'Seponeren zaak-Rietbergen begrijpelijk, maar ook heel pijnlijk'
Jules Jessurun
redacteur Online
Jules Jessurun
redacteur Online
Het Openbaar Ministerie heeft de zaak tegen bandleider van The Voice of Holland Jeroen Rietbergen geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. Het OM besloot vorig jaar maart om strafrechtelijk onderzoek te doen naar de muzikant. Het besluit om hem tóch niet te vervolgen werd gisteren genomen. Waarom duurde het ruim een jaar?
Volgens het OM komt dat onder meer doordat "de resultaten van het aanvullend onderzoek zorgvuldig zijn afgewogen in samenhang met het al verrichte onderzoek". Rietbergen gaf toe dat hij bij The Voice seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond. Hij ontkent echter dat er sprake was van dwang. "Zo is niet gebleken dat de verdachte een feitelijk overwicht of een machtspositie heeft gebruikt ten aanzien van de aangever. Dat is wel nodig om in juridisch opzicht van dwang te kunnen spreken", aldus het OM.
"De zaak duurt lang en dat is best een belasting", zegt Rietbergens advocaat Wout Morra. Advocaat Sébas Diekstra die de aangever bijstond, zegt niets over de tijd die het OM nodig had om tot zijn beslissing te komen. Wel stelt hij het volledige dossier "goed te gaan bestuderen en ook exact te willen weten welke krachten en overwegingen er hebben gespeeld om toch niet te vervolgen".
Dit soort zaken duren onder meer lang omdat ze complex zijn om te onderzoeken. Het is niet zoiets als de diefstal van een rolletje drop.
Dat het strafrechtelijk onderzoek ruim een jaar duurde, verrast hoogleraar strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam Sven Brinkhoff niet. Hij noemt onder meer capaciteitsproblemen als oorzaak. In 2022 bleek dat het OM zedenzaken vaak pas laat naar de rechter stuurde vanwege deze problemen. Daarbij komt volgens hem ook dat zedenzaken vaak gevoelig liggen en complex zijn om te onderzoeken. "Dit zijn hele ingrijpende zaken. Het is niet zoiets als diefstal van een rolletje drop."
Strafrechtadvocaat en bijzonder hoogleraar strafrechtspraktijk aan de Universiteit Leiden Patrick van der Meij is stelliger: hij vindt dat het OM er lang over heeft gedaan. "Ik vind een jaar lang als je aangifte hebt gedaan of als aangifte tegen je is gedaan en je al die tijd in onzekerheid zit." En zeker met een zaak met veel media-aandacht had hij verwacht "dat het in ieders belang is om dit sneller af te wikkelen".
Niet geloofd
Het Openbaar Ministerie vindt dat er juridisch gezien te weinig bewijs is om van dwang te spreken: er is dus te weinig bewijs om Rietbergen te vervolgen. Voor de aangever kan dat voelen alsof ze niet wordt geloofd, maar dat hoeft niet zo te zijn, stellen Van der Meij en Brinkhoff.
"Het OM zegt in het persbericht eigenlijk: wat er is gebeurd is voor aangever naar, maar het haalt de grens van de strafrechtelijke aansprakelijkheid niet", zegt Van der Meij. "Het is geen bewijsbaar strafbaar feit. In deze precaire zaak zal goed zijn nagedacht om niet tot vervolging over te gaan."
Het is heel heftig voor slachtoffers die denken: ik word niet geloofd. Maar er is soms gewoon niet genoeg bewijs.
Ook Brinkhoff snapt die frustratie. "Het is een heel groot goed dat we in Nederland iemand niet veroordelen als er onvoldoende bewijs voor is. De wet is wat dat betreft glashelder: als één persoon belastend verklaart over een ander, terwijl die ander dat ontkent en er is geen ander bewijs, dan moet een rechter vrijspreken. Dat kan heftig zijn voor een aangever die dan denkt: ik word niet geloofd. Maar er is gewoon niet genoeg bewijs om tot een veroordeling te komen."
Per 1 juli gaat een nieuwe wet in waarbij dwang aantonen bij seksueel geweld niet meer nodig is. Brinkhoff denkt dat de zaak tegen Rietbergen ook met die nieuwe wet niet zou leiden tot vervolging omdat het nog altijd zijn woord is tegen het woord van het slachtoffer. Maar het Openbaar Ministerie noemde die nieuwe wet wel in de uitleg over het niet vervolgen van Rietbergen. Van der Meij: "Ik vermoed dat het OM inschat dat vervolging in dergelijke zaken onder die nieuwe wet succesvoller kan zijn en dat daarom die wetswijziging wordt genoemd, maar ze zeggen het niet expliciet. Dat zal altijd afhankelijk zijn van de omstandigheden van het concrete geval."
Voor deze zaak maakt dat sowieso weinig uit: die valt nog onder de oude wet. De aangever kan nog wel met haar advocaat een artikel 12-procedure starten, waarbij het OM via het gerechtshof kan worden gedwongen om toch de zaak voor de rechter te brengen. De kans is aanwezig dat het OM dan om vrijspraak vraagt, zegt Brinkhoff. "Zeker met de tijd die is verstreken en de zorgvuldigheid van het OM, is het niet aannemelijk dat als de politie nog meer onderzoek gaat doen er meer bruikbare informatie uitkomt."