De rechtspraak in Nederland kampt al jaren met financiële problemen: er is een tekort van 40 miljoen euro. Nieuwsuur ontdekte dat er trucs zijn bedacht waarmee rechtbanken meer geld naar zich toe kunnen trekken uit het potje dat de Raad voor de Rechtspraak jaarlijks van het ministerie krijgt.
Ze doen dat door zaken te 'tillen' zodat ze meer opleveren. Dat zit zo: een rechtbank krijgt per afgehandelde zaak betaald. Een zaak die in een 'meervoudige kamer' (dus door meer rechters) wordt behandeld, levert tien keer meer op dan een zaak uit een enkelvoudige kamer (dus door één rechter).
Jan Struijs, voorzitter van vakbond FNV Veiligheid, en Ybo Buruma, raadsheer bij de Hoge Raad, benoemen de praktijk en ook Nathalie van Waterschoot, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NVvR), bevestigt dat het gebeurt. "We kennen het. En het zou zo niet mogen."
'Dit is geen fraude'
Volgens Van Waterschoot komt het 'creatief boekhouden' voort uit de manier waarop het huidige financieringssysteem is opgebouwd. "Dit is geen fraude, het is echt een perverse prikkel van dat systeem. Het geeft voor mij alleen maar aan hoe hard rechters moeten werken en hoeveel werk ze al verzetten."
Ook Buruma ziet dat het huidige systeem tot gekke dingen leidt. "Een daarvan is dus het opwaarderen van relatief eenvoudige zaken. Maar ook sepots krijgen een andere lading: dan wordt je als rechter zenuwachtig als de officier van justitie een zaak wil terugtrekken. Dat is dan problematisch qua financieringsoogpunt."
De Raad voor de Rechtspraak, die de rechters bestuurt, wil het opwaarderen geen fraude noemen. Volgens de raad beslist een rechter om een zaak in een meervoudige kamer te behandelen als de zaak daarom vraagt. Als er andere redenen aan ten grondslag liggen, toont dat volgens de raad aan dat de financiering van de rechtsspraak niet optimaal is.
Overwerken is nu de norm. Als we zo doorgaan, gaan we naar een collectieve burn-out.
Een mislukt ICT-project is een van de redenen dat de rechters het financieel moeilijk hebben. Nieuwsuur onthulde eerder dit jaar dat de grote digitaliseringsoperatie veel langer duurde en duurder was dan vooraf ingeschat. De kosten van het project, genaamd KEI, liepen op tot over de 200 miljoen euro.
De Raad van de Rechtspraak heeft het digitaliseringsproject zelf gefinancierd en daar is het eigen vermogen aan opgegaan. Daardoor kampt de rechtspraak nu met een tekort van 40 miljoen euro, wat dit jaar eenmalig is bijgelegd door minister Sander Dekker (Rechtsbescherming).
Op dit moment wordt onderzocht hoe de begroting weer gezond kan worden, dat doet een externe partij. Betrokkenen verwachten dat er bezuinigingen zullen komen op huisvesting en ondersteunend personeel; een rechter kun je immers niet zomaar ontslaan.
Van Waterschoot is bang dat dit soort maatregelen alleen maar zorgen voor een nog hogere werkdruk. "Wij doen dit werk niet alleen. Er zijn secretarissen die voor ons de ontwikkelingen in het recht bijhouden. Als daarop wordt gekort, komt er nog meer werk bij ons te liggen."
De werkdruk is volgens haar nu al te hoog. "Overwerken is nu de norm, de rek gaat er uit. Als we zo doorgaan, gaan we naar een collectieve burn-out." Buruma van de Hoge Raad waarschuwt dat deze manier van werken zijn weerslag heeft op de gehele keten van politie, OM en rechters.
"Het is echt zorgelijk. Mensen hebben het gevoel dat ze hun werk niet meer goed kunnen doen. We zijn bezig in een soort keurslijf waarin we wel ter verantwoording worden geroepen voor wat we doen, maar waarbij we niet kunnen inhaken op wat er moet gebeuren", zegt de raadsheer.
Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, is vanavond te gast.