de Gelderse Vallei in Ede, het anti-malariamiddel hydroxychloroquine. Maar onderzoek laat niet of nauwelijks een gunstig effect zien voor coronapatiënten.

In mei wordt het landelijke advies om het medicijn niet te gebruiken. In Ede stoppen ze daarop met het middel. Verheul: "Misschien hadden we achteraf gezien mondiaal moeten wachten op beter bewijs voordat we dit aan een aantal van onze patiënten gaven."

Maar het dilemma in maart en april is: misschien werkt het middel wél, en vallen er levens mee te redden. "We konden toen niet veel anders dan geven wat misschien werkte", zegt Verheul. "Aan de andere kant kunnen veel medicijnen ook ernstige bijwerkingen hebben. Dus een medicijn geven omdat het misschien wel werkt klinkt logisch, maar is toch niet een vanzelfsprekende stap."

Nu gebruiken ziekenhuizen de ontstekingsremmer Dexamethason, waarvan is aangetoond dat het de overlijdenskans van patiënten tot wel een derde verlaagt.

Ook deze vier invloedrijke betrokkenen trekken - na een aantal bewogen maanden - belangrijke lessen uit de eerste golf:

De artsen hebben ook veel geleerd over het organiseren van zorg voor andere patiënten. De niet-coronazorg kwam tijdens de eerste uitbraak op een laag pitje te staan. Dit heeft waarschijnlijk veel gezonde levensjaren gekost van niet-coronapatiënten.

"In een tweede uitbraak willen we proberen zoveel mogelijk van de belangrijke reguliere zorg te preserveren", zegt Tjan. "Dat betekent ook dat je een keuze moet maken hoeveel covid-zorg je kunt doen om bijvoorbeeld oncologische patiënten hun kuren te laten krijgen."

Tijdens de eerste golf bleken ziekenhuizen niet altijd even happig om corona-patienten van elkaar over te nemen. Bij een tweede golf moet dat beter, vinden de artsen, zodat de andere zorg minder in de knel komt. Tjan: "We willen dichterbij, in onze regio patiënten kunnen herplaatsen om voldoende capaciteit te creëren."

Na corona heb je lang nazorg nodig

Nog een belangrijke les: corona-patiënten hebben structurele nazorg nodig. "We zijn erachter gekomen dat van de eerste 40, 50 patiënten die we naar huis lieten gaan, een aanzienlijk deel toch nog zoveel klachten hield dat we ze moesten terugzien", zegt Verheul. "Met een longfunctie, foto of bloedvatonderzoek moesten we hun problemen alsnog goed in kaart brengen."

"Nu zeggen we: de mensen die zo ziek zijn geweest dat ze bij ons in het ziekenhuis hebben gelegen, die bekijken we allemaal opnieuw."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl