Economische groei is niet langer dé graadmeter voor succesvol beleid. In de politiek speelt steeds meer mee hoe gelukkig Nederlanders worden van overheidsbeleid. Maar wie bepaalt wat er gemeten wordt? En is schone lucht straks even belangrijk als werkgelegenheid? Het CBS komt daarom volgend jaar voor het eerst met een 'Monitor Brede Welvaart'.
Econoom Hans Stegeman ontwikkelde bij zijn vorige werkgever de Rabobank, een brede welvaartsindicator die alle aspecten van welzijn in elf dimensies meet. "Je moet dan denken aan gezondheid, veiligheid, milieu. Dingen die dicht bij ons liggen. Als we breder kijken dan gaat het over houdbaarheid, sociaal kapitaal, wat gebeurt er in de rest van de wereld", legt hij uit.
We beschrijven wat er is gebeurd en hoe het er voor staat. Om daar verder iets mee te doen, is aan de politiek.
Tot op heden lag de focus bij de overheid vooral op harde cijfers: het bruto binnenlands product (bbp) - de belangrijkste graadmeter voor economische ontwikkeling - gold als de maatstaf der dingen'. Maar al sinds het bestaan van de term, is er kritiek op.
De Tweede Kamer wilde af van het blind staren op economische groei. In 2015 werd de commissie-Grashoff ingesteld, die met een reeks aanbevelingen kwam om welzijn een grotere rol te laten spelen in het beleid. Volgens de commissie is het bbp nooit bedoeld om breed de welvaart te meten.
"Hoe die monitor van het CBS eruit gaat zien, is nog in ontwikkeling. Maar vorig jaar hebben we al iets soortgelijks gedaan: op welke onderdelen doen we het goed en waar niet. Bijvoorbeeld op het gebied van hernieuwbare energie, doen we het niet goed", zegt Peter Hein van Mulligen, hoofd-econoom van het CBS.
Stegeman: "Het nadeel is wel dat die CBS-monitor meet in het verleden. Lastig is het dan om iets te zeggen met cijfers die eigenlijk al weer oud zijn. Je moet cijfers hebben die vooruit kijken."
"Het CBS kijkt niet vooruit en we doen geen aanbevelingen", zegt Van Mulligen. "We beschrijven sec wat er is gebeurd en hoe het er voor staat. Om daar verder iets mee te doen, is aan de politiek."
Op lokaal niveau is geluk inmiddels ook een steeds belangrijker thema voor bestuurders. In Schagen is er al een speciale wethouder van Geluk en een projectleider Geluk. Een primeur in Nederland. Alle uitgaven op de gemeentebegroting worden getoetst aan de vraag of de burger er gelukkiger van wordt.
"Mijn eerste reactie was: wat is dit voor een vaag gedoe", zegt wethouder Jan Steven van Dijk, die Geluk in zijn portefeuille kreeg. "Ik zag mezelf al zitten in boeddhahouding met een wierookstokje." Inmiddels is hij enthousiast: "Dit is eigenlijk de meest essentiële taak van de gemeente."
Is een minister van Geluk wellicht een goed idee? Grashoff is er geen voorstander van. "Je kan ook sec geluk gaan meten. Maar dat zegt te weinig over de factoren die dat bepalen. Als je de liefde van je leven tegenkomt, kun je ook net zijn ontslagen en geen cent hebben, maar toch erg gelukkig zijn. Factoren die dat bepalen, welzijn - waar wij iets aan kunnen doen - dat moet je beïnvloeden."
In Duitsland en Frankrijk zijn ze er al langer mee bezig. Daar zijn vuistdikke rapporten geschreven, maar uiteindelijk kwam er politiek niet veel van de grond. "Het zou wel eens kunnen zijn dat als we in Nederland die monitor hebben en hem goed gebruiken, we een van de koplopers kunnen worden. Maar ik moet het natuurlijk eerst zien, dan geloven", zegt Grashoff.
Ook Stegeman hoopt dat de focus op geluk geen modegrill blijkt te zijn. "Ik hoop dat het blijvend is. Het gaat nu heel goed met ons maar het zou best kunnen dat als het weer wat minder gaat, dat we dan weer terugvallen op de focus op economische groei."