Fractievoorzitter Farid Azarkan hoopt dat het tweekoppige bestuur van de politieke partij Denk na vandaag "een stapje opzijzet". Dat zegt hij in Nieuwsuur. "Ik heb er goede hoop op dat ze tot inkeer komen en zeggen 'dit was niet zo verstandig, dit versplintert de partij'."
"Er moet een einde komen aan deze wijze van opereren vanuit het bestuur. We zien in het handelen van vandaag een dieptepunt in onze geschiedenis."
Het bestuur van Denk royeerde Azarkan vanmorgen met onmiddellijke ingang. Hij zou de partij "bij voortduring op onredelijke wijze" benadelen. Maar Azarkan is niet van plan te stoppen als fractievoorzitter. "Ik ben, naar ik heb begrepen, geen lid meer van Denk. Dat kan het bestuur beslissen, maar de fractie in de Tweede Kamer gaat over haar eigen handelen."
"Dat betekent dat ik fractievoorzitter ben en morgen gewoon in debat ga met de minister-president en minister Hugo de Jonge."
Rebellie
Het bestuur, onder leiding van Selçuk Öztürk, verwijt Azarkan onder meer "rebellie". Azarkan had vorig jaar met mede-Kamerlid Tunahun Kuzu de toekomst en het lijsttrekkerschap van Denk besproken tijdens een reis naar Istanbul, zonder dat Öztürk ervan wist. Öztürk wilde hier een onderzoek naar starten.
Een paar dagen later vond hij dat onderzoek volgens Azarkan toch niet meer nodig. "Maar nu zegt Öztürk ineens dat hij hier nog boos over is. Dat is toch geen politiek bedrijven, geen verantwoordelijkheid nemen?"
Ook de andere "rare" aantijgingen van het bestuur zijn volgens Azarkan nergens op gestoeld. "Öztürk zegt eigenlijk 'ik schrijf alles wat de afgelopen jaren mij dwarszit op papier, en ik zet je uit de partij'. Hij stuurt de anderhalve pagina aantijgingen ook naar 3500 leden. Zo kennen we de heer Öztürk ook, het is iemand die veel vanuit vijandschap denkt, complotdenkt."
Broedermoord
Binnen Denk is al langer een strijd gaande tussen voorzitter Öztürk en een groot deel van de partij. Kuzu, die samen met Öztürk de partij in 2014 oprichtte, moet in maart weg als fractieleider vanwege een buitenechtelijke relatie waarin hij zich "grensoverschrijdend" zou hebben gedragen.
Kuzu ontkent dit het en noemt de beschuldiging "politieke broedermoord". Öztürk zou de affaire opzettelijk naar buiten hebben gebracht. Azarkan roept het partijbestuur vervolgens op te vertrekken. Drie van de vijf bestuursleden doen dat, maar Öztürk en de partijsecretaris blijven tegen de zin van de partijraad zitten.
Azarkan: "Dan word ik op een ochtend wakker, ik ga m'n werk doen omdat ik nog de enige ben die namens Denk in de Kamer laat zien dat we aan politiek doen, iets waar we trots op zouden moeten zijn, en dan word ik uit de partij gezet."
Hij is niet van plan zich af te scheiden van de partij. "Ik heb het mandaat gekregen van 62.000 kiezers. We zien nu dat deze actie van de heer Öztürk ertoe heeft geleid dat er heel veel eenheid is binnen de partij. Unaniem wordt aangegeven 'we steunen je als fractievoorzitter'."
Op 6 juni is een ledenbijeenkomst en daar kunnen de leden een nieuw bestuur kiezen.
