Een jaar na de overstromingen in Limburg wachten nog altijd mensen op hun huis

Over vijf dagen is het precies een jaar geleden dat de watersnoodramp in Limburg plaatsvond. Huizen werden verwoest, meubels weggespoeld en ondernemingen moesten maanden dicht. Naar schatting was de schade 1,8 miljard euro. Hoewel de meeste schadevergoedingen zijn afgehandeld, zijn er nog steeds gedupeerden die niet naar huis kunnen.

Zoals Joëlle Noordam-van de Sanden uit de gemeente Valkenburg aan de Geul. Samen met haar man en drie kinderen woont ze tijdelijk in de kelder van haar ouders, nadat ze elf keer is verhuisd. Haar huis is nog onbewoonbaar en de overstroming voelt nog altijd dichtbij. ''Laatst keken we een film over magisch water en toen riep de oudste ineens 'het water heeft mijn leven verwoest'. Vervolgens liep ze huilend de kamer uit. En als het regent staan ze bij het raam te kijken.''

Ook Saskia Jansma uit het dorpje Brommelen verloor een jaar geleden haar huis:

Saskia verloor haar huis bij de overstromingen in Limburg

Hoewel het grootste deel van de schadeafhandelingen inmiddels is afgerond, is burgemeester Daan Prevoo van de destijds zwaar getroffen gemeente Valkenburg aan de Geul niet tevreden over de snelheid waarmee dat gebeurde. ''Het heeft behoorlijk lang geduurd totdat de schade daadwerkelijk werd afgehandeld", zegt hij. "Dat kwam omdat er net na de overstromingen veel onduidelijkheid was over wie welke schade moest vergoeden.''

Een van de partijen die schade kon vergoeden was de Rijksoverheid, die die mogelijkheid bood via de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Daarvoor waren wel een aantal voorwaarden. Zo moest er sprake zijn van schade die niet door de verzekeraar vergoed werd. Prevoo: ''Precies daar zat het knelpunt. Mensen die aan de Maas wonen, wonen in het zogeheten primaire watersysteem. Dat betekent dat de overheid financieel bijspringt in het geval van een ramp. Maar inwoners van het heuvelland, zoals Valkenburg, wonen in het secundaire watersysteem. Daarbij is dat niet het geval."

Inwoners van Valkenburg kwamen dus niet in aanmerking voor steun vanuit de Wts. "Maar tegelijkertijd is een overstroming niet verzekerbaar", zegt Prevoo. "Dus wie moet er dan betalen? Door deze onduidelijkheden duurde het lang voordat er schade werd uitgekeerd aan de gedupeerden.'

Toekomstige rampen

Om dit soort situaties in de toekomst te voorkomen, pleit burgemeester Prevoo voor meer verantwoordelijkheid vanuit de Rijksoverheid. ''Gedupeerden van toekomstige rampen moeten zo snel mogelijk verder kunnen met hun leven. Daarom moet de overheid samen met verzekeraars om tafel, om te kijken naar de mogelijkheden voor een permanente schadepot. We gaan zeer waarschijnlijk vaker met zulke rampen te maken krijgen. Het klimaat verandert immers sneller dan we hadden verwacht.''

Inmiddels is het Verbond voor Verzekeraars met de overheid in gesprek om de mogelijkheden van schadeafhandeling bij toekomstige rampen te bespreken.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl