Maartje Geels
redacteur Online
Maartje Geels
redacteur Online
Duizenden doden en zeker 10.000 vermisten: enkele dagen nadat storm Daniel over het noordoosten van Libië is geraasd, wordt de omvang van de ramp duidelijk. Het 'epicentrum' is havenstad Derna, met zo'n 125.000 inwoners.
Omdat het water door de omliggende bergen niet kon wegspoelen, steeg het water in de stad razendsnel tot een hoogte van 3 meter. Aan persbureau Reuters verklaarde een hooggeplaatste functionaris dat ruim een kwart van de stad is weggevaagd.
Alleen al in Derna zijn tot dusver duizend lichamen geborgen, gevreesd wordt voor nog veel meer slachtoffers. "Overal liggen lichamen: in zee, in de valleien en onder gebouwen", verklaarde Hichem Abu Chkiouat, die als overheidsfunctionaris betrokken is bij de rampenbestrijding in het land. Volgens hem zijn talloze gebouwen in de stad ingestort en zijn puin en auto's richting de zee gesleurd.
Nauwelijks onderhoud
Ten zuiden van Derna braken als gevolg van de regenval twee dammen door. Aan in ieder geval een van de twee, zegt Chkiouat, was recentelijk geen onderhoud gepleegd. Dat is in Libië niet uniek: het onderhoud aan de infrastructuur is al jaren een probleem in het land, zegt politiek wetenschapper Jalel Harchaoui, verbonden aan een Londense denktank.
Volgens Harchaoui is er de voorbije jaren structureel te weinig onderhoud verricht aan bijvoorbeeld bruggen en wegen, omdat het geld ergens anders in werd gestoken. Infrastructuur was simpelweg geen thema waarmee politici konden scoren, zegt Harchaoui. Deskundigen zeggen tegen de Libische zender Al-Wasat dat het gebrekkige onderhoud aan de infrastructuur een belangrijke oorzaak is van het grote aantal slachtoffers in Derna.
Politieke verdeeldheid speelt bij het achterstallige onderhoud een belangrijke rol. In Libië zijn al jaren de facto twee regeringen aan de macht: het oosten is in handen van generaal Haftar. Hij zetelt in de stad Benghazi, die eveneens hevig is getroffen door de natuurramp. De generaal kan rekenen op steun van Egypte, Rusland en de Verenigde Arabische Emiraten.
Vanuit hoofdstad Tripoli in het westen opereert de internationaal erkende regering van premier Dbeibah. Hij wordt gesteund door Turkije, Qatar en Italië. De twee kampen liggen al jaren op ramkoers en bij de autoriteiten heerst wantrouwen en corruptie. Besluiten over investeringen in de infrastructuur kwamen door de politieke verdeeldheid nauwelijks van de grond.
De autoriteiten in Oost-Libië hebben de centrale bank inmiddels om financiële hulp gevraagd, schrijft Al Jazeera. Maar omdat de bank alleen de regering in Tripoli erkent, weigert het orgaan.
De politieke verdeeldheid doet internationaal vrezen voor de effectiviteit van de noodhulp, al zijn er ook lichtpuntjes. De regering in Tripoli heeft inmiddels voor 14 ton aan hulpgoederen richting Benghazi gestuurd, de stad waar Haftar zetelt. Ook heeft de internationaal gesteunde regering voor omgerekend 380 miljoen euro toegezegd voor de wederopbouw van Derna.
Wereld om hulp gevraagd
Desondanks belooft de internationale noodhulp de komende tijd "een enorm probleem" te worden, zegt voorzitter Herman Klijnsma van de Dutch Libyan Cooperation Council. "Alle Libische ambassades van over de hele wereld hebben om hulp gevraagd. Maar dat moet via de Europese Unie en de Verenigde Naties worden geregeld: het is niet via een van de Libische regeringen te coördineren."
Omdat de natuurramp zich in Oost-Libië heeft voltrokken, gaan er volgens Klijnsma stemmen op om de noodhulp via Haftar te regelen. "Maar voor premier Dbeibah in Tripoli is het van belang dat hij de leider is die de zaak onder controle heeft." De hoop is dat de ramp - hoe wrang ook - een hefboom kan zijn waarmee samenwerking wordt geforceerd, zegt Klijnsma. "Maar in Libië draait het om machtsstrijd, invloed, geld en positiebehoud. Dat zal door deze ramp niet veranderen, vrees ik."
Of de kampen hun verschillen opzij kunnen zetten, zal de komende tijd moeten blijken. Volgens politiek wetenschapper Harchaoui is het in ieder geval hard nodig. Hij sprak na de ramp met inwoners van het zwaargetroffen Derna. "Ze zijn verward en kunnen het niet bevatten. Binnen enkele uren is een groot deel van hun stad weggevaagd."
Het Internationale Rode Kruis verwacht dat het dodental in de getroffen regio Derna verder zal oplopen: