Plofkraker is doorgewinterde crimineel of prutsende amateur
Paulus Houthuijs en Marijn Dorrestijn
redacteuren Online
Paulus Houthuijs en Marijn Dorrestijn
redacteuren Online
Nog voor de rook is opgetrokken lopen twee schimmen naar de zojuist geëxplodeerde pinautomaat. Terwijl het alarm van verschillende auto's afgaat en getuigen al roepen de politie te bellen, werpen de in het donker geklede daders een vluchtige blik op de schade. Het is 22.30 uur en nog geen 15 seconden later springen ze samen op een scooter en racen weg. Naar een filmende getuige steken ze nog even een hand op.
Het is begin februari al de derde keer in een half jaar tijd dat de geldautomaat op het Lambertus Zijlplein in Amsterdam doelwit is van een plofkraak.
In de wapenwedloop tegen de plofkrakers maakte ABN Amro deze week bekend tijdelijk honderden geldautomaten te sluiten. De tegenstander: doorgewinterde criminelen én prutsende amateurs.
'Slachtofferloos'?
De gemiddelde plofkraker is vaak vrij jong en opereert zelden alleen. Minimaal werken ze in tweetallen, maar vaak in groter verband, zo blijkt uit een scan van rechtbankverslagen uit 2018 en 2019. Bijna alle verdachten die toen terechtstonden voor (pogingen tot) plofkraken zijn geboren tussen 1987 en 1997.
Advocaat Joyce de Vries heeft zo'n vijf keer verdachten van een plofkraak bijgestaan. Ze herkent het beeld dat ze meestal relatief jong zijn. Uit de dossiers ontstaat het beeld van jongens die snel geld willen verdienen en niet uit zijn op het toebrengen van letsel bij anderen, zegt ze. "Het lijkt een slachtofferloos delict."
Een andere advocaat zegt tegen de NOS dat plofkraakverdachten niet de "zware jongens" zijn die nergens voor terugdeinzen. "Een woninginbraak of overval vinden ze te ver gaan. De risico's van een plofkraak nemen ze voor lief," zei ook een strafpleiter in De Volkskrant.
Toch vallen er wel degelijk slachtoffers: vorige maand raakte in Amsterdam iemand gewond door rondvliegend glas nadat een geldautomaat was opgeblazen. En de NOS sprak onlangs met ondernemers en bewoners die forse schade hebben opgelopen.
De politie heeft een ander beeld van de daders. Zij zijn bekenden uit het criminele circuit. "Dat zijn niet zomaar jochies die een beetje geld willen verdienen. Bij de 68 zaken dit jaar in Nederland werkten de daders met professioneel geprepareerde explosieven", zegt projectleider Jos van der Stap van het speciale plofkraakteam, dat bestaat uit zo'n 60 agenten.
De harde kern van plofkrakers in Nederland bestaat volgens hem uit een groep van 40 man. Die komen voornamelijk uit Utrecht en Amsterdam en hebben veel ervaring opgedaan met plofkraken in buurlanden België en Duitsland. De buit hebben ze veelal gebruikt als investering voor andere criminele activiteiten, zoals drugshandel.
De oorspronkelijke groep is volgens de politie uitgegroeid tot zo'n 300 man die plofkraken pleegt. Een deel daarvan zit vast, "maar ze komen op een bepaald moment altijd weer vrij".
Professionele daders zijn te herkennen aan hun voorliefde voor snelle auto's, vooral Audi's. Dat blijkt uit rechtbankverslagen, waarin uitvoerig wordt beschreven welke vluchtauto's worden gebruikt. Dit leidde eerder al tot de bijnaam Audi-bende, al worden sporadisch ook andere auto's, bestelwagens of scooters gebruikt.
Het gebruik van Audi's door plofkraakplegers was voor de politie één van de redenen om zelf ook Audi's aan te schaffen, van het model A6. De uitvoering van de politie heeft een topsnelheid van 250 km/u en moet "beter partij bieden aan criminelen die zonder enige remming over de snelwegen razen".
Er zijn ook criminelen die het minder professioneel aanpakken. Projectleider Van der Stap: "Een enkele keer zien we dat iemand een Cobra [zwaar knalvuurwerk, red.] tegen een geldautomaat heeft geplaatst, maar dat was dan totaal zinloos."
Ook de banken concludeerden in onderzoek jaren terug dat er ruwweg twee soorten zijn. Een rapport uit 2014 ziet aan de ene kant doorgewinterde criminelen die heel goed weten wat ze doen en daarnaast daders die deze groep na proberen te doen, maar lang niet zo goed georganiseerd zijn.
De ATM Industry Association, simpel gezegd de internationale brancheorganisatie voor banken met geldautomaten, concludeerde dat de slecht voorbereide groep daders verantwoordelijk was voor een kwart van de plofkraken. En dat die pogingen elke keer mislukten, maar wel veel schade tot gevolg hadden.
Ook bij de serie plofkraken die dit jaar Amsterdam teisterde, werd slechts een enkele keer geld buitgemaakt.
Nieuwe manier
Criminelen lijken het nu vooral gemunt te hebben op automaten van ABN Amro, tien jaar terug waren die van Rabobank nog een geliefd doelwit. Toen werden er nog vooral gasflessen gebruikt om automaten op te blazen. Tegenwoordig hebben de meeste pinautomaten gasdetectie, dus worden er steeds zwaardere explosieven gebruikt
De pakkans lijkt klein. Het aantal plofkraakverdachten dat voor de rechter moet verschijnen, ligt stukken lager dan het aantal gepleegde plofkraken. Daders komen weg in veelal gestolen auto's, dragen donkere kleding en maskers en de beelden van bewakingscamera's zijn vaak te slecht of beschadigd.
Advocaat Joyce de Vries zag dat het daardoor ingewikkeld is om voldoende hard bewijs te verzamelen. De cliënten die zij verdedigde ontkenden en zijn allemaal vrijgesproken.