Nederland telt ruim 200.000 arbeidsgehandicapten en zeker de helft heeft geen werk. Het kabinet wil het voor werkgevers financieel aantrekkelijker maken deze mensen aan te nemen en wil daarom de participatiewet aanpassen.
En dat schoot de rolstoelafhankelijke Noortje van Lith in het verkeerde keelgat. Zij wenst gelijk behandeld te worden en vreest dat mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking straks niet evenveel betaald zullen krijgen. Ze liet dat premier Mark Rutte per brief weten. De brief werd vervolgens op sociale media massaal gedeeld.
En Noortje kreeg per tweet een reactie van de premier.
Staatssecretaris Tamara van Ark blijft erbij dat ze een goed wetsvoorstel heeft liggen over de loonbetaling van mensen met een beperking. Voor mensen die niet 100 procent arbeidsproductief zijn, hoeven werkgevers straks maar een deel van het minimumloon te betalen. De werknemer moet voor het overige deel zelf een subsidie aanvragen.
"Wat mij zo dwars zit, is dat er veel over gehandicapten wordt gepraat, maar niet met gehandicapten", zegt Jiska Stad-Ogier, medeoprichter van Wij Staan Op dat een petitie is gestart tegen de kabinetsplannen.
Stad-Ogier heeft Cerebrale Parese (CP) en kan nog een beetje lopen maar is chronisch moe en heeft chronische pijn. "Nodig ons ook gewoon eens een keer uit aan die tafel, dan had Van Ark al veel eerder kunnen weten wat er allemaal tegen de plannen in te brengen is."
"Ik studeer nu nog Notarieel Recht en heb daar al heel veel tijd en moeite in zitten en zou het heel naar vinden om te horen dat mensen het ondanks dát niet eens waard vinden je een minimumloon te betalen", zegt Stad-Ogier, die net als veel mensen met een arbeidsbeperking vinden dat ze in de nieuwe plannen van het kabinet ongelijk worden behandeld.
Normale mensen
Cynthia van der Winden werkt vanuit de participatiewet bij Rijkswaterstaat dat een subsidie krijgt om mensen met een beperking drie jaar lang in dienst te nemen om zo eventueel een opstapje te verzorgen naar een baan. "Ik ben bang voor wat er gaat gebeuren na die drie jaar", zegt ze.
"Die onzekerheid dat ik dan op straat kan komen te staan. Dat je weer gaat twijfelen: 'ben ik het wel waard dat ik hier werk? Moet ik me nog meer bewijzen?' Je hebt het gevoel dat je in een bepaald hokje wordt gestopt."
Dat vindt Van der Winden ook meteen het grootste probleem van het wetsvoorstel van staatssecretaris Van Ark. "Eigenlijk zegt zij dat je niet hetzelfde waard bent als 'normale mensen'."