Suïcidale jongeren die noodgedwongen in de gesloten jeugdzorg verblijven, zijn daar niet op hun plek. Ze hebben gespecialiseerde psychiatrische zorg nodig en moeten niet - zoals nu wél gebeurt - na pogingen in een separeercel belanden. Dat zeggen twee psychiaters naar aanleiding van de Nieuwsuur-reportage over een gesloten jeugdzorginstelling eerder deze maand.
"Het wordt gezien als iets wat niet anders kan en wordt daardoor normaal. Maar daar moeten we vanaf. Het is niet normaal om kinderen op te sluiten, het is schadelijk", zegt kinder- en jeugdpsychiater Peter Dijkshoorn. Samen met collega Hilmar Backer pleit hij voor snelle verandering, anders wordt het beschadigende gedrag nog erger.
Ontwrichtende situatie
In de reportage is te zien dat het personeel van de instelling niet is toegerust om met zulke zware problematiek om te gaan, zo geven de psychiaters aan. De jeugdzorgwerkers missen de benodigde expertise. Zelf ervaren zij de vereiste alertheid en omgang met kinderen, die alles aangrijpen om zich van het leven te beroven, als slopend.
Begrijpelijk, vinden de twee psychiaters. "Deze jonge medewerkers worden als het ware voor de leeuwen geworpen", zegt Backer. "De situatie is ontwrichtend voor de jongeren én het personeel." Hij pleit voor een mengvorm van psychiatrie en jeugdzorg. "We hebben instellingen nodig die het allemaal in huis hebben."
Jeugdpsychiatrie en jeugdzorg zijn in de praktijk nog altijd twee gescheiden werelden. Jeugdzorginstellingen richten zich vooral op het opvoeden van jongeren met (voornamelijk) gedragsproblemen die geen thuis meer hebben. Jeugdggz-instellingen behandelen met name jongeren met psychiatrische problemen. Terwijl er dus ook een groep is die beide vormen van zorg nodig heeft en langdurig moet worden opgevangen.
Het systeem is dus niet toegerust op én behandelen voor psychiatrische problemen én langdurig verblijf, zeggen psychiaters Backer en Dijkshoorn. De psychiatrie biedt tegenwoordig hooguit een korte opname en behandeling.
De gesloten jeugdzorg probeert wel steeds vaker expertise van psychiaters en psychologen in huis te halen en nauw samen te werken met de ggz. Maar deze ontwikkeling staat zwaar onder druk omdat gemeenten via aanbestedingen de zorg zo goedkoop mogelijk proberen in te kopen en die dus steeds aan een andere aanbieder kunnen gunnen.
Dijkshoorn noemt aanbestedingen "tamelijk funest voor de zorg". "Als je als organisatie niet zeker weet of je over twee jaar nog door kan gaan met het werk, hoe kun je dan beter worden?" Wat er gebeurt in de jeugdhulp, is volgens hem ondenkbaar in bijvoorbeeld de kankerzorg.
"Er is niemand die het in zijn hoofd haalt om tegen een hoogleraar kankerzorg te zeggen: weet u, we doen een aanbesteding. U gaat nu weg en een ander gaat het overnemen. Dat zou krankzinnig zijn. Maar in de jeugdhulp doen we het wel."