Defensie is aansprakelijk voor de gezondheidsklachten die medewerkers hebben opgelopen door het werken met kankerverwekkende chroom-6-verf. Dat is de conclusie van een groot onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in opdracht van het ministerie zelf, dat de NOS in handen heeft.
Het ministerie wist van de schadelijke effecten, maar deelde die kennis niet met werknemers en bedrijfsartsen, concludeert het RIVM. Evenmin zorgde Defensie voor een veilige werkplek of afdoende beschermingsmaatregelen.
Sinds 2015 is er een coulanceregeling voor mensen die ziek zijn geworden door het werken met chroom-6. Maar nu de aansprakelijkheid van Defensie is vastgesteld, ligt de weg open voor een definitieve schaderegeling voor zieke werknemers.
De afgelopen weken hebben militaire vakbonden daar met het ministerie over gesproken. Meer over de inhoud daarvan moet maandag duidelijk worden, als het RIVM-onderzoek officieel wordt gepresenteerd.
Tussen 1984 en 2006 werkten 2000 tot 3000 mensen op die zogenoemde POMS-locaties in Brunssum, Eygelshoven, Vriezenveen, Coevorden en Ter Apel.
Vooral medewerkers in technische onderhoudsfuncties werden blootgesteld aan chroom-6. Dit gebeurde bij het stralen, schuren, slijpen en lassen van voertuigen die met chroomhoudende verf waren behandeld om roestvorming tegen te gaan. Bij het spuiten was er minder blootstelling, omdat de bescherming bij dat werk over het algemeen beter was geregeld.
Willens en wetens
Yme Drost, die 350 slachtoffers vertegenwoordigt, schrok van wat hij las: "Mensen zijn willens en wetens blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Dit kan niet."
De onderzoekers schrijven: "Defensie had in zijn rol van werkgever de verantwoordelijkheid om de werknemers op de hoogte te brengen van de risico's. Uit het onderzoek is niet gebleken dat dit is gebeurd."