De koning verhuist, er komt weer een Oranjepaleis vrij
Piet van Asseldonk
redacteur Koninklijk Huis
Piet van Asseldonk
redacteur Koninklijk Huis
Koning Willem-Alexander staat op het punt te verhuizen van de Eikenhorst in Wassenaar, dat hij sinds 2003 bewoont, naar Paleis Huis ten Bosch in Den Haag. Daarmee komt er een Oranjepaleis vrij. De Eikenhorst staat te boek als een villa, maar volgens het woordenboek moet je dit huis, omdat het de woning van een vorst is, een paleis noemen.
Het is niet voor het eerst dat er een Oranjepaleis 'op de markt' komt. Het bijzondere in dit geval is dat de Eikenhorst particulier bezit is van de koning en dat het paleis waarnaar hij verhuist rijksbezit is.
Wat de koning met de Eikenhorst gaat doen, weet hij nog niet, zei hij onlangs. Meermaals is gesuggereerd dat prinses Mabel, die met haar gezin in Londen woont, het zal overnemen. Geld kan het probleem niet zijn: Mabel verdiende met de recente beursgang van Adyen vele tientallen miljoenen euro's met haar aandelenpakket in dit Nederlandse ICT-bedrijf.
Schenking
De Eikenhorst is onderdeel van de Koninklijke Landgoederen De Horsten. Naast het koninklijk paar zijn daar nog enkele Oranjes neergestreken. Het landgoed, ruim 400 hectare groot, is al sinds 1883 in handen van de koninklijke familie. Beatrix schonk het overgrote deel ervan een jaar geleden aan haar oudste zoon.
Dat kon belastingvrij, omdat Willem-Alexander koning is. Zou Beatrix het landgoed aan haar zoon Constantijn of aan haar schoondochter Mabel geschonken hebben, dan had er schenkbelasting over betaald moeten worden.
Zolang Willem-Alexander de Eikenhorst niet verkoopt of verhuurt, heeft hij de beschikking over vijf 'paleizen'. Behalve zijn binnenkort vrijkomende Wassenaarse verblijf zijn dat het Paleis op de Dam in Amsterdam, zijn Haagse werkpaleis Noordeinde, zijn nieuwe thuis Huis ten Bosch en het door hem van de staat gehuurde jachtslot Het Oude Loo in Apeldoorn.
Los hiervan bezit Willem-Alexander een vakantievilla in Griekenland en is hij, samen met prins Constantijn en de erven van wijlen prins Friso, eigenaar van een hun door Beatrix geschonken vakantiehuis in het Italiaanse Tavarnelle.
Dure renovatie
Eigenlijk was het de bedoeling dat de koning al een jaar na zijn troonsbestijging in 2013 het door zijn moeder verlaten Huis ten Bosch zou betrekken. Maar het komt er pas nu van doordat de renovatie van dit woonpaleis, met een vloeroppervlak van bijna 9000 vierkante meter, jaren langer duurde dan gepland en ook veel meer kostte dan begroot (63,1 miljoen euro in plaats van 35 miljoen euro).
De drie koninklijke paleizen van de koning in Amsterdam en Den Haag mag hij van staatswege gratis bewonen.
Het komt vaak voor dat Oranjepaleizen een andere bestemming krijgen. Na haar aftreden mocht Wilhelmina tot haar dood in 1962 gratis op Paleis Het Loo (rijksbezit) blijven wonen. Nu is het een rijksmuseum.
Juliana en Bernhard bleven na de troonsbestijging van Beatrix wonen op Paleis Soestdijk, ook rijksbezit. Na hun dood in 2004 stond het leeg. Vorig jaar verkocht het Rijksvastgoedbedrijf het paleis aan het consortium Made by Holland, dat er "een platform van innoverend en ondernemend Nederland" wil ontwikkelen.
De lijst is nog veel langer. Denk bijvoorbeeld aan het Eschermuseum. Dat is gevestigd in het voormalige, door Juliana aan het rijk verkochte, Paleis Lange Voorhout in Den Haag. Of aan het Paleis-Raadhuis van Tilburg, tussen 1847 en 1849 gebouwd als buitenresidentie voor koning Willem II.
Drakensteyn
Behalve voor het nu 'vrijkomende' Eikenhorst zal er in de toekomst ook voor de huizen van Beatrix een nieuwe bestemming gezocht moeten worden. Dat zijn Kasteel Drakensteyn (privébezit van de vroegere koningin) en het naast Paleis Noordeinde gelegen pand Noordeinde 66.
Deze vroegere privéwoning van Willem-Alexander verkocht hij in 2008 aan de staat. Nu dient het pand als Haags onderkomen voor Beatrix, een geste van de overheid.