Opsluiting jihadverdachten blijft 'duivels dilemma', bewijst Hardi N.
Tomas Riemens
redacteur Online
Tomas Riemens
redacteur Online
Hardi N., de man die als spil wordt gezien in de terreurgroep die gisteravond is opgerold, deed zich mogelijk anders voor om sneller vrij te komen. Radicaliseringsonderzoeker Daan Weggemans sprak hem nadat hij in 2016 was veroordeeld voor een poging tot uitreizen naar Syrië. Hij zegt dat N. welbespraakt en welgemanierd overkwam.
De 34-jarige Arnhemmer van Iraakse afkomst werd eind november 2014 in Nederland gearresteerd omdat hij zich wilde aansluiten bij terreurgroep Jabhat al-Nusra. N. zelf zegt dat hij alleen weeskinderen wilde helpen in het Midden-Oosten. Hij werd in 2016 veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf. Na hoger beroep viel die straf lager uit.
Rustig en beleefd
Volgens de reclassering zette N. in de periode na zijn veroordeling "in positieve zin stappen". Ook in de gesprekken die Weggemans met hem voerde rond de rechtszaak, maakte hij een "rustige, beleefde en overtuigde indruk".
Reclassering stelde rond het hoger beroep in 2017 dat de man uit Arnhem begon te twijfelen aan de manier waarop hij over de islam dacht. Mogelijk deed hij alleen alsof zijn gedachtegoed minder radicaal was dan voorheen. "Dat is een strategie die meer terrorismeverdachten toepassen", zegt Weggemans. "Zij zien de jihadistische strijd als oorlog, waarin liegen geoorloofd is."
Bekijk hier de beelden van de arrestaties van gisteravond:
Na zijn arrestatie in 2014 zat N. een tijd vast op de terrorismeafdeling in de gevangenis in Vught. Eind december van dat jaar ging hij met drie medegevangenen in hongerstaking vanwege het strenge regime in de Extra Beveiligde Inrichting. Om ronselen te voorkomen, werden de gevangenen daar uit elkaar gehaald, gevisiteerd als er bezoek kwam en mochten ze familieleden alleen een hand geven.
N. belandde in Vught omdat het gevaarlijk werd geacht om hem meteen weer vrij te laten in afwachting van de rechtszaak. Aan de andere kant kan opsluiting op zo'n afdeling ook juist tot verdere radicalisering leiden.
"Het is een duivels dilemma", vindt ook Omar Ramadan, directeur van het Europese netwerk tegen radicalisering (RAN) en adviesbureau Radaradvies. Als terrorismeverdachten bij elkaar worden opgesloten, bestaat de kans dat ze verder radicaliseren of zelfs een terroristische cel vormen in de gevangenis. Als jihadisten op normale afdelingen belanden, beïnvloeden ze mogelijk andere gedetineerden.
Meelopers en leiders
Meer Europese landen worstelen met dit probleem. Het lijkt Ramadan een goed idee om onderscheid te maken tussen leden van terroristische groepen. Die bestaan zowel binnen als buiten de gevangenismuren uit leiders en meelopers. "Een aanpak zou kunnen zijn om de meelopers los te weken van de groep en ze tussen normale gevangenen te plaatsen om verdere radicalisering te voorkomen."
Of N. op de terrorismeafdeling werd aangestoken door medegevangenen of juist zelf anderen beïnvloedde, is niet duidelijk. Volgens reclassering vindt hij het belangrijk om geaccepteerd te worden. N.'s sociale netwerk zou daarom als risicofactor kunnen worden gezien. Weggemans vertelt dat N. op hem niet overkwam als een meeloper.
De politie en veiligheidsdiensten zullen hun handen vol hebben met het in de gaten houden van deze groep.
Dat een veroordeelde na jaren opnieuw wordt gearresteerd op verdenking van een terroristisch misdrijf, gebeurt volgens de onderzoeker vaker. "Het idee dat dit soort mensen niet nog een keer tot zoiets bereid is, klopt gewoon niet." Bovendien was zijn woonplaats Arnhem de afgelopen jaren vaker in het nieuws vanwege jihadisme.
Over de juiste aanpak van geradicaliseerde mensen is momenteel veel discussie, vertelt Weggemans. Jihadisten die naar Syrië wilden reizen of dat ook echt hebben gedaan, zitten in Nederland vaak relatief korte straffen uit. "Een groot deel van hen is al vrij of komt binnenkort weer op vrije voeten. De politie en veiligheidsdiensten zullen hun handen vol hebben met het in de gaten houden van deze groep."