Spreekrecht: steeds grotere rol voor slachtoffers, advocaten kritisch
Het spreekrecht voor slachtoffers van misdrijven wordt komend jaar opnieuw uitgebreid. Per 1 januari mag ook stief- en pleegfamilie in de rechtszaal het woord voeren.
Later in het jaar wordt nóg een stap gemaakt: verdachten worden dan verplicht aanwezig te zijn als slachtoffers en nabestaanden van hun spreekrecht gebruikmaken. Ook mogen slachtoffers spreken op zittingen waar bepaald wordt of tbs'ers uitbehandeld zijn.
De uitbreiding van het spreekrecht is onderdeel van het kabinetsbeleid om slachtoffers en nabestaanden een duidelijker stem te geven. Maar hoe bevalt het spreekrecht eigenlijk? Hebben slachtoffers en nabestaanden er echt baat bij? En wat betekent het voor verdachten?
"Vaak horen we terug dat het spreekrecht een slachtoffer helpt", zegt Tobias Stijns van Slachtofferhulp Nederland. Hij begeleidt mensen die in de rechtszaal willen verwoorden wat een misdrijf met hen heeft gedaan. "Ze leven vaak naar dit moment toe. Ze hebben het idee dat ze worden gehoord door de rechters en dat ook de verdachte hoort wat ze te zeggen hebben. Dat helpt hen bij de verwerking."
Sharmayne de Randamie vertelde onlangs in de rechtszaal over het verlies van haar partner Jergé Hoefdraad, die werd neergeschoten op een feest. Zij maakte gebruik van haar spreekrecht.
Toch wordt ook betwijfeld of het wel zo helend is om je zegje te doen in de rechtszaal. "Uit eerder onderzoek is niet gebleken dat mensen er beter van werden", zegt Maarten Kunst, hoogleraar criminologie aan de Universiteit Leiden. Maar, tekent hij daar gelijk bij aan: dat onderzoek is tot dusver beperkt.
"Ik kan me voorstellen dat er een groep is die er baat bij heeft", zegt Kunst. "Tegelijkertijd is de setting van een rechtszaal wel heel anders dan thuis aan de keukentafel of de behandelkamer van de psycholoog. De aanloop naar het spreekrecht kan stress geven. De vraag is of je dat opzij kunt zetten en er toch een prettig gevoel aan over kunt houden."
Er zijn ook slachtoffers die hopen dat hun verklaring tot een hogere straf leidt. "Het is maar zeer de vraag of dat zo is", zegt Kunst. "Je kan het gevoel hebben dat iedereen heeft geluisterd, maar de uitkomst kan toch tegenvallen."
De afgelopen jaren is het spreekrecht steeds verder uitgebreid. Waar slachtoffers zich aanvankelijk alleen mochten uitlaten over de gevolgen van een misdrijf, mogen ze sinds 2016 vrijwel alles zeggen wat ze willen. Ze mogen verdachten aanspreken, hen schuldig verklaren en vertellen welke straf zij passend vinden.
Volgens de Nederlandse Orde van Advocaten staat het spreekrecht op gespannen voet met het uitgangspunt dat een verdachte onschuldig is tot het tegendeel is bewezen. Een rechter moet nog oordelen, maar in de ogen van het slachtoffer is de verdachte wel degelijk de dader. De verdachte wordt dus vaak ook in die bewoordingen toegesproken.
Dat is vooral problematisch als de verdachte ontkent, zegt Geertjan van Oosten, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten. "Het past niet dat iemand zich met een heel emotioneel betoog richt tot degene die in zijn ogen de dader is, terwijl de verdachte niet meer kan zeggen dan: 'Ik was het niet die u dit heeft aangedaan'. Dat zorgt voor heel ongemakkelijke situaties."
Soms grijpt de rechtbank in, zoals in de zaak van de Almelose kruisboogschutter. Hij werd door nabestaanden een monster en losgeslagen beest genoemd, wat de rechters te ver ging.
Twee fasen
De advocatenorde ziet wel wat in een 'tweefasenproces', waarbij de rechter eerst beoordeelt of een verdachte schuldig is en daarna bepaalt welke straf er opgelegd moet worden. Pas in die tweede fase zouden slachtoffers het woord moeten krijgen.
De rechtspraak, het Openbaar Ministerie en Slachtofferhulp Nederland zijn tegen zo'n systeem. Rechtszaken zouden alleen maar langer gaan duren, vrezen zij. De nadelen wegen niet op tegen de voordelen, vindt ook minister Weerwind voor Rechtsbescherming. Hij besloot daarom deze maand dat er geen tweefasenproces komt. Volgens de minister zijn rechters professioneel genoeg om zich in de schuldvraag niet te laten beïnvloeden door wat een slachtoffer zegt.
Advocaat Van Oosten is daar niet zeker van. "We hebben goede rechters, maar je loopt toch een risico." Hij benadrukt dat de verdachte centraal moet blijven staan in een rechtszaak en niet het slachtoffer.
Dat laatste valt volgens Slachtofferhulp Nederland nog steeds wel mee, ondanks de aangekondigde uitbreidingen. Tobias Stijns: "Een strafzaak duurt soms wel drie dagen en een slachtoffer mag dan 10 minuten spreken. Waar hebben we het dan over?"