4,5 jaar cel geëist tegen veronderstelde leider Eritrese rellen in Den Haag
Het Openbaar Ministerie heeft 4,5 jaar cel geëist tegen de 48-jarige Johannes A.. Het OM verdenkt hem ervan de leider te zijn bij de Eritrese rellen in Den Haag begin dit jaar. Tegen twee medeverdachten werden zes en acht maanden cel geeïst, waarvan twee maanden voorwaardelijk.
Honderden tegenstanders van het Eritrese regime belaagden in februari een bijeenkomst van voorstanders van het regime in een Haags zalencentrum. Er werd brand gesticht en journalisten en politieagenten werden belaagd met knuppels, stenen en stokken. De burgemeester kondigde een noodbevel af tijdens de rellen. De totale schade bedroeg 750.000 euro.
De straat was bezaaid met bakstenen en auto's werden in brand gestoken:
Met 4,5 jaar cel hoorde Johannes A. met afstand de hoogste eis. Hij wordt door het OM gezien als een van de belangrijkste ophitsers die vooraf anderen optrommelde om naar Den Haag te komen.
"Hij was trots op wat ze die avond hadden gedaan", zei de officier van justitie. "Ook de volgende dag bleek uit appberichtjes dat hij trots was op zijn medestrijders en het geweld dat was gepleegd. 'Alsof er geen politie was, hebben wij brand gesticht', schreef hij."
Volgens het OM heeft A. zich ook schuldig gemaakt aan onder meer opruiing rond vergelijkbare ongeregeldheden in Duitsland in 2023.
Politie als vijand
In een eerdere zitting ontkende A. kwade bedoelingen te hebben gehad. Hij zou samen met anderen "op een normale manier" hebben geprobeerd te voorkomen dat het feest zou plaatsvinden, onder meer door contact met de gemeente. In plaats daarvan werden zij "bedreigd" door de politie en moesten zij zich verdedigen, aldus A.
In totaal werden 26 mensen aangehouden voor hun rol bij de rellen. Eerder werden al negen andere mannen veroordeeld tot celstraffen van vier tot twaalf maanden. Volgens de politie waren de relschoppers "buiten zinnen en vernielden ze zo'n beetje alles wat hen voor de voeten kwam".
Lange arm van Eritrea
Conflicten tussen Eritrese gemeenschappen buiten Eritrea komen vaker voor. De Eritrese president Afewerki voert een dictatoriaal regime en probeert ook controle uit te oefenen over Eritreeërs in het buitenland. Zo dient de diaspora in Nederland een deel van hun inkomen aan het regime van Afewerki af te staan.
A., die onder veel Eritreeërs bekend staat als John Black, is de leider van de steeds gewelddadigere, internationaal opererende Brigade Nhamedu. De brigade verzet zich tegen de intimidatie van het Eritrese regime. De leden zijn veelal jongeren die gehard zijn door de dienstplicht en hun gevaarlijke overtocht naar Europa.
"John Black was een voormalig legerleider in Eritrea en heeft voor het regime gevochten, maar is net als veel gevluchte Eritreeërs teleurgesteld in het regime", zegt Habtom Yohannes, een journalist van Eritrese komaf, tegen de NOS.
"Dat het regime van Afewerki achter Eritreeërs in het buitenland aankomt, en bijvoorbeeld ook feesten voor voorstanders organiseert zoals in Den Haag, staat John Black en zijn brigade niet toe", aldus Yohannes. "Zij willen niet dat Eritrea een staat binnen een andere staat gaat vormen."
Waarschuwingen
Gewelddadige confrontaties tussen Eritreeërs komen niet alleen voor in Nederland, maar ook in andere westerse landen. De Nederlandse overheid heeft slechts beperkt zicht op deze spanningen, wat heeft geleid tot gemiste signalen voorafgaand aan de rellen in Den Haag.
Experts en veiligheidsdiensten uit andere landen, zoals Noorwegen, Zweden en Duitsland, waarschuwen al langer voor het potentieel voor geweld binnen de Eritrese gemeenschap en de invloed van de Eritrese regering op de diaspora.
In deze video legt Nieuwsuur uit hoe de Eritrese dictatuur in Afrika leidt tot geweld ver buiten de eigen landsgrenzen: