NOS NieuwsAangepast

Overal berichten over drogeringen in uitgaansleven: hoe zit dat?

  • Nina Jansen

  • Jeroen Gortworst

  • Nina Jansen

  • Jeroen Gortworst

Ghb in je drankje, een glas met een slaappil erin of zelfs een naald in je been: veel jonge mensen kennen wel iemand die zegt gedrogeerd te zijn. Dat is het beeld dat naar voren komt op grond van een vragenlijst van NOS Stories. Toch zijn er geen landelijke cijfers over hoe vaak het gebeurt.

Ziekenhuizen, de politie, clubs en cafés: het aantal gevallen van drogeren wordt nergens geregistreerd. En dat heeft gevolgen. "Misschien is het wel een groter probleem dan we dachten en blijft het onder de radar. We kunnen dit moeilijk inschatten", zegt Ruben van Beek van het Trimbos Instituut, dat onderzoek doet naar drugsgebruik.

In onderstaande video spreekt NOS Stories met slachtoffers van drogeringen.

Toen het uitgaansleven begin dit jaar weer op gang kwam, doken meerdere verhalen op over drogeren. In maart werden tientallen Nederlandse studenten onwel bij de après-ski in het Franse skioord Risoul. Het vermoeden? Ghb in drankjes. Ook in Vlaardingen en Apeldoorn kwamen er recent meerdere weekenden achter elkaar meldingen van drogeringen in cafés.

Bijna alle meisjes die uitgaan, geven aan er rekening mee te houden dat ze kunnen worden gedrogeerd, blijkt uit de vragenlijst die NOS Stories voorlegde aan bijna 5000 jongeren. Meer dan driekwart laat haar drankje nooit alleen, een ruime meerderheid neemt tijdens het uitgaan geen drankjes aan van vreemden, en de helft houdt altijd haar hand boven het glas.

Cijfers ontbreken

Onder jongeren is het dus een bekend fenomeen, maar een landelijk beeld blijft uit. Een rondgang langs grote ziekenhuizen leert dat zij drogeringen niet registreren. "Wij zijn gefocust op iemand beter maken. En voor de behandeling is het meestal niet van belang of iemand te veel heeft gedronken of dat er ghb aan het drankje is toegevoegd. En dus testen we dat meestal niet", vertelt toxicoloog Corine Bethlehem van het Erasmus MC in Rotterdam.

Ook bij de politie ontbreken cijfers. Drogeren zelf vormt geen aparte categorie in het systeem van de politie en dus worden meldingen niet verzameld. Ook blijft het vaak bij vermoedens, en worden drogeringen bijna nooit bewezen.

"Als iemand denkt gedrogeerd te zijn, dan moet het wel meer dan een vermoeden zijn. Zonder aanknopingspunten is het lastig om een onderzoek starten", zegt Bobby Markus van de Nationale Politie. "Dat zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat je daarna beroofd of aangerand bent, of dat je een bloed- of urinetest hebt waaruit daadwerkelijk blijkt dat er bijvoorbeeld ghb in je lichaam zat." En daar moet dan weer een forensisch arts bij aanwezig zijn.

Symptomen lijken op elkaar

Dat is waar het vaak misgaat. Wordt iemand 's nachts het ziekenhuis binnengebracht, dan testen ziekenhuizen dus vaak niet, omdat het voor hen geen prioriteit heeft. Maar op het moment dat iemand naar de politie stapt, is het vaak al te laat. "Ghb is bijvoorbeeld al binnen een halve dag uit je lichaam. Als mensen hun roes hebben uitgeslapen, heeft testen meestal geen zin meer", vertelt Bethlehem.

Bovendien is het moeilijk onderscheid te maken tussen een drogering en alcoholintoxicatie. "De symptomen lijken heel erg op elkaar", zegt Van Beek. "Mensen kunnen de effecten van alcohol onderschatten. Alcohol kan heel anders vallen dan normaal, doordat je bijvoorbeeld moe bent of je mentaal niet fit voelt. Of een omgeving waar je je niet op je gemak voelt kan bijdragen aan angstige gevoelens, die juist kunnen leiden tot geheugenverlies die je later zou kunnen toeschrijven aan een drogering."

Betere samenwerking

Het Amsterdamse D66-raadslid Rob Hofland vindt dat er meer mogelijkheden moeten komen voor vermoedelijk gedrogeerde jongeren. "Slachtoffers moeten ook aangifte kunnen doen zonder bloed- of urinetest", zegt hij. Verder wil hij dat ziekenhuizen standaard testen als er een vermoeden bestaat dat het slachtoffer is gedrogeerd.

Ook Van Beek van het Trimbos Instituut hoopt dat incidenten in de toekomst beter geregistreerd worden. "In de tijdsgeest en met de discussie van nu is dat belangrijk. Als je alle signalen bundelt, ook met in het achterhoofd de bredere maatschappelijke discussie over grensoverschrijdend gedrag, rijst de vraag: is dit gaande, maar bleef het onder de radar? Aan de andere kant ontbreken harde cijfers."

Hij ziet hoe moeilijk het is om hier nu onderzoek naar te doen. "De werkdruk in ziekenhuizen is hoog, dus er is niet altijd ruimte om uitvoerig te registreren. Uit de signalen die wij krijgen, lijkt het er ook op dat mensen bij vermoeden van drogeren meestal geen contact zoeken met de politie. Maar doe dat wel. Deze signalen tellen bij de politie wel en misschien denken ze bij de twintigste melding over een club: 'Hé, daar is wat aan de hand. We moeten eens kijken.'"

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl