De boete voor het overtreden van de 1,5 meter-regel wordt waarschijnlijk 99 euro in plaats van de huidige 390 euro. Coalitiepartijen VVD, D66 en ChristenUnie willen dat dit wordt vastgelegd in de nieuwe coronawet. Door het lagere bedrag krijgen overtreders geen aantekening op hun strafblad. Ook de vierde coalitiepartij, het CDA, staat "sympathiek" tegenover het plan.
Met een strafblad kan het zijn dat je niet meer zomaar een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) krijgt, waardoor het moeilijk is om sommige banen te krijgen. Vorige week werd al duidelijk dat de Kamer dit een onredelijke straf vond voor mensen die zonder opzet te dicht bij elkaar staan.
"Het amendement zegt: als je op de overtreding van de 1,5 meter een wat kleinere boete zet, dan heb je gelijk het probleem van die VOG opgelost", zegt D66-Kamerlid Maarten Groothuizen. In het voorstel staat ook dat de wet voor bedrijven juist wat strenger moet. "Voor een groot bedrijf dat er een belang bij heeft om de regels te negeren, is 99 euro misschien weer een beetje een raar bedrag."
Ook als de hoogte van de boete wordt aangepast, vinden ChristenUnie en D66 de coronawet nog niet goed genoeg om mee in te stemmen. Ze vinden dat de wet te lang van kracht blijft en dat de Tweede Kamer er te weinig over te zeggen heeft.
Wet vervangt noodmaatregelen
Sinds het begin van de coronacrisis perkt het kabinet met noodverordeningen vrijheden in. Denk aan het bezoekverbod bij verpleeghuizen, het verplicht afstand houden en de boetes als je maatregelen overtreedt. De coronawet moet die noodgrepen, waar burgers en volksvertegenwoordigers niets over te zeggen hebben, vervangen.
Maar de wet stuit onder de bevolking, bij rechtsgeleerden, in de Tweede Kamer en binnen de coalitie op stevig verzet. De Kamer stelde vorige week zo'n 600 schriftelijke vragen. "Dat zegt iets over het gewicht van deze wet", zegt Stieneke van der Graaf van de ChristenUnie. "Het is te vroeg om te zeggen of de wet het gaat halen, maar op dit moment is die nog niet goed genoeg. Er moeten echt nog wat aanpassingen aan gedaan worden."
Verantwoordelijk minister Hugo de Jonge wilde dat de wet al op 1 juli zou ingaan. Maar een eerste versie werd ingetrokken na kritiek, vooral over de mogelijkheid voor de politie om achter voordeuren te controleren of mensen wel 1,5 meter afstand houden.
Wet drie maanden van kracht
Maar ook over de aangepaste versie houden Kamerleden, inclusief leden van de coalitie, grote bezwaren over onder meer de duur van de wet. De coalitiepartijen komen daarom ook met een voorstel om de duur in te korten van zes naar drie maanden.
"De maatregelen mogen niet langer duren dan strikt noodzakelijk", zegt Van der Graaf. "Dus in de wet moeten we een instructie opnemen aan de minister dat hij de maatregelen direct afschaalt zodra ze niet meer noodzakelijk zijn."
Een groot deel van de Kamer vindt nog dat de minister van Volksgezondheid in de nieuwe wet veel te veel macht houdt. Hij kan met de wet zonder instemming van de Kamer zogenoemde ministeriële regelingen opleggen zoals, bijvoorbeeld, het sluiten van markten. "Wij zouden willen dat de wet duidelijker bepaalt dat zware maatregelen alleen mogen als het echt niet anders kan", zegt SGP-leider Kees van der Staaij. "Bij ingrijpende besluiten moet de Tweede Kamer het laatste woord hebben."
Intussen is het de vraag of het niet wat laat is voor een spoedwet. Het lijkt erop dat de wet zeker niet voor 1 november door de Tweede en Eerste Kamers is. Van der Staaij: "Toen net de noodverordening van kracht werd, was het logisch om aanvullend die wetgeving te hebben. Wat mij betreft is het momentum voor deze wet in zekere zin wat verstreken."