Het aanpakken van 950 criminele netwerken door middel van strafrechtelijk onderzoek, dat is de doelstelling in de Veiligheidsagenda. Maar volgens Ybo Buruma, raadsheer bij de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan in Nederland, brengen die onderzoeken nauwelijks veroordelingen voort.
Buruma heeft als raadsheer zicht op de gehele justitiële keten, waaronder het Openbaar Ministerie. Hij merkt zelf dat er maar weinig zaken van criminele organisaties op zijn bureau komen. "Er wordt echt veel onderzoek gedaan, maar ik kan nou niet zeggen dat daaruit heel veel veroordelingen rollen."
De raadsheer keek naar het aantal veroordelingen met straffen van vijf jaar cel of hoger en kwam tot de volgende conclusie: in 2016 kregen twintig personen uit criminele netwerken zo'n straf opgelegd door de rechter. (Klik hier voor alle cijfers) De cijfers voor 2018 zijn volgens Buruma hetzelfde.
"Dat vind ik niet veel, zeker als je bedenkt dat er een afspraak is in de Veiligheidsagenda waarin wordt gezegd: er moeten 950 georganiseerde misdaadgroepen worden bekeken. Die cijfers botsen met elkaar."
Aan het stijgend aantal sepots heeft iedereen een beetje schuld.
Niet alleen zijn er weinig onderzoeken vanuit het OM en de politie die tot een veroordeling leiden. Ook het aantal sepots neemt toe. Een sepot betekent dat de zaak niet wordt vervolgd, bijvoorbeeld omdat er onvoldoende bewijs is. Het aantal sepots is de afgelopen tien jaar bijna verdubbeld, van tien naar twintig procent.
Buruma wijst op het belang van een goede werking van alle onderdelen van de justitiële keten, om zaken goed af te handelen. "Voor de reden voor de stijging in het aantal sepots kun je naar elkaar gaan wijzen. Ik denk dat iedereen er een beetje schuld aan heeft."
Geheime liefdesrelatie
De problemen spelen tegen de achtergrond van integriteitskwesties bij het OM, die eerder dit jaar aan het licht kwamen. NRC schreef in mei dat de sfeer in de top verziekt is geraakt. Centraal staat de Rotterdamse hoofdofficier Marc van Nimwegen, die volgens de krant zijn boekje te buiten is gegaan: van relaties met collega's tot misbruik van dienstreizen.
Ook zou Van Nimwegen een ICT-opdracht aan het bedrijf van zijn zus hebben gegund. Hij heeft op dit moment een relatie met de voormalig hoofdofficier van het landelijk parket Marianne Bloos. Zij werd eerder door Van Nimwegen benoemd in die functie. Beiden zijn op buitengewoon verlof gestuurd.
Jan Watse Fokkens, voormalig procureur-generaal bij de Hoge Raad, doet momenteel onderzoek naar de zaken die spelen rond Van Nimwegen en de spanningen in de top van het OM. Het onderzoek wordt later deze maand verwacht.
We maken ons ernstig zorgen over onze mensen bij het OM, we willen geen collectieve burn-out.
Daarnaast is de werksfeer op het OM al langer een probleem. Zo stapte de volledige top van het parket Zeeland-West-Brabant vorige maand op. Volgens het officiële persbericht was dat vrijwillig, maar interne bronnen spreken van een gedwongen vertrek na klachten van het personeel.
Het is hoe dan ook een gevolg van het onderzoek dat eerder dit jaar werd ingesteld naar de werksfeer op het parket, waar al langer gesproken wordt van een 'verziekte werksfeer'. Hoofdofficier van justitie Charles van der Voort en zijn plaatsvervanger Yolanda de Groot en directeur bedrijfsvoering Ruud Bloembergen moesten vervolgens het veld ruimen.
Nathalie van Waterschoot, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (NvvR) die opkomt voor rechters en officieren van justitie, volgt de berichten met aanhoudende zorgen. "Deze onrust draagt er niet aan bij dat officieren rustig hun werk kunnen doen. En er is juist meer rust nodig."
Collectieve burn-out
Want de werkdruk is volgens Van Waterschoot al hoog genoeg. "Bij de officieren is de nood hoog. Er is veel overwerk, er wordt veel gewerkt in de avonduren en in de weekenden. Mensen raken overspannen en vallen uit. We maken ons zorgen, want we willen geen collectieve burn-out."
De officieren hebben het gevoel onder druk te staan, zegt Van Waterschoot. "Er zijn aanhoudende bezuinigingen, de zaken worden complexer, er zijn veel cyberkwesties die een hoop tijd en onderzoek in beslag nemen. Dat is uiteindelijk het belangrijkste: de druk die officieren voelen in hun dagelijkse werk."