Totale transfergekte bij Engelse clubs: 'Met de jaren steeds nulletje bij gekomen'
In de Premier League is deze zomer al bijna twee miljard euro aan transfers uitgegeven. Niet alleen aan gearriveerde vedettes, maar ook aan jonge en onervaren talenten. Donderdag sluit de transfermarkt in Engeland, in Nederland vandaag al.
De Premier League-clubs hebben meer besteed aan nieuwe spelers dan de clubs in de Italiaanse Serie A en de Spaanse La Liga samen. Ze blijken bereid gemiddeld bijna twee keer meer te betalen voor een speler dan tijdens de vorige transferzomer. Dit seizoen brak er totale transfergekte uit.
Honderd miljoen euro voor Antony, meer dan 80 miljoen voor Wesley Fofana, 70 miljoen voor Alexander Isak en 65 miljoen voor Marc Cucurella. Clubs als Manchester United en Chelsea leggen deze zomermaanden enorme bedragen neer voor spelers met beperkte (internationale) ervaring.
Ambitieuze eigenaren
"Het is een combinatie van factoren waardoor de bedragen zo hoog zijn", zegt Phil McNulty, vooraanstaand voetbaljournalist van de BBC.
"Je hebt ambitieuze nieuwe eigenaren als Todd Boehly van Chelsea. Die willen direct indruk maken en dat leidt tot die bedragen van Fofana en Cucurella. De 86 miljoen van Chelsea voor international Raheem Sterling lijkt daardoor zelfs bescheiden."
McNulty gaat verder: "En dan zijn er ook nog nieuwe trainers die hun team willen opbouwen, zoals Erik ten Hag bij Manchester United. Hij zou niet gekomen zijn als het bestuur hem daar niet in zou steunen."
Onderin de Premier League wordt ook gewoon meegedaan aan de rat race om nieuwe sterren. Nottingham Forest promoveerde eind vorig seizoen en spendeerde tot nu toe al zo'n 150 miljoen aan nieuwe spelers.
Ook West Ham United gaf een dergelijk bedrag uit. Het 'Saoedische' Newcastle roerde zich ook flink en aast nog op meerdere grote namen op de slotdagen van de transferperiode.
Record verbroken
De website transfermarkt.nl zet iedere transferwindow keurig op een rijtje hoeveel geld clubs hebben uitgegeven en ontvangen. De bedragen van dit seizoen doen die van andere transferperiodes verbleken. Het record van 2017, toen er 1,7 miljard euro de deur uit vloog, werd onlangs al verbroken.
De laatste twee maanden gaven Premier League-clubs samen bijna twee miljard euro uit, met nog twee drukke laatste dagen voor de boeg. Dat is zo'n 600 miljoen meer dan vorige zomer.
De laatste keer dat er meer dan 1,5 miljard werd uitgegeven was in de zomer van 2019, nog voor de coronacrisis. De (nogal relatieve) voorzichtigheid op de transfermarkt van voor het seizoen 2021/2022 lijkt nu dus definitief tot het verleden te behoren.
Opvallend is ook dat er per speler meer betaald wordt. Vorig seizoen kostte een aankoop van een Engelse club gemiddeld een kleine 5,5 miljoen euro, deze zomer bijna negen miljoen. Spelers zijn dus flink duurder geworden.
Nóg vollere zakken
Dat de grens van 2 miljard euro juist nu doorbroken kan worden, is geen toeval. Het heeft te maken met een nieuwe deal met tv-rechtenhouders van de Premier League, die deze zomer van kracht is geworden. Clubs strijken nu meer dan vijf miljard euro op aan binnenlandse tv-gelden.
Ook het verkopen van de tv-rechten in het buitenland levert veel meer op dan voorheen. Zo verdeelden de twintig Premier League-clubs over de afgelopen zes seizoenen een bedrag van 880 miljoen euro uit de Verenigde Staten, waar NBC de wedstrijden uitzendt. Een vernieuwde deal tot en met het seizoen 2027/2028 levert 2,37 miljard op.
De Times becijferde dat de Premier League-clubs de komende drie seizoenen iets meer dan 10 miljard euro aan binnenlandse en buitenlandse tv-gelden binnen zien stromen. Ter vergelijking: eredivisieclubs krijgen 73 miljoen euro per seizoen.
Investeerders en coronacrisis
Een tweede reden dat de transfermarkt in Engeland op hol is geslagen, is het feit dat er nu nóg meer grote buitenlandse investeerders clubs hebben opgekocht, zoals BBC-journalist McNulty al noemde. Van de twintig clubs op het hoogste Engelse niveau zijn er nog maar vier in Britse handen: Tottenham Hotspur, Brentford, Brighton & Hove Albion en Norwich City.
De belangrijkste nieuwkomer is wat dat betreft Mohammed bin Salman, de Saoedische eigenaar van Newcastle United. De Noord-Engelse club gaf al honderd miljoen euro meer uit dan in de vorige zomer.
Wat het overzicht over het uitgavenpatroon van de laatste vijf jaar ook goed laat zien, is de impact die de coronacrisis heeft gehad. Het dalen van de matchday-inkomsten en onzekerheid over de nabije toekomst deed Engelse clubs voor één transferzomer wat inbinden. Dat is nu dus verleden tijd.
Acceptatie
De hele (voetbal)wereld keek deze zomer met stijgende verbazing naar de onstuitbare koopdrift in de Premier League. Simon Kuper, auteur en kenner van het Engelse voetbal, ziet dat het in Engeland zelf minder gek gevonden wordt.
"Dit was al onderwerp van gesprek sinds de transfer van Steve Daly, die in 1979 voor 1,4 miljoen pond van Wolves naar Manchester City ging, waar hij volledig mislukte. Met de jaren kwam er steeds een nulletje achter de bedragen te staan en namen mensen het steeds meer voor kennisgeving aan."
Ook over het feit dat er nog maar vier clubs niet in buitenlands bezit zijn, schrikt men in Engeland niet meer. "Het verzet daartegen is incidenteel, zoals rond het vertrek van Roman Abramovitsj bij Chelsea toen Rusland Oekraïne binnenviel. Tegelijkertijd werden nieuwe sjeiks wel gewoon verwelkomd."
"Dat heeft te maken met het Engelse economische model, waarin geld wordt ingevoerd. Dat is wat mensen kennen en daarom wordt dit gewoon geaccepteerd."